vrijdag in week 3 van de advent
Uit het boek Genesis 49, 1a-2 + 8-10
De zegen van Jacob voor zijn zoon Juda is meer dan een wens van voorspoed en geluk. Voor de vele generaties die volgen, is die belofte een sterke steun. De scepter zal van Juda niet wijken. Dit betekent dat één van zijn afstammelingen de messiaanse zending zal vervullen. Uit dit volk zal de bevrijder van Israël opstaan.
In die dagen liet Jakob al zijn zonen bij zich roepen en zei:
‘Kom hier en luister, zonen van Jakob, luister naar Israël, je vader. Juda, jou zullen je broers bejubelen, voor jou buigt de vijand de nek, voor jou zullen mijn zonen zich buigen. Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug. Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken? In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft; hem zullen de volken gehoorzaam zijn.’
Psalm 72, 1 + 2 + 3 + 4ab + 7 + 8 + 17
Refr.: Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien.
Geef, o God, uw wetten aan de koning,
uw gerechtigheid aan de koningszoon.
Moge hij uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.
Mogen de bergen vrede brengen aan het volk
en de heuvels gerechtigheid.
Moge hij recht doen aan de zwakken,
redding bieden aan de armen.
Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien,
de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat.
Moge hij heersen van zee tot zee,
van de Grote Rivier tot aan de einden der aarde.
Zijn naam zal eeuwig bestaan, zijn naam
zal voortleven zolang de zon zal schijnen.
Dankzij hem zal men zich gezegend noemen,
en alle volken prijzen hem gelukkig.
Alleluia.
Wijsheid van de Allerhoogste,
alles bestuurt U met kracht en inzicht;
kom, en leer ons de weg te gaan
van kennis en wijsheid.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Matteüs 1, 1-17
De afstammingslijst bij Matteüs wil duidelijk maken dat Jezus binnentreedt in de mensengeschiedenis. Hij is aan ons gelijk geworden. In deze opsomming komen allerlei mensen voor, ook zondaars. Hiermee wil de evangelist aan zijn tijdgenoten en ook aan ons laten zien, hoe Gods Zoon de echte mensengeschiedenis wil omvormen.
Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.
Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning.
David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria, Salomo verwekte Rechabeam, Rechabeam verwekte Abia, Abia verwekte Asaf, Asaf verwekte Josafat, Josafat verwekte Joram, Joram verwekte Uzzia, Uzzia verwekte Jotam, Jotam verwekte Achaz, Achaz verwekte Hizkia, Hizkia verwekte Manasse, Manasse verwekte Amos, Amos verwekte Josia, Josia verwekte Jechonja en zijn broers rond het begin van de Babylonische ballingschap.
Ten tijde van de Babylonische ballingschap verwekte Jechonja Sealtiël, Sealtiël verwekte Zerubbabel, Zerubbabel verwekte Abiud, Abiud verwekte Eljakim, Eljakim verwekte Azor, Azor verwekte Sadok, Sadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud, Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob, Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.
Van Abraham tot David telt de lijst dus veertien generaties, van David tot aan de Babylonische ballingschap veertien generaties, en vanaf de Babylonische ballingschap tot Christus veertien generaties.
Van Woord naar leven
God is mens geworden. Hij heeft een menselijke voorgeschiedenis, een geslachtslijst, voorouders, een grootvader, een grootmoeder, een vader, een moeder, al laat de schrijver van de geslachtslijst duidelijk uitkomen, dat die niet zijn echte vader en moeder waren, want Jezus wordt hier niet voorgesteld als het kind van vader Jozef, maar als het kind van Maria die Hem heeft voortgebracht, niet uit kracht van een man, maar uit kracht van de heilige Geest van God.
Wat is Hij ons nabij gekomen! En wat een verschil met de andere goden! Israëls God is een god van mensen, de goden der volkeren zijn goden van plaatsen, van plaatselijke heiligdommen: Thebe, Delfi, Babel enzovoort. Jahwe was de God van een nomadenvolk, zonder vaste woonplaats, heen en weer trekkend tussen de vruchtbare beddingen van de Nijl in Egypte en de vruchtbare rivierbeddingen van Tigris en Eufraat in het Oosten. Die andere volkeren waren rijk, want ze hadden beslag kunnen leggen op de meest vruchtbare zones van dat gebied, dat waren de gebieden langs de grote rivieren.
Vergeleken met de goden van die machtige naties was Israëls God maar een minderwaardige gestalte, evenals zijn volk. Maar de zwakheid van deze God was ook zijn kracht of beter de kracht van zijn volk. Want de God van Israël verbond zijn macht en prestige niet aan een plaats, aan een plaatselijk heiligdom, maar aan mensen. Hij was een God van mensen, die zich inzette voor mensen, waar zij ook waren. Israëls God identificeerde zich tegenover Mozes als de God van Abraham, Isaäk en Jakob, de God van uw vaderen: een God van liefde, barmhartigheid, vrede en medeleven, een God die uitnodigt te treden in zijn liefde voor de mensheid.
Nu neemt deze God zelfs een menselijke gestalte aan, voor de volle honderd procent God en voor de volle honderd procent mens: God-mens. Hij heeft zich totaal met ons willen verenigen, opdat ook wij van onze kant ons totaal met Hem zouden verenigen. Wij mogen met Hem aan tafel aanzitten en ons tegoed doen aan zijn Woord en aan zijn zelfgave. Want daarvoor is Hij gekomen, niet om gediend te worden, maar om te dienen, te dienen met zijn leven. En wij met Hem.
Laten we verlangend uitkijken naar Gods komst. Liturgisch gezien met Kerst. Maar bijzonder ook vandaag, in de vele tekenen en mensen waardoor Hij ons met zich wilt verenigen. ‘Leven in het licht van de Heer’ is – we zeiden het eerder – leven in aandacht voor Gods langkomen. Het is Hem welkom heten, bereid zijn dat Hij zich verinnigt met je diepste wezen. Opdat je zijn liefde zou worden; naar Hem toe, naar allen toe.
Naar woorden van J. Bots, sj
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Goede God,
geef ons dat waakzame hart dat aandachtig is voor uw komen. Moge het welkom heten van U een innerlijk feest zijn. Niet voor onszelf alleen, maar voor allen in Kerk en wereld.
Om deze genade bidden wij U, in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.