zaterdag in week 15 door het jaar

Uit de profeet Micha 2, 1-5

Sociale onrechtvaardigheid vierde hoogtij ten tijde van de profeet Micha. Ten koste van armen en kleinen hadden enkelen zich alles aangematigd. Micha striemt hen met verwijten. Want ze treffen daardoor niet enkel de armen, maar ook God zelf.

Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht. Willen ze een veld? Ze roven het! Willen ze een huis? Ze nemen het! Ze maken zich meester van huizen en hun bezitters, van mensen en hun eigendom. 
Daarom – dit zegt de Heer: Over dit volk zal Ik onheil brengen, een onheil dat jullie niet kunnen afschudden en waaronder jullie gebukt zullen gaan. Er wacht jullie een tijd van verschrikking! Dan zal dit over jullie worden gezegd, dan zal deze weeklacht klinken: ‘Het is voorbij!’ zal men zeggen. ‘We zijn reddeloos verloren. Ons erfdeel wordt verkwanseld, het wordt ons ontnomen, ons land onder afvalligen verdeeld.’ Daarom krijgen jullie niets: niemand zal voor jullie het lot werpen wanneer het land wordt verdeeld onder het volk van de Heer.


Psalm 10, 1 + 2 + 3 + 4 + 7 + 8 + 14

Refr.: Wil toch de armen niet vergeten, Heer.

Waarom, Heer, bent U zo ver
en verbergt U zich in tijden van nood?
In hun hoogmoed vervolgen zondaars de zwakken –
maak hen gevangenen van hun eigen plannen!

De mens zonder God prijst wat hij najaagt,
en als hij rijk is, vervloekt en veracht hij de Heer.
Hij denkt in zijn waan: Niemand vraagt mij rekenschap.
Er is geen God, maakt hij zich wijs.

Zijn mond vloekt en liegt, dreigt met geweld,
zijn tong brengt misdaad en onrecht voort.
Op stille plaatsen ligt hij in hinderlaag,
op verborgen plekken doodt hij onschuldigen,
zijn ogen spieden naar weerloze mensen.

Toch ziet U de pijn en het verdriet,
U merkt het op en weegt het in uw hand.
Op U vertrouwen weerloze mensen,
de wezen, U komt hun te hulp.


Vers voor het evangelie (Ps 130, 5)

Alleluia.
Ik zie uit naar de Heer,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 12, 14-21

De Farizeeën waren nijdig om Jezus’ houding tegenover de wetten. Zij wilden Hem uit de weg ruimen. Maar Hij trok zich terug en zette zijn taak in eenvoud en stille dienstbaarheid voort zonder veel uiterlijk vertoon.

De farizeeën vertrokken en overlegden hoe ze Hem uit de weg konden ruimen. Jezus wist dat en week uit naar elders. Grote massa’s mensen volgden Hem, en Hij genas hen allen. Hij verbood hun uitdrukkelijk bekend te maken wie Hij was. 
Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Hier is mijn dienaar, Hem heb Ik uitgekozen, Hem heb Ik lief, in Hem vind Ik vreugde. Ik zal Hem vervullen met mijn Geest, Hij zal alle volken het oordeel aanzeggen. Hij zal niet twisten of schreeuwen, op straat wordt zijn stem niet gehoord. Het geknakte riet breekt Hij niet af noch dooft Hij de kwijnende vlam, totdat Hij in het oordeel zegeviert. Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.’

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we bij de profeet Micha: Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht.

Boze plannen ten uitvoer brengen ligt dus in de macht van zij die kwaad in hun zin hebben.
Laten we vandaag eens nadenken over het feit dat de mens schijnbaar van God de vrijheid heeft gekregen het kwade ten uitvoer te brengen. Terwijl God de Almachtige is, en dus toch het kwaad uit de wereld zou kunnen bannen… zo zou je kunnen denken.

Veel mensen stellen zich inderdaad de vraag waarom God zoveel lijden (als gevolg van het kwaad) toelaat. Voor heel wat mensen is dat zelfs een reden om God de rug toe te keren.

Het mag duidelijk zijn dat God het kwade niet wil. Hij wil niet dat er mensen toegeven aan het kwaad, zoals Hij ook niet wil dat mensen lijden onder het kwaad.

Fundamenteel bij de schepping, en bij het scheppen van de mens, is het een feit dat de mens de vrijheid heeft gekregen om God lief te hebben, of niet. Hij is vrij om het goede te volgen, of het kwade.
Daarin draagt de mens, van in den beginnen, tot op heden, dus ook u en ik, een immense verantwoordelijkheid; ieder individueel, alsook (geloofs)gemeenschappen en volkeren.
In de gegeven vrijheid kunnen we kiezen om te bouwen aan Gods Rijk, of juist niet. De mensheid is bij machte van de wereld een hel te maken terwijl hij evenzeer bij machte is van de wereld een plek te maken waar het goed is om leven voor iedereen.

De liefde van God bestaat er juist in dat de mens vrij is. Moest de mens niet vrij zijn, en waren we dus een soort robotten bestuurd door God, was er ook geen liefde mogelijk. Liefde kan maar liefde zijn wanneer ze in vrijheid en uit keuze kan gebeuren.

Dus als er zoveel lijden is in de wereld ten gevolge van het kwaad is dat niet de schuld van God. Wel van de mens die z’n blik en hart heeft afgewend van z’n schepper en het kwaad meer is gaan beminnen dan het goede.

Uiteraard mogen en moeten wij ook bidden dat God de wereld mag aanraken, mag bezielen met zijn Geest, opdat de wereld zich inderdaad zou wenden tot Hem. Het volgehouden smeekgebed, alsook het vasten voor wie kan, is in dit opzicht levensnoodzakelijk voor Kerk en wereld.

Laten we onze gekregen vrijheid niet misbruiken om een wereldje te scheppen waar het kwaad gediend wordt. Maar laten we elke dag opnieuw kiezen voor het leven, kiezen voor de liefde, kiezen voor God.

Als het kan van binnen naar buiten, vanuit Gods inwoning in ons. Moge Jezus op deze wijze door ons heen tot leven komen, en leven scheppen rondom ons.

Een mooi weekend voor ieder van u.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,
dankbaar om de vrijheid die Gij ons geschonken hebt bidden wij om genade dat de mens zou kiezen voor U, voor uw liefde, voor uw vrede. Moge de mensheid afstand nemen van het kwaad, maar zich ten volle laten leiden door U, Gij die het beste met deze wereld voorhebt. Oh God wat zijn we soms knoeiers. Raak ons aan, trek ons tot U, help de wereld die zo’n dorst heeft naar U.
Om deze genade bidden wij U, in Christus’ naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.