woensdag in week 16 door het jaar

Uit de profeet Jeremia 1, 1 + 4-10

Hier volgen de woorden van Jeremia, de zoon van Chilkia, afkomstig uit een priestergeslacht uit Anatot in het gebied van Benjamin.
De Heer richtte zich tot mij: ‘Voordat Ik je vormde in de moederschoot, had Ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had Ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’
Ik riep: ‘Nee, Heer, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.’
Maar de Heer antwoordde: ‘Zeg niet: “Ik ben te jong.” Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat Ik je opdraag. Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de Heer.’
En de Heer strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: ‘Hiermee leg Ik mijn woorden in jouw mond. Nu, op deze dag, geef Ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, te vernietigen en af te breken, of om ze op te bouwen en te planten.’

Tussenzang: Ps 71, 1-3 + 5-6 + 15ab + 17

Refr.: Mijn mond verhaalt van uw gerechtigheid.

Bij U, Heer, schuil ik,
maak mij nooit te schande,
red en bevrijd mij, doe mij recht,
hoor mij en kom mij te hulp.

Wees de rots waarop ik kan wonen,
waar ik altijd heen kan gaan.
U hebt mijn redding bevolen,
mijn rots en mijn burcht, dat bent U.

U bent mijn enige hoop, Heer, mijn God,
van jongs af vertrouw ik op U.
Al vanaf mijn geboorte steun ik op U,
al in de moederschoot was U het die mij droeg,
U wil ik altijd loven.

Mijn mond verhaalt van uw gerechtigheid,
van uw reddende daden, dag aan dag.
God, U onderwees mij van jongs af aan,
en steeds nog vertel ik uw wonderen.

Vers voor het evangelie (Mt 11, 25)

Alleluia.
Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat U deze dingen
aan eenvoudige mensen hebt onthuld.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 13, 1-9

Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. Er kwam een grote mensenmassa om Hem heen staan, en daarom ging Hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. Hij sprak in allerlei gelijkenissen tot hen:
‘Een zaaier ging eropuit om te zaaien. Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en er kwamen vogels die het opaten. Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; en toen de zon opkwam verschroeide het, en doordat het geen wortel had droogde het uit. Weer een ander deel viel tussen de distels, en toen die opschoten verstikten ze het. Maar er viel ook zaad in goede grond, en dat droeg vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig. Laat wie oren heeft goed luisteren!’

Van Woord naar leven

BEN IK BESCHIKBAAR ?
(Bij Jer 1, 4-10)

In het boek Jeremia zijn we vandaag getuige van een mooi en intiem moment tussen God en de profeet. God onthult zijn plan voor Jeremia’s leven en roept hem tot profeet. Jeremia voelt zich klein en onwaardig, niet in staat om de zware taak die voor hem ligt te volbrengen. Hij roept uit: ‘Nee, Heer, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.’

Dit gevoel van ontoereikendheid is iets waar we allemaal wel eens mee worstelen. We voelen ons vaak te jong, te oud, te onervaren of simpelweg niet bekwaam genoeg om de taken die God voor ons heeft, uit te voeren. We twijfelen aan onze capaciteiten en zijn geneigd te denken dat Gods roeping aan ons misschien beter gericht zou kunnen zijn aan iemand anders.

Maar Gods antwoord aan Jeremia is ook een antwoord aan ons allen: ‘Zeg niet: Ik ben te jong. Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat Ik je opdraag. Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan en je redden.’

Deze woorden roepen ons op tot nederigheid. We hoeven er namelijk niet van uit te gaan dat alles van ons afhangt, maar we mogen vertrouwen op de genade van God die in ons werkzaam wil zijn. God wacht op het moment dat we onze kleinheid aan Hem toevertrouwen. Juist dan, door onze zwakheid en onvermogen heen, zal Hij zijn kracht tonen.

Het komt erop neer dat wij ons kleine ‘ja’ leggen in het grote ‘ja’ van de Heer. Wanneer wij ons openstellen voor Gods’ werkzaamheid door ons heen, kunnen wij erop vertrouwen dat Hij ons de woorden, moed en kracht zal geven die we nodig hebben.

God vraagt niet van ons om perfect te zijn, maar wel om bereid te zijn. Hij vraagt om onze beschikbaarheid, niet om onze bekwaamheid.

Zo worden wij als christenen geroepen om getuigen te zijn van Gods grote daden. Dit betekent niet dat we allemaal profeten moeten zijn zoals Jeremia, maar wel dat we in ons dagelijks leven Gods liefde en waarheid uitdragen. Dit kan in kleine, alledaagse momenten gebeuren – in hoe we onze naasten liefhebben, in hoe we rechtvaardigheid nastreven en in hoe we hoop brengen in de wereld.

Laten wij geen angst hebben om ‘ja’ te zeggen tegen God. Laten we vertrouwen op zijn genade die door ons heen werkt. De Heer kan ons klein en schuchter ‘ja’ gebruiken om Gods wil te volbrengen en zijn koninkrijk te laten groeien.

Laten we bidden

Goede God,
dank U dat U ons roept,
ondanks onze gevoelens
van onwaardigheid en ontoereikendheid.
Help ons om te vertrouwen op uw genade.
Geef ons de bereidheid uw liefde uit te dragen
in ons dagelijks leven.
Door Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, graag wens ik je een gezegende dag toe vol openheid en vertrouwen.
Genegen, kris


Om mee op weg te gaan

Voel je jezelf soms klein, of onwaardig? Bid eenvoudig dat God je mag vervullen met zijn genade, opdat Hij je kracht moge zijn in het volbrengen waartoe Hij je roept.


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.