Paus Franciscus: “Laten we niet wegkijken van het onrecht tegen kinderen”

Tijdens zijn woensdagcatechese tijdens de Algemene Audiëntie gisteren, sprak paus Franciscus nogmaals over de zorg voor kinderen en het onrecht dat hen wordt aangedaan. Hij riep op tot bewustwording, solidariteit en concrete actie om kinderarbeid, misbruik en uitbuiting van de jongsten in onze samenleving te bestrijden.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Tijdens de vorige audiëntie spraken we over kinderen, en ook vandaag wil ik hier opnieuw bij stilstaan.

Vorige week stonden we stil bij hoe Jezus keer op keer liet zien hoe belangrijk het is om de kleinsten te beschermen, te verwelkomen en lief te hebben. Toch worden vandaag de dag wereldwijd honderden miljoenen kinderen, ondanks dat ze de minimumleeftijd van volwassenheid nog niet hebben bereikt, gedwongen te werken. Velen van hen doen gevaarlijk werk. En dan hebben we het nog niet eens over kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel voor prostitutie, pornografie of gedwongen huwelijken. Dit is bijzonder schrijnend!
In onze samenlevingen worden kinderen helaas op talloze manieren misbruikt en mishandeld. Misbruik van minderjarigen, in welke vorm dan ook, is niet alleen een schandvlek op de samenleving, het is een misdaad! Het is een ernstige schending van Gods geboden! Geen enkel kind zou dit moeten meemaken. Zelfs één geval is al te veel.
Daarom moeten we ons geweten wakker schudden, nabijheid tonen en concrete solidariteit bieden aan misbruikte kinderen en jongeren. Tegelijkertijd moeten we samenwerken en vertrouwen opbouwen met iedereen die zich inzet om kinderen veilige en vreedzame plekken te bieden waar ze kunnen opgroeien.

Ik ken een land in Latijns-Amerika waar een speciale vrucht groeit, genaamd “arandano” (een soort bosbes). Voor het oogsten van deze vrucht zijn tere handen nodig, en daarom worden kinderen gedwongen dit werk te doen. Ze worden als kinderen al tot slaaf gemaakt voor deze oogst.

De wijdverbreide armoede, het gebrek aan sociale steun voor gezinnen, de toenemende marginalisatie door werkloosheid en onzekerheid hebben de grootste impact op de jongsten. In grote steden, waar de sociale kloof en het moreel verval pijnlijk voelbaar zijn, worden kinderen ingezet voor drugshandel en andere illegale activiteiten. Hoeveel van deze kinderen zijn al ten prooi gevallen aan dit onrecht! Soms worden ze zelfs gedwongen om anderen pijn te doen, waardoor ze hun menselijkheid en waardigheid verliezen. En toch, zelfs wanneer we ons bewust zijn van deze verloren levens in onze straten en buurten, kijken we vaak de andere kant op.

In mijn land is er een jongen, Loan genaamd, die is ontvoerd en van wie niemand weet waar hij is. Men vermoedt dat hij is meegenomen voor orgaanhandel. Dit gebeurt – en we weten dat het gebeurt. Sommigen van deze jongeren keren terug met littekens, anderen overleven het niet. Vandaag wil ik Loan in herinnering roepen.

Het is moeilijk voor ons om de sociale ongelijkheid te erkennen die ervoor zorgt dat twee kinderen, misschien zelfs uit dezelfde buurt, totaal verschillende levenspaden bewandelen, simpelweg omdat één van hen uit een achtergesteld gezin komt. Deze menselijke en sociale kloof is onacceptabel: de ene kan dromen, de ander moet lijden. Maar Jezus wil ons allemaal vrij en gelukkig zien. Hij houdt van ieder mens als zijn kind. Vooral de kleinsten koestert Hij met heel zijn hart.
Hij vraagt ons om stil te staan en te luisteren naar de pijn van hen die geen stem hebben en geen scholing kunnen volgen. Het bestrijden van uitbuiting, vooral van minderjarigen, is de enige weg naar een betere toekomst voor de hele samenleving. Sommige landen hebben de wijsheid gehad om de rechten van het kind op te nemen in hun wetgeving.
Kinderen hebben namelijk rechten! Zoek zelf eens op internet naar de rechten van het kind.

En dus kunnen we onszelf afvragen: wat kan ik doen? Allereerst moeten we beseffen dat, als we kinderarbeid willen uitbannen, we hier geen medeplichtigen van mogen zijn. Wanneer zijn we dat wel? Bijvoorbeeld als we producten kopen die zijn gemaakt met behulp van kinderarbeid. Hoe kan ik eten of me kleden, wetende dat achter dat voedsel of die kleding kinderen schuilgaan die werken in plaats van naar school te gaan? Bewustwording over wat we kopen is een eerste stap om geen medeplichtige te zijn. Kijk waar de producten vandaan komen. Sommigen zeggen misschien dat één persoon weinig kan doen, wat waar is. Maar samen kunnen we een zee van verandering creëren.

We moeten ook instellingen, inclusief kerkelijke instellingen, en bedrijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Ze kunnen het verschil maken door te investeren in bedrijven die kinderarbeid niet toestaan. Veel staten en internationale organisaties hebben al wetten en richtlijnen opgesteld tegen kinderarbeid, maar er is meer nodig. Ik roep ook journalisten op – sommigen van jullie zijn hier aanwezig – om hun rol hierin te vervullen: help dit probleem bekend te maken en oplossingen te vinden. Wees niet bang, blijf dit aan de kaak stellen!

Ik dank allen die niet wegkijken wanneer ze zien dat kinderen te vroeg volwassen moeten worden. Laten we ons Jezus’ woorden herinneren: “Al wat u gedaan hebt voor een van de geringsten van mijn broeders, dat hebt u voor Mij gedaan” (Mt 25, 40).

De heilige Moeder Teresa van Calcutta, een vreugdevolle dienaar in de wijngaard van de Heer, was als een moeder voor de meest vergeten en kwetsbare kinderen. Met haar liefdevolle blik kan zij ons helpen de onzichtbare kleintjes te zien – de velen die gevangen zitten in een wereld vol onrecht; een onrecht dat wij niet mogen negeren. Het geluk van de meest kwetsbaren vormt de basis voor de vrede die ons allen verbindt.

Met Moeder Teresa geef ik een stem aan de kinderen:

“Ik vraag om een veilige plek
waar ik kan spelen.
Ik vraag om een glimlach
van iemand die liefheeft.
Ik vraag om het recht

om kind te zijn,
om hoop te zijn
voor een betere wereld.
Ik vraag om te mogen groeien
als een persoon.
Kan ik op jou rekenen?”

Ik dank u.

Bron: Vatican-news