vrijdag in week 25 door het jaar
Uit het boek Prediker 3, 1-11
Prediker onthult dat ons leven een ritme van tegengestelde momenten volgt, die allemaal hun eigen tijd en plaats hebben onder Gods wijsheid. Hoewel we Gods werk niet volledig kunnen doorgronden, nodigt dit ons uit tot vertrouwen en overgave aan zijn bedoeling in elk moment.
Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Er is een tijd om te beminnen en een tijd om zich te onthouden, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien. Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.
Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft Hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden.
Tussenzang: Ps 144, 1-4
Refr.: Geprezen zij de Heer, mijn rots.
Geprezen zij de Heer, mijn rots,
die mijn handen oefent voor de strijd,
die mijn vingers schoolt voor het gevecht.
De Heer, mijn toeverlaat, mijn vesting.
de burcht die mij veiligheid biedt,
het schild waarachter ik schuil.
Hij die volken aan mij onderwerpt.
Heer, wat is de mens dat U hem wilt kennen,
de sterveling dat U hem aandacht schenkt?
Een mens is vluchtig als een ademtocht,
zijn dagen glijden als een schaduw weg.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Spreek, Heer, uw dienaar luistert;
uw woorden zijn woorden
van eeuwig leven.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 9, 18-22
Jezus vraagt aan zijn leerlingen wie Hij volgens hen is, waarop Petrus antwoordt dat Hij de door God gezonden Messias is. Jezus onthult vervolgens dat zijn lijden en dood noodzakelijk zijn, maar ook dat Hij op de derde dag zal verrijzen.
Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’
Hij zei tegen hen: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’
Hij gebood hun uitdrukkelijk dat tegen niemand te zeggen.
Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal Hij uit de dood worden opgewekt.’
Van Woord naar leven
SPREKEN VANUIT STILTE
(Bij Lc 9, 18-22)
Hij zei tegen hen: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’
Nadat Jezus aan de leerlingen had gevraagd wat de mensen zeggen over wie Hij is, stelde Hij deze vraag nu heel persoonlijk aan hen, waarop Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias’. Bij Matteüs voegt Jezus eraan toe: ‘Gelukkig ben je, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.’ (Mt. 16, 17)
Dit laatste, namelijk dat het door de Vader is geopenbaard, is van groot belang. Ook aan ons vraagt Jezus immers wie Hij voor ons is. En als we antwoorden, is het van belang dat we dit doen vanuit een innerlijke openbaring.
We zouden ook kunnen antwoorden vanuit ons meest individuele zelf, los van God. Antwoorden zoals: ‘Jezus is voor mij enkel een voorbeeld’, ‘Hij komt me interessant over’, ‘Hij is een soort licht’, ‘Zijn boodschap heeft nog enige betekenis’, ‘Hij is een meester onder de vele meesters’, ‘Hij is voor mij een soort Boeddha’, ‘Ik doe mijn best en Hij doet de rest’…, zijn woorden die misschien ‘iets’ zeggen over Hem, maar doorgaans lang niet omvatten wie de Heer werkelijk in de diepte en in waarheid is.
Niet wat ik denk wie de Heer is, is van belang, maar wel wie Hij voor mij is. Dat zijn twee verschillende zaken.
Om te kunnen zeggen wie Jezus is, moeten we een hart hebben dat zich opent voor Gods openbaring. Een arm hart, een leeg hart, een hart dat uitziet naar wat is, en dat zich daardoor wil laten vullen, een hart dat zich in nederderiheid toevertrouwt aan de gloed van de heilige Geest.
Met andere woorden: we moeten leren stil zijn, en rustig. Stil om te kunnen luisteren, rustig om in vrede en geduld te kunnen ontvangen.
Justinus, uit de 2e eeuw, verwoordde het zo: ‘Je moet vooral bidden dat de deuren van het licht voor je worden geopend, want niemand kan zien en begrijpen, als God en Christus het hem niet mogelijk maken om te verstaan.’
Bonhoeffer (1906-1945) breidt dit nog verder uit wanneer hij spreekt over de mens, of de Kerk, die zich geroepen voelt te spreken over Christus. Hij zegt: ‘Een leer over Christus begint met zwijgen. Het zwijgen van de Kerk is het zwijgen van het Woord. Over Christus spreken betekent zwijgen. Over Christus zwijgen betekent spreken. Als de Kerk op de juiste manier spreekt door op de juiste manier te zwijgen, dan verkondigt ze Christus.’
Met andere woorden: we kunnen Christus leren kennen door zijn Woord, maar we moeten dit Woord ontvangen vanuit een luisterende houding. Niet te snel invullen, maar diep luisteren, vanuit leegte en verlangen, om te ontvangen wat gegeven wordt.
Alleen dan kunnen we Hem werkelijk ontmoeten. Want we zullen Hem pas ten diepste vinden wanneer we Hem kennen zoals Hij is. Maar nogmaals: ons kennen van Hem hangt van Hem af, en niet van ons. Paus Benedictus XVI zei: ‘Wat we ook doen, indien Hij zich niet toont, zullen we nooit volledig tot bij Hem geraken.’
Moraal van het verhaal: laten we God, of Christus, nooit te snel invullen. Laten we daarentegen met veel geduld en discipline de stilte diep beminnen en koesteren, opdat we van Hem mogen ontvangen.
En laten we dan, vanuit een innige verbondenheid met Hem, nederig en moedig zijn liefde, zijn vrede, zijn barmhartigheid zijn en uitdragen. Eén met Hem.
Laten we bidden
Heer,
moge uw Geest ons biddend hart begeleiden,
opdat het leeg mag zijn, vol verlangen naar U,
uitkijkend naar een innige verkering met U.
Zo kunt U Uzelf openbaren
en kunnen wij ons aan U schenken
en U aan de wereld.
Kom, Heilige Geest.
Amen.
Geliefde mensen, koester de stilte diep in jezelf, zodat je ten diepste aanvoelt wie de Heer voor jou is en wat Hij voor jou betekent.
Een mooie vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Neem vandaag de tijd om innerlijk stil te worden en tracht, in de gloed van de Geest, een antwoord te geven op de vraag die Jezus ook aan jou stelt: ‘En jij, wie zeg jij dat Ik ben?’
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.