woensdag in week 23 door het jaar
Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 7, 25-31
Paulus geeft hier zijn persoonlijk advies aan zowel gehuwden als ongehuwden, waarbij hij aanbeveelt om, gezien de huidige beproevingen, in hun huidige staat te blijven. Hoewel hij benadrukt dat trouwen geen zonde is, spoort hij gelovigen aan om zich niet te laten afleiden door de bezigheden en zorgen van het dagelijkse leven, maar om in de tijd die hen gegeven is, God centraal te stellen in alles wat ze doen.
Broeders en zusters,
wat de ongehuwden betreft heb ik geen voorschrift van de Heer, dus ik geef mijn eigen mening, als iemand die door de barmhartigheid van de Heer betrouwbaar is. Ik meen dat het vanwege de huidige beproevingen voor een mens goed is te blijven wat hij is. Hebt u een vrouw beloofd met haar te trouwen, verbreek die belofte dan niet; bent u niet gebonden aan een vrouw, zoek er dan ook geen. Het is weliswaar niet zo dat u door te trouwen zondigt, en ook wanneer een meisje trouwt zondigt ze niet. Maar wie trouwen krijgen het extra moeilijk, en ik zou u dat graag besparen.
Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is.
Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.
Tussenzang: Ps 45, 11-12 + 14-16
Refr.: Luister dochter, zie en hoor.
Luister, dochter, zie en hoor,
vergeet uw volk en het huis van uw vader.
Begeert de koning uw schoonheid,
buig voor hem, hij is uw heer.
Stralend wacht de koningsdochter binnen,
van goudbrokaat is haar mantel.
Een kleurige stoet brengt haar naar de koning,
in haar gevolg de meisjes, haar vriendinnen.
Zij worden naar hem toe gebracht;
begeleid door gejuich en vreugdezang
gaan zij het paleis van de koning binnen.
Vers voor het evangelie (cfr Ef 1, 17-18)
Alleluia.
De God van onze Heer Jezus Christus
moge ons innerlijk oog verlichten
om te zien hoe groot de hoop is
waartoe Hij ons roept.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 6, 20-26
Jezus roept op om onze band met God centraal te stellen, vooral in tijden van tegenspoed en vervolging. Hij verheerlijkt degenen die nederig en behoeftig zijn, omdat zij de belofte van Gods koninkrijk in vervulling zullen zien. Tegelijkertijd waarschuwt Hij tegen de verleidingen van materieel welzijn en menselijke eerbewijzen, die ons kunnen afleiden van de ware rijkdom die enkel in God te vinden is.
Jezus richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei:
‘Gelukkig jullie die arm zijn, want voor jullie is het koninkrijk van God.
Gelukkig jullie die nu honger hebben, want je zult verzadigd worden.
Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.
Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.
Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad.
Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult honger lijden.
Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen.
Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.
Van Woord naar leven
GOD ALS HET HART VAN ONS BESTAAN
(Bij 1 Kor 7, 25-31)
Paulus schrijft: ‘Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof deze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.’
Ging Paulus ervan uit dat Christus weldra zou terugkomen? Of dacht hij dat het ‘einde der tijden’ in zicht was? Door de geschiedenis heen hebben vele exegeten en theologen zich over deze vraag gebogen. Los daarvan, de hierboven aangehaalde woorden hebben een diepe en rijke betekenis; beslist voor de mensen van toen, maar ook voor ons vandaag.
Het is van belang dat we ons niet laten opslorpen door mensen, dingen, of gemoedsstemmingen. Hoezeer deze zaken ook wezenlijk bij ons leven horen, we moeten er verstandig mee omgaan. Mensen en zaken mogen geen hinder vormen voor het centraal stellen van God in ons leven. Ze mogen niet tussen ons en God komen te staan, alsof we moeten kiezen. Het gaat er niet om dat we mensen of dingen verachten, maar dat we God de plaats geven die Hij toebehoort, namelijk het centrum van ons leven. Ons huwelijk, onze broers of zussen binnen een gemeenschap, onze kennissen, de zaken waarmee we bezig zijn, ons werk, onze studie, onze mogelijke fysieke beperkingen, en zelfs onze gemoedsstemmingen, kunnen we beleven als ten dienste van God.
Niets mag onze eigendom zijn; geen mens, geen zaak, geen stemming. Wie zich niets toe-eigent, blijft in de diepte een vrij mens; vrij voor God, vrij voor de liefde. Hij maakt zich niet los van mensen of zaken, maar integreert ze op een manier in zijn leven dat ze geen hinderpaal vormen voor zijn relatie met God; integendeel. Juist met zijn medemensen, in zijn dagtaak, vanuit zijn gemoedsstemmingen, zal hij leven ‘in God’, bouwend aan Zijn Rijk. We hoeven dus geen mens of ding te verachten. Het enige dat we, denk ik, moeten doen, is God de plaats geven die Hij toebehoort; namelijk in het hart van ons bestaan. Zo zal niets ons scheiden van de liefde van Christus (Rom 8, 38-39).
Laten we bidden
Heer God,
in de stilte van uw aanwezigheid willen wij ons hart richten op U, de kern van ons bestaan. Leer ons om onze relaties, onze vreugde, ons verdriet en onze bezittingen te plaatsen binnen uw licht, zonder dat ze tussen ons en U komen te staan. Help ons om ons niet te laten afleiden door de wereld om ons heen, maar om U steeds centraal te stellen in ons leven. Mogen we zo vrij blijven voor uw liefde en uw genade.
In Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, moge God het middelpunt zijn van onze gedachten en daden, zodat we met een vrij hart en een liefdevolle geest kunnen leven.
Een mooie woensdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Wat betekent het voor mij om ten diepste vrij te zijn voor God en voor de liefde in mijn dagelijks leven?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat aardse zorgen mijn aandacht voor God – als het centrum van mijn bestaan – niet verstoren?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.