Theologiestudie als leerschool in het leven
Studenten Ruben Terryn en Nel Vandecruys antwoorden in Tertio met een aanstekelijk enthousiasme op de vraag waarom theologiestudie hen zo aanspreekt.
Als eerstejaarsstudent strijdt Ruben Terryn (2002) nu met drie medestudenten in de finaleweek van de Campus Cup, een televisiequiz op Eén. Nel Vandecruys (1997) hoopt volgend jaar haar diploma te behalen.
Waarom kozen jullie voor theologie als studierichting?
Vandecruys: Ik volgde aan het Sint-Dimpnacollege van Geel de richting Latijn-Moderne Talen. Taal & Letterkunde leek daarna een evidente keuze, maar dat viel in de praktijk behoorlijk tegen. Ik schakelde over naar de lerarenopleiding aan de hogeschool UCLL en koos naast Nederlands voor godsdienst omdat ik zelf altijd bijzonder graag de godsdienstlessen volgde. Al snel kwam ik tot het besef dat religie mij sterk aansprak en na het afstuderen als leraar wilde ik me daar nader in verdiepen aan de universiteit. Zonder de omweg van de lerarenopleiding had ik de stap nooit gezet, maar nu heb ik echt het gevoel thuis te zijn gekomen.
Terryn: Voor mij was theologie al vanaf mijn 16de een intellectuele roeping. Ik volgde Grieks-Latijn in het Xaveriuscollege van Borgerhout. Geschiedenis interesseerde me en ik genoot er vooral van na te denken over de dingen des levens en te zoeken naar hun zin. Anders dan veel van mijn leeftijdsgenoten was ik een overtuigd christen en daardoor bleef ik vaak intellectueel op mijn honger zitten. In de multiculturele school waar ik studeerde, waren het vaak moslimleerlingen met wie ik over zingeving kon praten, maar ze stonden dan dikwijls weinig kritisch tegenover hun religie, terwijl ik wel kritisch wou omgaan met mijn godsdienst.
Ik wilde de tijd nemen me inhoudelijk in religie te verdiepen en werk te maken van mijn persoonlijke vorming. Deze studierichting is me dan ook op het lijf geschreven. Ruben Terryn
Moet je gelovig zijn om theologie en religiewetenschappen te studeren?
Terryn: Je moet volgens mij gelovig zijn of met het geloof op zijn minst een sterke affiniteit hebben. Wat religiewetenschappen betreft, kan je zeker ongelovig zijn want je bestudeert religie van buitenuit als een laborant die iets onder een microscoop nauwkeurig analyseert. Wat theologie aangaat, vertrek je van binnenuit. Je ervaart als student je geloof en gaat het vanuit je binnenste intellectueel versterken. Als ongelovige zou je daarom een belangrijke insteek missen. Ik ben er daarom geen voorstander van levensbeschouwing te individualiseren. Theologie en religiewetenschappen studeren geeft me juist zin om deel uit te maken van een gemeenschap die sinds de tweede helft van de vorige eeuw veel kritiek heeft gekregen en die toch steeds verbonden blijft met de essentie.
Wat is voor jullie de meerwaarde van deze studierichting?
Terryn: Theologie is een zinbeschouwing. Het is de vindplaats van de diepgang waar ik naar op zoek was. Waar de filosoof zich verwondert, zal hij die verwondering dadelijk willen relativeren. Filosofen zijn soms gewoon te kritisch. De theoloog daarentegen bewondert. Je zit soms zelf met een gevoel waar je niet de juiste woorden voor vindt of gedachten over kan vormen en de theologie biedt je die bouwstenen. Vaak zijn het metaforen die het mysterie van God raken. Ik heb deze studierichting niet gekozen om er later een specifiek beroep mee uit te oefenen, maar veeleer om als gelovig mens te groeien in het leven. Je mag theologie studeren aan de universiteit dan ook niet verwarren met de priesteropleiding aan een seminarie.
Theologie is voor mij geen levensroeping, maar een intellectuele roeping. Ruben Terryn
Vandecruys: Juist de beroepsmogelijkheden na de studies spraken mij aan. Als godsdienstleerkracht aan de slag gaan of in een parochie werken, lijken me bijzonder boeiend en waardevol. Ik wil graag met anderen praten over dingen die er echt toe doen. Mensen worden soms geconfronteerd met levensvragen na bijvoorbeeld een overlijden of een geboorte.
In deze studierichting kan ik mezelf verrijken en leer ik hoe ik dat nog verder kan blijven doen. Nel Vandecruys
Ik ondervind immers dat wanneer ik in gesprek ga met anderen, ze op een gegeven moment soms zeggen: ‘Op een bepaalde manier geloof ik daar ook in’. En net dat vind ik boeiend. Het afstuderen komt stilaan dichterbij en voor de klas staan, is zeker een optie. Het is niet mijn bedoeling mijn toekomstige leerlingen ‘gelovig’ te maken, maar om met hen gesprekken aan te gaan over wat ze ervaren. Ik zal ook van hen kunnen leren en hoop samen met hen verder te kunnen groeien.