vrijdag in week 32 door het jaar
Uit de tweede brief van Johannes 1, 4-9
In deze lezing roept Johannes op om trouw te blijven aan de leer van Christus door elkaar lief te hebben en Gods geboden te volgen. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor misleiders die afwijken van deze leer en wijst erop dat alleen wie in Christus blijft, in verbinding met God blijft.
Ik was zeer verheugd te merken dat verscheidene van uw kinderen de weg van de waarheid volgen, in overeenstemming met het gebod dat de Vader ons gegeven heeft.
En nu heb ik een verzoek aan u, geliefde vrouw. Ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor, maar een gebod dat ons vanaf het begin bekend is: laten we elkaar liefhebben. Liefhebben houdt in dat we leven volgens Gods geboden. Volgens dit gebod, dat u vanaf het begin gehoord hebt, moet u leven.
Er zijn veel misleiders in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. In hen is de misleider bij uitstek, de antichrist, te herkennen. Let op uzelf en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg ervoor dat u het volle loon ontvangt. Wie niet bij de leer van Christus blijft maar verder wil gaan, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon.
Tussenzang: Ps 119, 1-2 + 10-11 + 17-18
Refr.: Gelukkig die leven naar de wet van de Heer.
Gelukkig wie de volmaakte weg gaan
en leven naar de wet van de Heer,
gelukkig wie zijn richtlijnen volgen,
Hem zoeken met heel hun hart.
Met heel mijn hart heb ik U gezocht,
laat mij niet afdwalen van uw geboden.
Uw belofte heb ik in mijn hart geborgen,
zo zal ik niet tegen U zondigen.
Zie om naar uw dienaar – dan zal ik leven
en mij houden aan uw woord.
Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien
hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Vers voor het evangelie (2 Tes 2, 14)
Alleluia.
God heeft ons geroepen
door het evangelie
dat wij u verkondigd hebben
en waardoor u zult delen
in de luister
van onze Heer Jezus Christus.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 17, 26-37
In dit evangelie waarschuwt Jezus zijn leerlingen dat de komst van de Mensenzoon onverwacht zal zijn, zoals in de tijd van Noach en Lot, wanneer mensen in hun dagelijkse bezigheden opgingen. Hij benadrukt de noodzaak van waakzaamheid en bereidheid, want wie zijn leven probeert te behouden uit eigenbelang, zal het verliezen, terwijl wie het loslaat omwille van God, het juist zal redden.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Zoals het eraan toeging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: ze aten, ze dronken, ze trouwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. Of zoals het eraan toeging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om.
Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard. Wie op die dag op het dak van zijn huis is moet niet beneden nog zijn bezittingen gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terugkeren. Denk aan de vrouw van Lot!
Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden.
Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten. Twee vrouwen zullen samen aan het malen zijn: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.’
Ze vroegen Hem: ‘Waar, Heer?’
Hij antwoordde: ‘Waar een lijk is, daar verzamelen zich de gieren.’
Van Woord naar leven
LIEFDE, HET ALOUDE GEBOD
(Bij 2 Joh, 1, 5)
‘Ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor, maar een gebod dat ons vanaf het begin bekend is: laten we elkaar liefhebben.’
Zo lezen we vandaag in de eerste lezing uit de tweede brief van Johannes.
Elkaar liefhebben in vele vormen van kleine goedheid … daar gaat het om. Gewoon kleine daden, met liefde gedaan, niet opvallend, maar gemeend, van harte, omwille van de ander, niet om iets terug te krijgen, en als het kan met een zekere blijheid; een diepe vreugde die haar wortels heeft in de opstanding van de Heer.
Want daar gaat het om: de liefde van Pasen belichamen. Niet op je eentje, maar mét de Heer, innig verenigd met Hem, vanuit zijn inwoning in jezelf, in het hart van de Kerk.
Zie het niet te theoretisch, ook niet als een principe, of een goed gevonden idee. Het gaat om een leven mét de Heer, een leven in Christus, vanuit een innige verkering met Hem.
En zie het echt niet te groots. Kleine goedheden. Met de mensen u gegeven. Aanvoelend waar het kan, kijkend waar er vraag is en met een gezond verstand. Maar als christen: mét de Heer, zijn vrede dragend en uitdragend.
Zalig de eenvoudigen van hart.
Laten we bidden
Heer,
U bent het levend Hart
van dat ene aloude gebod
dat God aan de mensheid
gegeven heeft: de Liefde.
Geef dat wij ons ten volle
mogen toevertrouwen
aan uw tegenwoordigheid
in en onder ons,
opdat ons leven
één liefdevolle lofzang
mag worden voor God,
zich uitend in vele vormen
van kleine goedheid.
Trek ons in U, lieve Heer,
maak ons deelgenoot van uw liefde,
wentelend in uw barmhartigheid,
drager van uw vrede.
Kom Jezus kom.
Alle dagen van ons leven.
Amen.
Geliefde mensen, mogen onze kleine goedheden vandaag een lofzang zijn op de liefde.
Een toegewijde vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Suggestie: Neem dagelijks tijd om te knielen – al dan niet letterlijk – in gebed. Maak het diep stil in jezelf en tracht je aan te sluiten bij het gebed van de Heilige Geest die reeds in je bidt. Laat je door Hem leiden in de liefde van Christus, Gods liefde voor jou, van waaruit Hij je roept om zijn liefde te zijn.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.