Samen met anderen optrekken
Maandelijks stelt de gemeenschap van Taizé een Bijbeltekst voor om het zoeken naar God ook in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Hieronder de tekst voor deze maand april.
Joh 17, 20-26: Samen met anderen optrekken
Jezus bad: “Ik bid u niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad. Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen ze de grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd.
Deze tekst is een deel van het gebed van Jezus. Hier zien we dat bidden niet zozeer een kwestie is van “praten en God iets te vragen”, maar eerder een van “een (intieme) relatie en verbondenheid met God”. Jezus zegt: “U, Vader, bent in mij en ik ben in u”. Maar in tegenstelling tot het gangbare beeld dat we hebben van een intieme relatie met iemand, die vaak uitsluiting van anderen betekent, wordt in de intieme relatie van Jezus en de Vader iedereen “omarmd”. Jezus zegt: “U in mij en ik in u, opdat ook zij in ons zijn”. Gebed is dus niet een relatie tussen “mij en God”, maar eerder een relatie tussen “mij, God en de ander”. Gebed is dus niet zozeer “een verticale lijn”, maar eerder “een driehoek”.
Broeder Alois schreef: “Innerlijk leven is geen geïsoleerd ideaal; het verwordt tot een gemeenschappelijke reis met hen die dezelfde zoektocht delen.” Het gebed zet ons aan om “isolement te doorbreken en de relatie met de ander te zoeken”. Dorotheus van Gaza, een christen die in het begin van de 6e eeuw in Palestina leefde, beschreef het mooi: “Stel je voor dat de wereld een cirkel is, dat God het middelpunt is en dat de stralen van de cirkel staan voor de verschillende manieren waarop mensen leven. Als iemand dichter bij God wil komen en dus naar het middelpunt van de cirkel beweegt, betekent dat diegene niet alleen dichter bij God komt, maar ook dichter bij de andere mensen. Hoe dichter je dan bij God komt, des te dichter je bij elkaar komt. En hoe dichter je bij elkaar komt, des te dichter je bij God komt.”
In deze tijd, waarin “diversiteit” en “pluralisme” voor heel veel mensen een belangrijke notie zijn, kan de uitnodiging om in eenheid te leven irrelevant en misschien zelfs niet erg aantrekkelijk lijken. Zouden we niet vooral alle verschillen tussen mensen moeten respecteren? Inderdaad, het is belangrijk om respect te hebben voor de verschillen die er bestaan, maar daarbij moeten het aspect van ’samenleven’ niet uit het oog verliezen. Als we op volkomen parallelle wegen lopen die elkaar nooit kruisen, kan dit een excuus vormen om in verdeeldheid te leven, apart van de ander!
Laten we er daarom mee ophouden om verschillen te zien als een probleem dat opgelost moet worden. Laten we in plaats daarvan verschillen leren zien als een geschenk dat we in dankbaarheid mogen verwelkomen: een prachtig geschenk dat ons tevens uitdaagt om nederig en creatief te zijn. Ik, Jij en Zij – we zijn allemaal verschillend. Maar het geloof nodigt ons uit om in eenheid en solidariteit te leven: “U in mij en ik in u, opdat ook zij in ons zijn”.
We zijn niet alleen. We trekken samen op!
Bron: Taizé