zondag 26 door het jaar – A

Uit de profeet Ezechiël 18, 25-28

God blijft niet stilstaan bij ons verleden en de misstappen van onze voorouders roept Hij niet in herinnering. Altijd is Hij bereid de gave van het leven te schenken aan eenieder die zich bekeert.

Dit zegt de Heer:
‘Nu zeggen jullie: “De weg van de Heer is onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben Ik het die onrechtvaardig is? Zijn het niet juist júllie wegen die onrechtvaardig zijn? Een goed mens die zich niet langer rechtvaardig gedraagt maar onrecht begaat, zal sterven; hij sterft omdat hij onrecht heeft begaan. Een slecht mens die zich afkeert van zijn goddeloze levenswijze en voortaan handelt naar recht en gerechtigheid, zal in leven blijven. Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker in leven blijven en niet hoeven sterven.’

Gezongen antwoordpsalm 25

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Gedenk uw barmhartigheid, Heer.

Leer mij uw paden kennen,
leid mij volgens uw woord.
Want Gij zijt mijn God en Verlosser.
Op U stel ik altijd mijn hoop.

Gedenk uw barmhartigheid, Heer,
uw altijd geschonken ontferming.
Herinner U niet het kwaad van mijn jeugd,
maar denk aan mij met erbarmen.

De Heer is goed en rechtschapen,
daarom wijst Hij zondaars de weg.
Hij leidt de geringe langs eenzame paden,
Hij leert de eenvoudige wat Hij moet doen.

Uit de brief van Paulus aan de Filippenzen 2, 1-11

Aan de christenen van de stad Filippi, verdeeld door partijzucht, ijdele roem en egoïsme, stelt Paulus Jezus’ vrijwillige nederigheid tot voorbeeld. Dit is de weg van Christus’ verheerlijking. Om van God de gave van eenheid en verzoening te ontvangen, moeten de christenen onder elkaar dus dezelfde gevoelens koesteren, die ook Jezus Christus bezielden.

Broeders en zusters,
nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zoveel hartelijk medeleven, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle nederigheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de Naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.

Vers voor het evangelie (Joh 10, 27)

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer.
Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 21, 28-32

Wanneer een mens zijn schuld erkent en zich betert, blijft God niet boos omdat hij eerst weigerde. Hij neemt in aanmerking wat een mens nu doet. Tollenaars en prostituees, die Jezus opnam, mochten het ondervinden.

Jezus sprak tot de hogepriesters en de oudsten van het volk:
‘Wat denkt u van het volgende? Iemand had twee zonen. Hij zei tegen de een: “Jongen, ga vandaag in de wijngaard aan het werk.” De zoon antwoordde: “Ik wil niet,” maar later bedacht hij zich en ging alsnog. Tegen de ander zei de man precies hetzelfde. Die antwoordde: “Ja, vader,” maar ging niet. Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?’
Ze zeiden: ‘De eerste.’
Daarop zei Jezus: ‘Ik verzeker u: de tollenaars en de hoeren zullen het koninkrijk van God eerder binnengaan dan u. Want Johannes bewandelde de weg van de gerechtigheid toen hij naar u toe kwam. U geloofde hem niet, de tollenaars en de hoeren wel. En ook al zag u dat, u hebt u niet bedacht en hem alsnog geloofd.’

Van Woord naar leven

UW WIL GESCHIEDE

Onderstaande overweging is van de hand van Vincenzo Paglia (voorzitter van de Pauselijke Academie voor het Leven en spiritueel raadgever van de gemeenschap Sant’Egidio), ontleend aan het boek ‘Het Woord van God elke dag – 2023’, uitgegeven bij Halewijn.

Jezus keert terug naar de tempel, waar Hij de dag tevoren de verkopers en de geldwisselaars had verjaagd en veel zieken had genezen die tot Hem waren gekomen. De hogepriesters en de oudsten van het volk komen Hem ondervragen met welke bevoegdheid Hij dat deed. Zij hadden immers gezag over de tempel. Jezus beantwoordt hun vraag niet rechtstreeks en vraagt op zijn beurt dat zij Hem zeggen met welk gezag de Doper doopte. Op deze vraag van Jezus weten zij niet te antwoorden en uit vrees voor de reactie van het volk zeggen ze: “We weten het niet”.

Jezus vertelt daarop de korte gelijkenis die we vandaag horen, die van een vader die zijn twee zonen vraagt om in de wijngaard te gaan werken. De eerste zegt dat hij er geen zin in heeft, maar gaat toch; de tweede daarentegen zegt dat hij zal gaan, maar gaat dan niet. ‘Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?’, vraagt Jezus aan zijn gesprekspartners. Zij kunnen alleen maar antwoorden: ‘De eerste’. Het is het enige mogelijke antwoord.

Dan keert Jezus de zaken totaal onverwacht om. Hij richt zich tot de hogepriesters en de oudsten van het volk – juist op grond van hun antwoord – en zegt tot hen: ‘Tollenaars en de hoeren zullen het koninkrijk van God eerder binnengaan dan u’. Dat zijn harde woorden voor de toehoorders, maar ze weerspiegelen perfect wat er voor hun ogen gebeurt: de prostituees en zondaars stromen inderdaad naar Jezus toe om Hem te horen, zijn luisteren met enthousiasme naar Hem, zij nemen zijn woorden serieus, zijn laten zich raken door zijn liefde en aanvaarden zijn vergeving, en velen volgden Hem.

Het zijn mensen die zich niet schamen om Hem om hulp te vragen, zij doen zich niet anders voor dan ze zijn, zij gaan niet in verdediging door zich te beroepen op hun verdiensten, zijn praten zichzelf niet goed. Zij tonen berouw en bekeren zich. Het evangelie is echt goed nieuws voor hen, het verandert hun leven.

Zo is het voor iedereen – en ook voor ons – die zijn hart laat raken door het woord van de Vader die vraagt om in de wijngaard te werken. Wij komen tot geloof als we het evangelie welkom heten. Wie er met geloof – in overgave – naar luistert, zegt niet langer neen zoals de eerste zoon en bekeert zich. Hij verlaat zijn eigen weg en slaat de weg van de wijngaard in. Dat vragen wij de Heer elke dag in het Onze Vader: “Uw wil geschiede’. Juist, ‘geschiede’, en niet alleen maar met de mond verkondigd.

Laten we bidden

Heer Jezus, goede Broer,
mogen wij ons met de Geest verbinden
die ons tot nederige mensen zal maken
die inzien dat ook wij
uw Woord nodig hebben
dat de genade in zich draagt
ons aan U te schenken.
Moge zo ons ja een werkelijk ja worden,
een ja geworteld in uw ja tot de Vader.
Om deze genade bidden wij U,
vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.

Een mooie verrijzenisdag voor ieder van u.
Van harte, kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.