zaterdag in de 2e week van de veertigdagentijd
Vandaag klinken woorden van hoop en barmhartigheid: de profeet Micha spreekt van een God die vergeeft en opnieuw liefdevol naar zijn volk omziet, terwijl Jezus ons in het evangelie vertelt over een vader die grenzeloos verlangt naar de terugkeer van zijn verloren zoon. Beide teksten tonen hoe Gods liefde ons telkens opnieuw tegemoetkomt en hoe vreugdevol Hij is wanneer iemand die afgedwaald is de weg naar huis hervindt. Deze barmhartigheid nodigt ons ook uit om naar onze eigen houding te kijken. Hoe gaan wij om met mensen die zogenaamd verkeerde wegen gaan? Laten we altijd met open armen klaarstaan voor elkaar. Altijd!
Uit het boek Micha 7, 14-15 + 18-20
Deze lezing uit Micha maakt ons duidelijk dat het voor ieder van ons een diep geluk betekent te mogen vertrouwen op Gods trouw en barmhartigheid.
Weid uw volk met uw staf, Heer, uw geliefde kudde, die eenzaam leeft in het woud, omringd door vruchtbaar land. Mogen ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van weleer.
Als in de dagen van zijn bevrijding uit Egypte laat Ik dit volk wonderbaarlijke daden zien. Wie is een God als U, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat?
U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn; liever toont U hun uw trouw. Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee. U bewijst Jakob uw trouw en Abraham uw goedheid, zoals U gezworen hebt aan onze voorouders, in de dagen van weleer.
Tussenzang: Ps 103, 1-4 + 9-12
Refr.: De Heer is barmhartig en welgezind.
Prijs de Heer, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige Naam.
Prijs de Heer, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.
Hij vergeeft u alle schuld,
Hij geneest al uw kwalen,
Hij redt uw leven van het graf,
Hij kroont u met trouw en liefde.
Niet eindeloos blijft Hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn.
Hij straft ons niet naar onze zonden,
Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.
Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
Vers voor het evangelie (Lc 15, 18)
Ik zal naar mijn vader gaan
en tegen hem zeggen:
‘Vader, ik heb gezondigd
tegen de hemel en tegen u.’
Uit het evangelie volgens Lucas 15, 1-3 + 11-32
Jezus sprak tot de farizeeën en schriftgeleerden, die Hem bekritiseerden omdat Hij tollenaars en zondaars ontving en met hen at. Hij vertelde hun daarop het verhaal van de verloren zoon om duidelijk te maken hoe groots Gods barmhartigheid is: een Vader die met open armen en zonder voorbehoud ieder verwelkomt die zich opnieuw tot Hem wendt.
Alle tollenaars en zondaars kwamen Hem opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’
Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis:
‘Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.”
De vader verdeelde zijn vermogen onder hen.
Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij trok eropuit en verhuurde zich aan een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.
“Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.”
Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.
De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.”
Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen.
Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.”
Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn? Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”’
Van Woord naar leven
FEEST OMWILLE VAN EEN TERUGGEVONDEN LIEFDE
(Bij Lc 15, 1-3 + 11-32)
De parabel van de verloren zoon wordt verteld door Jezus op het moment dat farizeeën en schriftgeleerden morrend onder elkaar zeiden: “Die man ontvangt zondaars en eet met hen.” Zij konden het niet verkroppen dat Jezus, in naam van God, barmhartigheid toonde aan zondaars, terwijl zijzelf – die strikt gehoorzaamden aan de wet – nooit enige waardering kregen. Ze moesten eens weten dat Jezus deze parabel net voor hen vertelde!
Het verhaal gaat over een vader met twee zonen. De jongste zoon eist zijn deel van het bezit op en vertrekt naar een ver land, waar hij zijn vermogen verspilt aan een losbandig leven. Wanneer hij na een tijd totaal aan de grond zit, volledig berooid en de wanhoop nabij, beseft hij hoe diep hij gezonken is. Met diepe heimwee en het nodige berouw besluit hij terug te keren naar zijn vader, wetend dat hij eigenlijk niets meer verdient.
En dan gebeurt het. Zijn vader staat al op de uitkijk. Zodra hij zijn zoon ziet, rent hij op hem af, omarmt hem en kust hem. Er is geen verwijt, geen oordeel, alleen pure liefde en blijdschap omdat zijn verloren zoon weer thuisgekomen is. Onmiddellijk wordt een groot feest georganiseerd, want ‘deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.’
Deze omhelzing en het mogen thuiskomen zegt alles over wie God voor ons wil zijn. Net zoals de vader staat God altijd klaar, geduldig en hoopvol uitkijkend naar ons. Het enige wat Hij verlangt, is een zekere heimwee naar zijn liefde, een berouw van binnenuit, een bereidheid om een stap naar Hem te zetten. Net zoals de verloren zoon mogen ook wij, ondanks onze misstappen, rekenen op een warm welkom, op een God die ons liefdevol omarmt zonder vragen te stellen.
Het verhaal gaat verder en de oudste zoon komt in beeld. Hij vertegenwoordigt degenen die denken alles al goed te doen, die altijd trouw en gehoorzaam geweest zijn. Voor hen, de trouwen bij uitstek, is er geen feest. Ze hebben moeite met de overvloedige barmhartigheid die aan hun afgedwaalde broeder of zuster wordt getoond. Hij is verontwaardigd en begrijpt niet waarom er feest wordt gevierd voor iemand die zoveel verkeerd heeft gedaan. Wat het verhaal ons hier duidelijk wil maken, is dat het in ons leven niet gaat om verdienste, maar om genade. Natuurlijk waardeert en erkent God trouw en gehoorzaamheid. Maar tevens is zijn vreugde grenzeloos groot wanneer een verloren ziel de weg naar huis terugvindt. De oudste zoon wordt uitgenodigd om te delen in die vreugde, om zich te laten raken door dezelfde barmhartigheid, maar die stap kan hij niet zetten.
Lieve mensen, dit is een verhaal dat spreekt over het hart van God. Barmhartigheid behoort tot zijn wezen en wij zijn geroepen om deze barmhartigheid zichtbaar te maken naar elkaar toe. Als Hij zo grootmoedig omgaat met wie fouten hebben gemaakt, hoe zouden wij dan anders kunnen handelen? Is het niet juist de taak van de Kerk om mensen (terug) naar God te leiden door zelf levende verkondigers te zijn van Gods oneindige barmhartigheid en liefde? Door zelf barmhartigheid te tonen, laten we zien hoe barmhartig God is.
Laat ons als Kerk, net zoals de vader in de parabel, áltijd klaarstaan om liefdevol te omhelzen wie terugkeert. En laat ons dan vreugde dragen en feestvieren, want ieder mens die de weg naar God terugvindt, geeft reden tot feest. Wat verloren was, is immers weer teruggevonden.
Laten we bidden
Goede God,
help ons om barmhartig te zijn
zoals U barmhartig bent,
zodat wij elkaar kunnen omarmen
zonder oordeel.
Leer ons de vreugde te ervaren
wanneer iemand terugkeert naar U.
Maak ons tot levende getuigen
van uw liefde.
Vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.
Geliefde mensen, ooit las ik op Facebook deze quote: “Wees altijd vriendelijk tegen mensen, áltijd. Je weet immers nooit wat iemand doormaakt.” Mogen wij deze houding in ons hart dragen en ieder mens warm onthalen in de liefdevolle armen van God.
Een vredevol weekend,
kris
Om mee op weg te gaan
Ga eens bij jezelf na hoe groot jouw barmhartigheid is tegenover mensen die in jouw ogen bedenkelijke of duidelijk verkeerde wegen gaan. Hoe staat het met jouw liefde voor hen? Ben je bereid je oordeel los te laten, en zoals de vader in de parabel geduldig, verlangend en hoopvol naar hen uit te kijken? Kun jij hen liefdevol en zonder verwijten ontvangen wanneer zij terugkeren? Doen wij dit als Kerk?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.