woensdag in week 19 door het jaar
Uit het boek Deuteronomium 34, 1-12
Het boek Deuteronomium eindigt met de dood van Mozes voor de grenzen van het beloofde land. Zijn betekenis is in Israël altijd blijven leven. Hij werd beschouwd als de grootste van de profeten van het Oude Testament, want hij was de Heer trouw geweest in moeilijke dagen.
Dit is de toespraak die Mozes tot heel Israël heeft gehouden in de dorre vlakte aan de overkant van de Jordaan, ter hoogte van Suf, tussen Paran aan de ene kant en Tofel, Laban, Chaserot en Di-Zahab aan de andere. (Het is elf dagreizen van de Horeb naar Kades-Barnea, als men de route door het Seïrgebergte volgt.) Veertig jaar na het vertrek uit Egypte, op de eerste dag van de elfde maand, sprak Mozes het volk van Israël toe zoals de Heer hem had opgedragen. Dat gebeurde nadat hij Sichon, de koning van de Amorieten, die in Chesbon zetelde, had verslagen, alsook koning Og van Basan, die zetelde in Astarot en Edreï. Aan de overkant van de Jordaan, in Moab, begon Mozes het volk te onderrichten, duidelijk en uitvoerig:
De Heer, onze God, heeft bij de Horeb tegen ons gezegd: ‘Jullie zijn nu lang genoeg bij deze berg gebleven. Breek het kamp op en trek naar het bergland van de Amorieten en naar het gebied van de naburige volken: de Jordaanvallei, het bergland, het heuvelland, de Negev en de kuststrook – de gebieden van de Kanaänieten – en de Libanon tot aan de grote rivier de Eufraat. Heel dat gebied schenk Ik jullie. Trek het binnen en neem het in bezit, want dat is het land dat de Heer jullie voorouders Abraham, Isaak en Jakob en hun nageslacht onder ede heeft beloofd.’ Daarna heb ik tegen u gezegd: ‘Ik alleen kan de verantwoordelijkheid voor u niet dragen. De Heer, uw God, heeft u zo in aantal doen toenemen dat u nu zo talrijk bent als de sterren aan de hemel, en moge Hij, de God van uw voorouders, u nog duizendmaal zo talrijk maken en u zegenen zoals Hij heeft beloofd.
Psalm 66, 1-3a + 5 + 8 + 16 + 17
Refr.: Heer, hoe ontzagwekkend zijn uw daden.
Heel de aarde, juich voor God,
bezing de eer van zijn Naam,
breng hem eer en lof.
Zeg tot God: Hoe ontzagwekkend zijn uw daden.
Kom en zie de werken van God,
zijn daden vervullen de mens met ontzag.
Prijs, o volken, onze God,
laat luid uw lof weerklinken.
Kom en hoor wat ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat Hij voor mij heeft gedaan.
Toen mijn mond Hem aanriep,
lag een lofzang op mijn tong.
Uit het evangelie volgens Matteüs 18, 15-20
Matteüs geeft hier enkele praktische voorschriften voor allen die verantwoordelijkheid dragen in de Kerk. Vooral hun verantwoordelijkheid tegenover zondaars moeten ze zich goed bewust zijn. Eerst moeten zijn persoonlijk trachten deze mensen weer tot inkeer te brengen en daarna pas de hulp van de gemeenschap inroepen.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een tollenaar behandelt.
Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.’
Van Woord naar leven
We hebben dikwijls de neiging wanneer we mensen iets verkeerds zien doen, dit al snel te gaan bespreken met anderen. Het zij uit onhandigheid (niet weten hoe eraan te beginnen) of hetzij (en dat is erg) uit behoefte om eens goed te roddelen. Jezus roept vandaag op naar de persoon in kwestie toe te stappen. Niet om hem eens goed rond de oren te slaan, maar om hem vanuit een diepe liefde aan te spreken op zijn daden of woorden die fout waren. Niet vanuit oordeel, maar vanuit vaststelling en diepe welgemeende bezorgdheid.
Dikwijls zijn we blind geworden voor de waarheid, of zijn we het kwade goed gaan noemen, en doen daardoor dingen die echt niet kunnen. We hebben het amper door. Iemand die dan de moed heeft om naar ons te komen om ons de ogen te openen, ons hart te openen voor wat het leven in werkelijkheid is, wel, zo’n iemand mag je een vriend noemen in de diepste zin van het woord. Ok, het kan even lastig zijn, maar wat die vriend komt doen is wel van wezensbelang.
Jezus roept op om zo met elkaar om te gaan. Dit vraagt moed, wijsheid, inzicht,… het vraagt vooral ook liefde. Niet naar elkaar toegaan vanuit een starre bekeringsdrang. Nee, naar elkaar toegaan met de warmte van God, met zijn barmhartigheid, zijn vergevingsgezindheid, zijn goedheid. Dat is niet gemakkelijk maar wel doenbaar.
Als de persoon naar wie we toegaan niet in staat is zijn hart te openen, mogen we er derden bijhalen, zegt het evangelie ons vandaag. Dat noemt men liefde die doorzet, liefde die niet loslaat. Als je echt gemeend met iemand inzit laat je die niet zomaar los. Als je het alleen niet aankan roep je hulp in. Je kan het, bij wijze van spreken, niet verdragen, dat een verdwaald schaap steeds verder verloren loopt. Je zal heel je zijn voor hem inzetten.
Als dit nog niet helpt… ja… dan zij dat zo.
In dat geval kun je misschien alleen nog bidden, of vasten, in Jezus naam, met twee of meer, zoals Jezus het verdaag zegt.
Vraag en je zal verkrijgen. Ons geloof is dikwijls klein wat dit laatste betreft. Ons gebed soms nog kleiner. Doch kunnen we het belang van het samen bidden voor elkaar niet genoeg onderlijnen. Het is een zeer sterke en liefdevolle vorm van de zondaar tegemoet te treden.
En laten we vooral niet denken dat we zelf zonder zonde zijn!!
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Heer Jezus,
maak ons zachtmoedig – zacht en moedig – om naar de zondaar te kunnen kijken; zoals Gij dat deed. Laat ons delen in uw liefde opdat de zondaar door U kan aangeraakt worden doorheen onze woorden tot hem gesproken. Wees ons genadig Heer. Spreek, handel, bid door ons heen. Opdat wij en allen mogen groeien in Gods liefde.
In uw naam. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.