vrijdag in week 8 door het jaar
Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 44 ,1 + 9-13
Lofprijzing van onze voorouders die de weg hebben gebaand.
Laat ons nu de beroemde mannen prijzen, onze voorvaders, generatie na generatie. Aan anderen wordt niet meer gedacht, ze zijn verdwenen alsof ze nooit hadden bestaan, alsof ze nooit waren geboren; en zo verging het ook hun kinderen.
Maar de eersten waren barmhartig, hun rechtvaardigheid werd niet vergeten. Hun naam blijft met hun nageslacht, hun nakomelingen zijn hun goede erfenis. Hun nageslacht houdt zich aan de verbonden, hun nakomelingen doen dat dankzij hen. Hun nageslacht blijft tot in eeuwigheid, hun roem zal niet worden uitgewist.
Psalm 149, 1-6a + 9b
Refr.: De Heer vindt vreugde in zijn volk, Hij kroont de vernederden met de zege.
Zing voor de Heer een nieuw lied,
roem Hem te midden van zijn getrouwen.
Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,
het volk van Sion juichen om zijn koning.
Laten zij dansend zijn Naam loven,
bij lier en tamboerijn voor Hem zingen.
Ja, de Heer vindt vreugde in zijn volk,
Hij kroont de vernederden met de zege.
Laten zijn getrouwen juichen in luister,
nog jubelen als zij te ruste gaan,
met een lofzang voor God op de lippen,
dat is de glorie voor al zijn getrouwen.
Vers voor het evangelie (Ps 119, 18)
Alleluia.
Neem de sluier van mijn ogen –
dan zal ik zien
hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 11, 11-25
Het gebeurt meermaals dat Jezus zinspeelt op echtheid en waarachtigheid tussen ons leven en ons bidden. De voornaamste onechtheid is wel met zijn medemens in onmin te leven en te denken dat men oprecht zou kunnen bidden. Dan wordt Gods tempel, waarin wij samenkomen om te bidden, als een dorre boom, een rovershol, een samenkomst van leugenaars en onwaarachtigen.
Jezus trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat Hij daar alles gezien had, ging Hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië.
Toen ze de volgende dag uit Betanië vertrokken, kreeg Hij honger. Hij zag in de verte een vijgenboom die in blad stond en ging erheen in de hoop iets eetbaars te vinden, maar toen Hij bij de boom gekomen was, trof Hij alleen maar bladeren aan; het was namelijk nog niet de tijd voor vijgen. Hij zei tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zal er nog iemand vruchten van jou eten!’ Zijn leerlingen hoorden dit.
Ze kwamen in Jeruzalem. Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; Hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, en Hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg.
Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’
De hogepriesters en de schriftgeleerden hoorden wat er gebeurd was en zochten naar een mogelijkheid om Hem uit de weg te ruimen; ze waren bang voor Hem, omdat het hele volk diep onder de indruk was van zijn onderricht.
Nadat de avond gevallen was, gingen Jezus en zijn leerlingen weg uit de stad.
Toen ze ’s morgens vroeg weer langs de vijgenboom kwamen, zagen ze dat hij tot aan de wortels verdord was.
Petrus herinnerde zich het voorval en zei: ‘Rabbi, kijk, de vijgenboom die U vervloekt hebt, is verdord.’
Jezus zei tegen hen: ‘Heb geloof in God. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’
Van Woord naar leven
Vandaag laat ik me inspireren door Vincenzo Paglia, gebruik makend van zijn boek ‘Het Woord van God elke dag – 2023’, uitgegeven bij Halewijn/Sant’Egidio.
Hun nageslacht blijft tot in eeuwigheid, hun roem zal niet worden uitgewist.
Zo lezen we vandaan in de eerste lezing.
Sirach prijst hier beroemde mannen – en heel zeker ook vrouwen – die in het verleden echte steunpilaren waren inzake geloof in de God van het Verbond.
Terugkijken naar dergelijke grote mensen kan ook voor ons een ware stimulans en uitdaging zijn. Hun geloof en inzet gedenken is geen nutteloze nostalgie, integendeel. Het zal ons bevestigen dat God altijd in de geschiedenis door concrete mensen heeft gehandeld. Zij waren gidsen en voorbeelden van geloof, trouw en gerechtigheid.
De geschiedenis is geen eeuwige terugkeer van hetzelfde, maar het is een weg die dag na dag wordt afgelegd met de hulp en de voortdurende aanwezigheid van de Heer naar een duidelijke bestemming. In deze heilsgeschiedenis wekt de Heer vrome mannen en vrouwen die wegen banen van geloof en recht.
Dergelijke getuigen van Gods droom voor de mensheid zijn niet alleen een spirituele waarborg voor ons allen, zij zijn ook de gist van verlossing die Gods plan voor de mensheid doet groeien.
Het is goed om degenen die ons zijn voorgegaan te gedenken, zodat ook wij Gods plan kunnen vatten, het verwelkomen en er ons verantwoordelijk voor voelen.
Mogen zij ons oproepen ons christenzijn ernstig te nemen door ons actief te engageren wat betreft de uitbouw van Gods Rijk hier op aarde.
Laten we bidden
Heer God,
wij danken U om de vele mannen en vrouwen,
vrome mensen uit een ver en minder ver verleden,
die ons tot voorbeeld zijn van hoe het kan
gelovig en geëngageerd
in deze wereld werkzaam te zijn.
Mogen zij ons tot blijvende inspiratie zijn
wat betreft ons persoonlijk aandeel
in de uitbouw van uw Rijk.
Door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
Een mooie vrijdag,
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.