zaterdag in week 32 door het jaar
Uit het boek Wijsheid 18, 14-16 + 19, 6-9
Door zijn machtig woord leidde God de geschiedenis van het uitverkoren volk. Wanneer wij ons leven met gelovige ogen durven overzien, vinden wij daarin héél sterke dingen die getuigen van Gods bezig-zijn met ons.
Toen de nacht de helft van zijn weg had afgelegd en alles in diepe rust verzonken was, sprong uw almachtige woord vanaf de troon in de hemel midden in het vervloekte land, als een meedogenloze krijgsheld, met het scherpe zwaard van uw ondubbelzinnige opdracht. Het stelde zich op, de voeten op aarde en de kruin tegen de hemel, en zaaide alom dood en verderf. Gehoorzaam aan uw bevelen werd heel de schepping opnieuw gevormd, in haar oorspronkelijke vorm, opdat uw kinderen ongedeerd zouden blijven. Ze zagen de wolk die het kamp overschaduwde, ze zagen droog land tevoorschijn komen waar eerder nog water was, een gebaande weg door de Rode Zee, een groene vlakte in plaats van ruw, onstuimig water. Daar trok, beschermd door uw hand, het hele volk doorheen, nadat ze wonderbaarlijke tekenen hadden gezien. Ze waren uitgelaten als paarden in de wei en sprongen als lammeren, en ze loofden U, Heer, die hen had gered.
Psalm 105, 2 + 3 + 36 + 37 + 42 + 43
Refr.: Beroem u op Gods heilige Naam.
Zing en speel voor de Heer,
spreek vol lof over zijn wonderen,
beroem u op zijn heilige Naam.
Wees blij van hart, u die de Heer zoekt.
Hij trof de eerstgeborenen in hun land,
hun sterke oudste zonen.
Hij liet zijn volk vertrekken met zilver en goud,
niemand in hun stammen ging strompelend weg.
Hij dacht aan zijn heilig woord,
gegeven aan Abraham, zijn dienaar,
Hij liet zijn volk in vreugde vertrekken,
zijn uitverkoren volk jubelend gaan.
Vers voor het evangelie (Kol 3, 16a)
Alleluia.
Laat Christus’ woorden
in al hun rijkdom in u wonen.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 18, 1-8
De kracht van ons leven ligt in het dagelijks, stil, volgehouden gebed.
Jezus vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven:
‘Er was eens een rechter in een stad die voor God geen ontzag had en zich van de mensen niets aantrok. Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.” Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik voor God geen ontzag en trek ik me van de mensen niets aan, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’
Toen zei de Heer: ‘Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen? Hij hoort hen immers geduldig aan. Ik zeg jullie dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?’
Van Woord naar leven
BIDDEN, NIET OPGEVEN!
(bij Lc 18, 1-8)
Beste mensen, het evangelie van vandaag volgt op woorden die Jezus vertelt over de moeilijke gebeurtenissen die vooraf zullen gaan aan de komst van het koninkrijk. In die tijd lopen de spanningen hoog op, zelfs tussen mensen die in één gezin wonen.
Jezus dringt erop aan om altijd te bidden. Zoals Hij dat gewend is, vertelt Hij er een verhaaltje bij. Deze keer over een weduwe. In die tijd wordt er niet zorgvuldig met de rechten van weduwen omgegaan. Ook niet alle rechters, waarvan je bij moeilijkheden zou verwachten dat ze hun beroep naar waarheid goed uitoefenen, handelen zeker niet altijd gewetensvol. Zo ook in het voorbeeld wat Jezus geeft. Al aan het begin van het verhaal lezen we: Er was eens een rechter in een stad die voor God geen ontzag had en zich van de mensen niets aantrok.
Even verder in het verhaal komt een weduwe bij de rechter. Het is niet de eerste keer, ze ging steeds weer naar hem toe, lezen we. De vrouw weet dat ze in haar recht staat. Ze zal zich hopeloos gevoeld hebben, en ook kwaad zijn op de rechter dat hij gewoon niet wil luisteren naar haar serieuze klacht. Maar lange tijd wilde hij dat niet doen, lezen we. Hij is het intussen goed beu dat de vrouw al voor de zoveelste keer bij hem komt, en eerlijk gezegd wil hij haar kwijt. Het blijkt een vrouw te zijn die niet zonder handschoenen aan te pakken is, ze is heel erg boos. Hij is zelfs bang dat ze hem nog aanvliegt. Op zo’n scene zit hij echt niet te wachten. Hij gaat het anders aanpakken om haar kwijt te zijn. Hij komt nu op voor haar rechten.
Een goede afloop voor de vrouw, al heeft ze er vele keren om moeten smeken. Jezus neemt niet de rechter als voorbeeld die haar uiteindelijk wel te woord staat, nee, niet de rechter, maar de vrouw die volgehouden heeft met het opkomen voor haar recht.
Jezus zegt dat iedereen, in welke nood men ook verkeert, altijd biddend tot God mag gaan. Niet en nooit opgeven, want als al zo’n rechter die echt niet uit vroomheid gehandeld heeft, uiteindelijk toch recht verschaft, zelfs met oneerlijke motieven (angst voor de vrouw en moe van het gezeur), hoeveel te meer zal God dan luisteren als we met onze nood naar Hem gaan. Zal God dan niet zeker aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen recht verschaffen?
Altijd blijven bidden. God luistert met geduld. Het gaat om het geduld en het geloof van de beproefde mens. In de laatste zin lezen we dat Jezus zijn twijfel uitspreekt of dat geloof wel voldoende aanwezig is. Jezus zelf heeft altijd in diepe verbinding gestaan met zijn Vader, ook toen zijn nood zo hoog werd dat Hij het bijna niet meer dragen kon en in doodsnood vroeg of deze kelk niet aan Hem voorbij mocht gaan, maar Hij voegde eraan toe: Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede.
Zijn wij even sterk in het geloof als deze vrouw, die niet ophield met vragen totdat gebeurde waarop ze recht had? Het ging die vrouw vast niet om iets onnozels. Ook als wij God iets dringend vragen, zal dat niet om iets onnozels gaan. God is geen sinterklaas. Als je in nood bent, is er echter altijd een Vader, die vol liefde naar je omkijkt, en een weg zal vinden om je uit de ellende te laten verrijzen, zoals Jezus door de ellende heen kwam. Trouwens ook als je verlangt om dichter bij Hem te komen, en je maakt dat verlangen kenbaar, dan zal Hij je altijd verhoren. Niet ‘versagen’, een ongebruikelijk woord, maar er zit een power in!
Laten we bidden
Goede Vader,
wij danken U,
U bent Gever van alle goeds,
we weten dat wel,
maar beseffen het niet altijd voldoende.
Als er dingen moeilijk zijn in onze levens,
dan lijkt het er soms op dat
U ons bidden niet hoort,
we kunnen dan wel eens gaan twijfelen
of bidden wel werkt.
De boodschap van vandaag is duidelijk.
Bidden vanuit je hart wordt
altijd door U gehoord.
Help ons om te geloven dat U
altijd aanwezig bent bij ons.
Soms moeten we geduld hebben,
en in stilte wachten op U
die ons nooit teleurstelt.
Wij geloven dat we kracht mogen ontvangen
om altijd te blijven vertrouwen door Jezus,
Uw Zoon en onze broeder.
Amen
Beste mensen, ik herinner me de woorden: ‘Wees sterk, onbezweken van hart’ (in een eerdere vertaling van psalm 27). Niet bezwijken, maar wachten met geduld, het komt!
Ricky Rieter
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.