vrijdag in week 24 door het jaar

Uit de eerste brief van Paulus aan Timoteüs 6, 2c-12

Voor Paulus is het onmogelijk twee meesters te dienen. Al het aardse is ons gegeven opdat wij dit zouden gebruiken voor anderen. Wie zich aan deze gaven hecht, en ze misbruikt is geen man Gods.

Dierbare,
onderwijs dit alles en spoor ertoe aan. Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar is ziek door zijn geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt. Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst.
Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend.
Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd.


Psalm 17, 1 + 6 + 7 + 8 + 15

Refr.: Heer, ik roep tot U om hulp.

Luister, Heer, ik vraag om recht,
luister naar mijn smeken,
hoor mijn gebed;
geen leugen komt over mijn lippen.

Ik roep tot U om hulp,
want U geeft mij antwoord.
Wil mij horen, God,
luister naar mijn spreken,
toon mij de wonderen van uw trouw.

Wie bij u schuilen
redt U van hun tegenstanders,
met uw machtige hand.

Behoed mij als de appel van uw oog,
verberg mij in de schaduw van uw vleugels.
Laat mij, recht gedaan,
uw gelaat aanschouwen,
bij het ontwaken mij verzadigen aan uw beeld.


Uit het evangelie volgens Lucas 8, 1-3

Vanaf het begin van het christendom hebben ook vrouwen een taak. Hun aanwezigheid wordt hier door Lucas uitdrukkelijk aangehaald. Zij maakten Christus en zijn godsdienst menselijker en warmer.

Kort daarop begon Jezus rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen.
De twaalf vergezelden Hem, en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven, Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna–en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.

Van Woord naar leven

Het evangelie van vandaag is een echte parel. En we mogen gerust ook zeggen dat het een soort lofzang is op een al te vaak vergeten groep. Vaak hebben we de indruk dat het evangelie een zaak van mannen is. Vrouwen komen er nauwelijks of slechts terloops aan te pas. Een zieke vrouw wordt wel eens genezen. Een vrouw wast de voeten van Jezus. Vrouwen volgen Hem en zijn vrienden en zorgen voor hen uit eigen middelen. Vrouwen staan onder het kruis. Ze staan overal achter of onder, maar zelden of nooit op het voorplan.

Grote rollen worden door mannen bezet. Apostelen en schriftgeleerden, een honderdman, een barmhartige Samaritaan of een goede herder. Dat Annas en Kàjafas, Herodes, Judas of Pilatus ook mannen waren, is hier helemaal geen troost. Maar zo ziet Jezus het niet. Op geen enkel moment. Want het evangelie is geen ‘Guiness-book of records’, waarin het om de grootste, de sterkste of de beste gaat, waarbij alleen prestatie of kwantiteit telt. Het is een levensboek waar geloof en vertrouwen, waar geduld en liefde, inzet en overgave, de echte kwaliteit en de ware talenten vormen.

En daar spelen vrouwen onvervreemd en onvervangbaar een glansrol. Een rol, waarbij veel mannen tot debutanten verbleken. Lucas begint er zijn evangelie al mee. De eerste persoon die we ontmoeten is Zacharias, een man, een priester. Stomweg valt hij al meteen door zijn rol. “Ge zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt.”

Meteen daarop treden twee vrouwen op, Maria en Elisabet. In een feilloos duet, in een magnificat van puur geloof en zuivere overgave, brengen ze onze heilsgeschiedenis daadwerkelijk en definitief op gang. Ook wanneer het doek over het openbaar leven van Jezus opengaat en Hij nog even in de coulissen wilt blijven, opdat Hij zijn uur nog niet gekomen acht, is het weer een vrouw, die, onweerstaanbaar zoals alleen moeders dat kunnen, Jezus tot handelen aanzet. “Doe maar wat Hij u zeggen zal.” Zo maakte Jezus een begin met zijn tekenen.

Van het penninkje van de weduwe tot de kostelijke nadusbalsem van Maria te Betanië, van die onbevangen eerlijkheid van de vrouw aan de put van Jakob in Samaria tot het vindingrijk geloof van de Kananese met de kruimels die van tafel vallen, kunnen we, heel het leven van Jezus door, parel na parel opsteken tot een rozenkrans van vrouwelijke gebaren en gaven van geloof, liefde en toewijding.

En toen zijn uur echt gekomen was, een uur waarop ontrouw en verraad, waarop verloochening en vaandelvlucht ineens puur mannelijke begrippen werden, stond er ook weer die krans van vrouwelijke trouw, van meevoelen en meegaan ten einde toe. Een krans van vrouwen die Jezus vanaf Galilea waren gevolgd en Hem hadden gediend. Echte, levende en zuivere godsdienst van een al te vaak vergeten groep.

Bron overweging: onbekend

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
geef ons een hart dat blij en fris, eenvoudig en vol geloof, ons hele zijn ertoe aanzet U te volgen. Dat wij op deze wijze, in eenheid met U, dragers en uitdragers mogen zijn van uw Blijde Boodschap.
In uw naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.