‘Toon tederheid en vermijd hypocrisie’
Tijdens de Angelustoespraak van gisteren, 10 november, reflecteerde paus Franciscus op het evangelie van de dag, waarin Jezus opriep huichelarij te vermijden. Hij benadrukte dat leiderschap niet draait om uiterlijk vroom vertoon om op te vallen, maar om oprechte dienstbaarheid aan anderen, met bijzondere aandacht voor de kwetsbaren.
Beste broeders en zusters, ik wens jullie een mooie zondag!
In het evangelie van vandaag (vgl. Mc 12,38-44) lezen we over Jezus, die in de tempel van Jeruzalem de huichelachtige houding van enkele schriftgeleerden aanklaagt (vgl. vv. 38-40).
De schriftgeleerden hadden een belangrijke rol binnen de gemeenschap van Israël: zij lazen, bestudeerden en interpreteerden de Schrift en werden daarom zeer gerespecteerd. Ze genoten aanzien, en de mensen keken naar hen op.
Toch kwam hun gedrag vaak niet overeen met wat zij predikten. Ze waren niet consequent in hun doen en laten. Sommigen keken vanuit hun machtspositie neer op anderen en speelden een rol, waarbij ze achter een masker van schijnbare deugdzaamheid en wetticisme hun eigen voorrechten bevochten. Ze gingen zelfs zover dat ze zich ten koste van de zwaksten, zoals weduwen, verrijkten (vgl. v. 40). In plaats van hun positie te gebruiken om anderen te dienen, maakten ze er een middel van om te manipuleren en te heersen. Voor hen was voorgaan in het gebed geen moment om God te ontmoeten, maar een gelegenheid om zich vroom en fatsoenlijk voor te doen, om bewondering op te wekken en erkenning te krijgen (vgl. v. 40). Herinner u wat Jezus zegt over het gebed van de tollenaar en de farizeeër (vgl. Lc 18,9-14).
Sommigen onder hen – niet allemaal – gedroegen zich corrupt en ondersteunden een sociaal en religieus systeem waarin het normaal was om, vooral de meest kwetsbaren, ongemerkt te misbruiken en onrecht aan te doen, zonder dat ze daarvoor ter verantwoording werden geroepen.
Jezus waarschuwde het volk om zich te hoeden voor deze mensen (vgl. v. 38) en hen niet na te volgen. Hij liet ons zien, in woord en daad, hoe anders gezag kan worden benaderd. Zo sprak Hij over gezag in termen van zelfopoffering en nederige dienstbaarheid (vgl. Mc 10,42-45), van moederlijke en vaderlijke zorg voor mensen (vgl. Lc 11,11-13), vooral voor hen die het meest kwetsbaar zijn (Lc 10,25-37). Hij spoorde hen die gezag hadden aan om niet op anderen niet neer te kijken, maar hen op te tillen en hen hoop en steun te bieden.
Laten we onszelf afvragen, broeders en zusters: hoe ga ik om met mijn verantwoordelijkheden? Handel ik met nederigheid of pronk ik met mijn positie? Ben ik vrijgevig en respectvol tegenover anderen, of gedraag ik me autoritair en ruw? En ten opzichte van de kwetsbaarsten, ben ik dichtbij hen, weet ik hen te ondersteunen en op te beuren?
Moge de Heilige Maagd Maria ons helpen om de verleiding van hypocrisie in onszelf te bestrijden en ons helpen om het goede te doen, eenvoudig en zonder opsmuk.
Vergeet alstublieft niet voor mij te bidden. Eet smakelijk en arrivederci!