zaterdag in week 18 door het jaar

Uit het boek Deuteronomium 6, 4-13

Heel het optreden van God met zijn volk was gericht op mensen. De bezielende oproep van Deuteronomium ‘bemin uw God’ is er een uitdrukking van. Liefde is immers niet gericht op voorwerpen, maar op personen. Liefde is ook niet louter gevoel, maar concrete trouw aan Gods wil, zoals die uitgedrukt ligt in de Wet.

Luister, Israël: de Heer, onze God, de Heer is de enige!  Heb daarom de Heer, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.
Straks brengt de Heer, uw God, u naar het land dat Hij u zal geven, zoals Hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft beloofd. U krijgt daar grote, mooie steden, die u niet zelf hebt gebouwd, huizen vol voorraden, die u niet hebt aangelegd, regenputten, die u niet hebt uitgehouwen, en wijnstokken en olijfbomen, die u niet hebt geplant. Als u daar in overvloed leeft, zorg er dan voor dat u de Heer niet vergeet, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Heb alleen ontzag voor de Heer, uw God, dien Hem en zweer alleen bij zijn Naam.

Psalm 18, 2-4 + 47 + 51ab

Refr.: Heer, U heb ik lief.

Ik heb u lief, Heer, mijn sterkte,
Heer, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder.
God, mijn steenrots, bij U kan ik schuilen,
mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht.

Ik roep: ‘Geloofd zij de Heer,’
want ik ben van mijn vijanden verlost.
De Heer leeft, geprezen zij mijn rots,
hoogverheven is God, mijn redder.

Hij schenkt zijn koning grote overwinningen,
betoont zich trouw aan zijn gezalfde.

Uit het evangelie volgens Matteüs 17, 14-20

Gebrek aan geloof maakt het de leerlingen onmogelijk om de zin te ontdekken van de wonderen in Christus’ zending. Zijn werken zijn niet enkel gebaseerd op wonderen, maar vooral op de aanwezigheid van zijn Geest. Deze bewerkt het geloof en doet alles zien met de ogen van God.

Toen Jezus en de leerlingen zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’
Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng hem bij me.’
Daarop sprak Jezus de demon op strenge toon toe. Deze ging uit de jongen weg, en vanaf dat moment was hij genezen.
Later kwamen de leerlingen naar Jezus toe.
Eenmaal met Hem alleen vroegen ze: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’
Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’

Van Woord naar leven

Luister, Israël: de Heer, onze God, de Heer is de enige! Heb daarom de Heer, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Zo horen we vandaag.

‘Luister’. Zo staat er. Er staat niet: ‘spreek’ of ‘denk’ of ‘discuteer’ of ‘overleg’, of wat dan ook. Er staat: ‘luister’.
Luisteren doe je naar iets dat van buitenaf komt. Of van binnenuit, maar dan nog is het een beluisteren van Iets dat in je is gelegd.

Bijbels luisteren vraagt een zeker stilvallen van jezelf, het vraagt leeg worden, innerlijk arm, beschikbaar; juist om te kunnen luisteren, om te kunnen horen, om te kunnen ontvangen.

Wie voortdurend spreekt en vol is van zichzelf kan moeilijk luisteren, laat staat beschikbaar. Zwijgen is de boodschap!

Het gaat om een zwijgen in en uit liefde. Niet uit dwang, niet omdat het moet, maar een zwijgen vervuld van liefde. Het gaat over een zwijgen in de Geest. Het gaat om liefde voor Degene die spreekt, voor Hem die komt en is, voor Hem die vervult. In dit geval God zelf. Hij richt zich met zijn Woord tot ons, en schenkt ons dat Woord. En daar Hij aanwezig is in het Woord, schenkt Hij zichzelf.

In het begin van het evangelie volgens Johannes lezen we dat het Woord vlees, of mens, is geworden, dat het onder ons is gekomen en onder ons heeft gewoond. Dat Woord is Jezus, het vleesgeworden Woord van de Vader, tot ons gekomen in de kleine kribbe te Bethlehem.
Als we over luisteren spreken, betekent dit Gods Zoon, Jezus, van harte welkom heten: in je hart, in de Kerk, in de wereld.
Christus, het levende Woord, is immers de vervulling van Gods Wet, Hij is er de belichaming van, de vervolmaking, de voltooier. Hij is ons gegeven om Licht te zijn voor ieder mensenhart, voor de hele wereld.

Laten we de innerlijke armoede beminnen, als een weg dat ons tot écht luisteren zal brengen. Moge Gods Geest ons binnenleiden in dit gebeuren. Om Gods liefde te worden.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God,
kom met uw heilige Geest over ieder van ons. En leer ons zwijgen, de innerlijke armoede beminnend, om geheel beschikbaar te worden voor U; Gij die naar ons toekomt in uw Zoon en onze broer: Jezus.
Oh God, wat een liefde van uw kant uit.  Eén en al liefde!
Mogen wij verliefd worden op uw liefde, naar haar verlangen, dorsten, smachten. Moge uw Geest ons reikhalzend hart geheel openen voor U. Ja, om U te kunnen ontvangen als de hemel die zich openbaart diep in onze ziel.
Oh God, trek ons in U, verinnig ons met uw Zoon, verteer ons in uw Geest.
In Christus’ naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.