Openbaring van de Heer
Vandaag vieren we het hoogfeest van de Openbaring van de Heer, een dag van vreugde en licht dat ons uitnodigt om na te denken over Gods universele liefde. Dit feest herinnert ons eraan hoe God zich openbaart aan álle volkeren, zoals de magiërs, die geleid door een ster het pasgeboren Kind vonden.
Jesaja beschrijft hoe Gods licht de duisternis overwint en volkeren samenbrengt in een nieuwe vreugde en hoop. In de tweede lezing benadrukt Paulus dat deze eenheid in Christus niet alleen voor een enkeling bedoeld is, maar voor iedereen die zich opent voor zijn belofte. Het gebaar van de magiërs om geschenken te brengen aan Jezus weerspiegelt in het evangelie een diepe erkenning van zijn goddelijk koningschap en menselijkheid.
In ‘Van Woord naar leven’ gaan we dieper in op wat de betekenis van de geschenken van de magiërs aan het kleine kwetsbare kind Jezus voor ons vandaag de dag kan betekenen.
Uit de profeet Jesaja 60, 1-6
Op deze feestdag van Driekoningen nodigt Jesaja ons uit om ons te laten leiden door Gods licht. De lezing wijst ons op de overvloedige geschenken van aanbidding, goedheid en vreugde die voortkomen uit het erkennen van zijn goddelijkheid waarmee Hij naar de aarde afdaalt.
Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de Heer. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de Heer, zijn luister is boven jou zichtbaar. Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel.
Sla je ogen op, kijk om je heen: ze stromen in drommen naar je toe; je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen. Je zult stralen van vreugde als je het ziet, je hart zal van blijdschap overslaan. De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot. Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa. Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met wierook en goud. Zij verkondigen de roemrijke daden van de Heer.
Tussenzang: uit ps 72
(tekst onder geluidsfragment)
Refr.: Alle volken der aarde, huldigen U, Heer.
Mijn God, verleen de koning uw wijsheid,
de koningszoon uw rechtvaardigheid.
Hij moge uw volk rechtvaardig besturen,
uw armen met billijkheid.
Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien,
en welvaart alom tot het einde der maanden.
Regeren zal hij van zee tot zee,
vanaf de rivier tot de grens van de aarde.
Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken,
Arabische heersers en Etiopen betalen hem cijns.
Hem huldigen alle vorsten der aarde,
en alle volkeren dienen hem.
De arme die steun vraagt, zal hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.
Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt hij weer levensmoed.
Uit de brief van Paulus aan de Efesiërs 3, 2-3 + 5-6
Paulus benadrukt hoe God zijn plan verwezenlijkt door alle volkeren in Christus samen te brengen als één lichaam, om samen te delen in de belofte van het evangelie.
Broeders en zusters,
u hebt gehoord dat God zijn plan verwezenlijkt door de genade die ik met het oog op u ontvangen heb. Mij is het geheim geopenbaard waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie.
Vers voor het evangelie (Mt 2, 2b)
Alleluia.
Wij hebben zijn ster zien opgaan
en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Matteüs 2, 1-12
We horen hoe de magiërs, geleid door een ster, de pasgeboren Jezus vinden en aanbidden, terwijl ze Hem de bekende geschenken aanbieden. Het verhaal van de drie magiërs binnen het kerstgebeuren benadrukt dat Gods openbaring niet beperkt is tot één volk, maar alle volkeren uitnodigt om deel te nemen aan de vreugde van de geboorte van de Verlosser.
Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’
Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden.
‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’
Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’
Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.
Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre.
En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Van Woord naar leven
WAT EEN STER KAN DOEN
(Bij het feest van Driekoningen)
De reis van de magiërs uit het Oosten brengt hen naar een onverwachte bestemming: naar een stal, naar een kwetsbaar kind, geboren in armoede en eenvoud. In Hem erkennen zij de ‘koning der Joden’ en bieden hun geschenken aan: goud, wierook en mirre. In de loop der geschiedenis is er heel wat interessante lectuur verschenen die uitlegt wat deze geschenken symbolisch zouden kunnen betekenen. Maar we laten deze studies – hoe waardevol ook – even terzijde. We richten ons op wat het gebaar van geschenken aan een kwetsbaar kind als Jezus ons vandaag kan leren.
Laten we eerst eens kijken naar de ster. De magiërs volgden dit licht en kwamen zo bij de kerststal. Weet, en je weet dat, wanneer je deze overweging leest, comfortabel in een verwarmde ruimte, op je pc, telefoon of tablet, dat er vandaag in onze samenleving vele mensen zijn die – al dan niet letterlijk – in de kou leven. Letterlijk: de armen. Hier in België kom je ze wel eens tegen op straat, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. De meeste armen zien we niet. Ze leven in onze steden in schamele woningen of kamers, in het beste geval met verwarming. Vaak met een karig of zelfs geen inkomen. Met kinderen waarvoor men vaak niet weet of men hen die dag volwaardig eten kan geven. Deze mensen zijn er meer dan we vermoeden. Ze doen een beroep op voedselbanken, op liefdadigheid van – en Godzijdank zijn die er – organisaties die zich voor hen inzetten. Maar ze leven in de realiteit en vaak de schaamte van bittere armoede. Zien wij als gelovigen de ster die boven hun woningen hangt? Zien wij de ster boven de bedelaar langs de kant van de weg, die de nacht doorbracht in een slaapzak op een stuk karton? Zien we de ster? En – nog belangrijker – zijn we bereid om niet naar de ster te staren, maar naar waar de ster ons leidt, namelijk deze kwetsbare medemens? En wat is ons geschenk voor hem of haar? In het beste geval een duitje van onze rijkdom. Daar is niets op tegen. Maar wie geeft het geschenk van medemenselijkheid, van zorg, van aandacht, van ‘er naast komen zitten’? Wie gaat onze arme gezinnen bezoeken, weggestoken achter de grauwe gevels in onze steden? Wie biedt hen gemeenschap aan, een bezoek, daadwerkelijke hulp waar het kan? Dat is dan misschien geen goud, wierook of mirre, maar wel een antwoord op de Heer waar Hij zegt: ‘Alles wat je gedaan hebt voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat heb je voor Mij gedaan.’ (vgl. Mt 25, 40).
Ook Jakobus schrijft hier hier heel duidelijk over: ‘Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, en een van u zegt dan: “Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!” zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood’ (Jak 2, 15-17).
We hebben het hier over mensen die weinig en soms niets hebben. Maar wat met de vele – daarom geen materieel armen – eenzamen in onze samenleving? Tijdens deze feestdagen kwamen vele families en kennissen samen om te vieren, te wensen en geschenken uit te wisselen (overigens een mooie traditie), maar er waren ook heel wat mensen die moederziel alleen deze dagen doorbrachten: alléén, met hun tv, in hun zetel, eenzaam, met een frietje en een voor zichzelf uitgeschonken glas wijn. Mensen komen hier niet mee naar buiten. Traditioneel lees je daar rond Kerst iets over in de krant of andere media, maar doorgaans horen we van deze mensen weinig of niets. Maar weet dat ze met vele tienduizenden zijn in ons land. Mensen die op oudejaar wenen van verdriet omdat ze thuis alleen zitten. Pijnlijk hoor.
Wel, ook boven hen hangt die ster. We zien ze niet met onze fysieke ogen, maar ze hangt er wel. Willen we deze mensen zien? Willen we oog hebben voor hen, niet enkel in de intentie of een vrome voorbede, maar ook en vooral in de daad?
Bij Lucas lezen we hier niet mis te verstane woorden over: ‘Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit’ (Lc 14, 13). Ook eenzamen dus.
En zo kunnen we doorgaan: hoeveel zijn er die – ook al hebben ze schijnbaar een breed sociaal netwerk – depressief zijn en daardoor ook lijden onder eenzaamheid omdat zij in de pijnlijke ervaring leven dat er vrijwel niemand met hen écht ‘meeleeft’? Ik denk ook aan vele ouderen in woonzorgcentra die vaak – terwijl ze schitterende mensen rondom zich hebben in de zorg – toch maar die vele uren per dag alleen vertoeven op hun kamers. In de leestip van vandaag lees je het getuigenis van een jongere die werkzaam is in de groep van ‘Friends’ (een jongerenbeweging binnen Sant’Egidio). De moeite waard om te lezen. Deze jongeren zien en volgen de ster en bieden daadwerkelijk geschenken van aandacht en zorg voor ouderlingen. Mooi hoor.
We kunnen nog een hele oplijsting van kwetsbaren in onze samenleving maken. Eigenlijk hoeven we dit niet te doen, want we weten het wel. De vraag blijft: wat zijn onze geschenken voor deze mensen? Laat ons dit ter harte nemen op dit hoogfeest van Driekoningen. Laat het geen feest zijn dat zich enkel afspeelt in onze kerststal thuis of in de kerk waar we vandaag de drie wijzen wat dichter rond de kribbe hebben geplaatst. Laat het vooral een feest zijn dat ons hart in beweging brengt, bereid zijnde daadwerkelijk geschenken aan te bieden aan de kwetsbaren in onze samenleving door daden te stellen van goedheid en solidariteit.
En om even alles om te draaien: Spiegel je aan God, die het mooiste geschenk heeft aangeboden door zichzelf te geven aan de mensheid in zijn Zoon Jezus. Laten we deze liefde, in liefde, beantwoorden.
Laten we bidden
Goede God,
open onze ogen voor de sterren die schijnen boven onze steden en dorpen, en ons leiden naar vele levens die hunkeren naar liefde. Help ons deze sterren niet enkel te zien, maar laat ze ons aanzetten om heel concreet te handelen.
Roep de Kerk op nabij te zijn aan hen die leven in kwetsbaarheid. Leer de Kerk luisteren en in liefde handelen.
Mogen wij een gemeenschap zijn die van binnenuit aandacht, liefde en zorg geeft aan de vele kleine Jezussen van vandaag.
Om deze genade bidden wij, in zijn naam.
Amen.
Geliefde mensen, laten we Gods licht dragen en uitdragen, in eenvoud en met vreugde. Laten we samen, als Kerk, de wereld waarin God ons zendt, met warme en geëngageerde liefde omarmen.
Veel vreugde op dit feest van de Openbaring van de Heer!
Met een genegen groet,
kris
Om mee op weg te gaan
Ga voor jezelf eens na wat het voor jou kan betekenen om er te zijn voor kwetsbare medemensen. Je hoeft daarvoor geen wereldverbeteraar te zijn. Gewoon eenvoudige, kleine daden van goedheid naar mensen in je omgeving … daar gaat het over.
Nodig eens een arme of een eenzame uit, of bezoek hem of haar.
Is er een woonzorgcentrum in de buurt? Meld je aan als vrijwilliger – je doet gouden werk!
Ondersteun of engageer je in goede initiatieven in je omgeving.
De stad, het dorp, de buurt waar je in woont, zou je leefwereld moeten zijn, in diepe verbinding met haar bewoners.
Leef en bemin vanuit de Heer die in je is. In vreugde en eenvoud. Kom, sta op. Bemin. Het mooiste, echt het mooiste, dat er bestaat!
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.