zondag 6 door het jaar C
De profeet Jeremia waarschuwt voor de kwetsbaarheid van wie vertrouwt op eigen kracht en stelt daartegenover de zegen van wie op God steunt. Paulus bevestigt dat ons geloof niet rust op menselijke inspanning, maar op Christus’ opstanding – zonder Hem heeft ons geloof geen fundament. In het evangelie keert Jezus de vanzelfsprekendheden van de wereld om door de armen, de hongerigen en de treurenden zalig te prijzen. De zaligsprekingen zijn niet enkel een belofte voor later, maar vooral ook een oproep voor nu: de Kerk moet niet alleen spreken over liefde voor de armen, ze moet deze liefde ook belichamen. Mogen de lezingen van deze zondag ons daartoe inspireren.
Uit de profeet Jeremia 17, 5-8
Jeremia benadrukt het verschil tussen wie vooral op menselijke kracht bouwt en wie zijn vertrouwen op God stelt. De eerste wordt vergeleken met een struik in een dorre vlakte, terwijl de tweede lijkt op een boom met diepe wortels die zelfs in droge tijden groen blijft en vrucht draagt.
Dit zegt de Heer:
Vervloekt wie op een mens vertrouwt, wie zijn kracht ontleent aan stervelingen, wie zich afkeert van de Heer. Hij is als een struik in een dorre vlakte, hij merkt de komst van de regen niet op. Hij staat in een steenwoestijn, in een verzilt en verlaten land.
Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat de Heer is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht.
Gezongen antwoordpsalm 1
(tekst onder geluidsfragment)
Refr.: Gelukkig is de mens, die op de Heer zijn hoop stelt.
Gelukkig de mens die weigert te doen
wat goddelozen hem raden;
die niet de wegen der zondaars gaat,
maar die zijn geluk vindt in ’s Heren wet,
haar dag en nacht overweegt.
Hij is als een boom, aan het water geplant,
die vruchten draagt op zijn tijd,
des zomers verdorren zijn bladeren niet,
maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet:
de wind blaast hen weg als kaf.
De Heer immers kent de weg der vromen.
De weg van de zondaars loopt dood.
Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 15, 12 + 16-20
Paulus onderstreept het belang van de opstanding van Christus voor het christelijk geloof. Hij maakt duidelijk dat zonder deze opstanding het geloof zijn fundament verliest, maar bevestigt vervolgens met overtuiging dat Christus werkelijk is opgestaan als eerste van allen die gestorven zijn.
Broeders en zusters,
wanneer over Christus wordt verkondigd dat Hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden en worden de doden die Christus toebehoren niet gered. Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.
Vers voor het evangelie (Mt 11, 25)
Alleluia.
Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat U deze dingen
aan eenvoudige mensen hebt onthuld.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 6, 17 + 20-26
Vandaag spreekt Jezus zijn zaligsprekingen uit over de armen, de hongerigen en de treurenden, terwijl Hij een waarschuwing richt aan de rijken en zelfvoldanen.
Toen Jezus met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon.
Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei:
‘Gelukkig jullie die arm zijn, want voor jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die nu honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.
Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult honger lijden. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.’
Van Woord naar leven
ZALIG DE ARMEN
Jezus daalde af (mooi beeld!) en ontmoette een menigte van mensen uit alle windstreken. Temidden van hen sprak Hij woorden die tot op vandaag hun kracht niet hebben verloren. Zijn boodschap was en is radicaal, een omkering van alles wat de wereld als vanzelfsprekend beschouwt: het koninkrijk van God behoort toe aan de armen waarbij de hongerigen zullen verzadigd worden en de treurenden zullen ‘lachen’.
Deze woorden zijn geen vrome troost, geen holle belofte voor een verre toekomst. Ze drukken een werkelijkheid uit die vervuld moet worden in het hier en nu. God heeft altijd de kant gekozen van de armen, van zij die lijden, van zij die door de samenleving vergeten of uitgesloten worden. Dit behoort tot het diepste wezen van God. Jezus, zijn Zoon, heeft dit DNA belichaamd, en als Kerk, als gemeenschap die leeft vanuit de Heer, zijn wij geroepen hetzelfde te doen.
De zaligsprekingen dagen ons uit. Zij spreken namelijk niet alleen over de armen, maar ook over de rijken die hun troost zogenaamd al ontvangen hebben, over hen die nu reeds verzadigd zijn. Jezus spreekt hen aan en roept op tot een diepgaande bekering, tot een manier van leven waarin rijkdom niet als doel wordt nagestreefd, maar waarin delen en solidariteit de kern vormen.
Jezus stelt ons een cruciale vraag: hoe leven wij als Kerk in deze wereld? Zijn wij werkelijk dragers van dit goddelijk DNA?
Als de Kerk haar roeping ernstig neemt, mag ze niet alleen over de armen spreken, maar moet ze zich daadwerkelijk met hen verbinden. Niet door louter inhoudelijk rijke teksten of vrome slogans te verspreiden, maar door een leven te leiden dat gekenmerkt is door eenvoud én broederschap. Een Kerk dus, die in haar structuren en haar leden een levenshouding belichaamt waarin de armen worden omarmd als gelijkwaardige broeders en zusters.
De armen zijn een spiegel. Zij nodigen de Kerk uit om haar ware gelaat te tonen.
Wanneer de Kerk werkelijk kiest voor de kant van de armen, wordt zij zelf meer zoals Christus. Zij zal – in Jezus’ voetsporen, en diep verbonden met Hem – niet enkel spreken over solidariteit, maar ze zal het zijn. Zij zal niet enkel oproepen tot gerechtigheid, maar zij zal het doen.
De armen zijn de sleutel tot het hart van het evangelie. Wie hen ontmoet, ontmoet Christus.
Mogen de armen onze leermeesters zijn.
Mogen zij het beste in ons naar boven halen.
Moge de Kerk in hen het ware gelaat van God zien dat uitnodigt Kerk te zijn.
Laten we bidden
Goede God,
U die de kant kiest van de kleinen en verdrukten,
leer ons zien met de ogen van Christus.
Mogen wij niet enkel spreken over gerechtigheid,
maar het ook doen.
Mogen wij als Kerk uw liefde zijn.
In Christus, onze Heer.
Amen.
Geliefde mensen, laten we vriend zijn van de armen.
Een gezegende zondag,
kris
Om mee op weg te gaan
Vaak zien we armoede als een probleem dat we, in het beste geval, willen oplossen. Dat klinkt op zich mooi en bevat ook veel waarheid. Maar vriendschap sluiten met mensen in armoede is nog iets meer. Het is meer dan een aalmoes in hun hand stoppen. Het betekent met hen in gesprek gaan, hen eventueel bij je thuis uitnodigen of bij hen thuis – als ze dat al hebben – op bezoek gaan. Het is relatie aangaan.
Durf je jezelf de vraag te stellen of je daartoe bereid bent? Durf je dit gesprek aan te gaan binnen je gezin, je vriendenkring of gemeenschap, je parochie?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.