Nicodemus bij Jezus: een ontmoeting die leven geeft

Deze catechese van paus Franciscus, onderdeel van de reeks ‘Jezus Christus, onze hoop’, werd niet live uitgesproken maar vooraf door hem voorbereid en afgelopen woensdag gepubliceerd via Vatican-news. De Paus gaat dieper in op de ontmoeting tussen Jezus en Nicodemus zoals we dat lezen in het Johannesevangelie. Hij benadrukt hoe Jezus ons van binnenuit vrijmaakt om uit duisternis en twijfel te stappen en dankzij Hem opnieuw geboren te worden tot hoop en nieuw leven.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Met deze catechese willen we enkele ontmoetingen uit de evangeliën nader bekijken, om te begrijpen hoe Jezus ons hoop geeft. Dit zijn ontmoetingen die ons leven verlichten en hoop geven. Soms gebeurt het bijvoorbeeld dat iemand ons helpt om een probleem of moeilijkheid vanuit een ander perspectief te bekijken, of iemand geeft ons eenvoudigweg een woord waardoor we voelen dat we niet alleen zijn in onze pijn. Soms zijn het zelfs stille ontmoetingen, waarbij niets gezegd wordt, maar die momenten helpen ons om opnieuw richting te vinden.

De eerste ontmoeting die ik wil belichten, is die van Jezus met Nicodemus, zoals beschreven in hoofdstuk 3 van het evangelie volgens Johannes. Ik begin met deze ontmoeting omdat Nicodemus iemand is die met zijn levensverhaal laat zien dat het mogelijk is om uit de duisternis te stappen en de moed te vinden om Christus te volgen.

Nicodemus gaat ’s nachts naar Jezus toe: het is een ongebruikelijk tijdstip voor een ontmoeting. In het evangelie van Johannes hebben tijdsaanduidingen vaak een symbolische betekenis: hier verwijst de nacht waarschijnlijk naar de innerlijke toestand van Nicodemus. Hij bevindt zich in de duisternis van twijfel, die duisternis die we ervaren wanneer we niet meer begrijpen wat er in ons leven gebeurt en geen duidelijke weg vooruit zien.

Wanneer je in het donker bent, zoek je natuurlijk naar licht. Johannes schrijft aan het begin van zijn evangelie: “Het ware licht, dat elke mens verlicht, kwam naar de wereld” (Joh 1, 9). Nicodemus zoekt Jezus dus op omdat hij aanvoelt dat Hij het duister in zijn hart kan verlichten.

Toch vertelt het evangelie ons dat Nicodemus aanvankelijk niet begrijpt wat Jezus hem wil zeggen. We zien in deze dialoog veel misverstanden en ironie, een typische stijl van de evangelist Johannes. Nicodemus begrijpt Jezus niet meteen omdat hij blijft denken vanuit zijn eigen logica en denkkaders. Hij heeft een sterke persoonlijkheid en een publieke rol, want hij is een van de leiders van de Joden. Maar waarschijnlijk klopt er iets niet meer voor hem. Nicodemus voelt dat iets niet langer werkt in zijn leven. Hij voelt dat verandering nodig is, maar weet niet waar hij moet beginnen.

Dit gebeurt met ieder van ons in bepaalde fases van ons leven. Als we verandering niet accepteren, als we ons opsluiten in starheid, gewoontes of vaste denkpatronen, riskeren we te sterven. Leven zit juist in het vermogen om te veranderen, om een nieuwe manier te vinden om lief te hebben. Jezus spreekt tegen Nicodemus inderdaad over een nieuwe geboorte, die niet alleen mogelijk is, maar op bepaalde momenten in onze levensreis zelfs noodzakelijk is. De uitdrukking die in de tekst gebruikt wordt, is op zichzelf al dubbelzinnig, omdat het woord anōthen (ἄνωθεν) zowel “van bovenaf” als “opnieuw” kan betekenen. Geleidelijk zal Nicodemus begrijpen dat beide betekenissen samengaan: als we toestaan dat de Heilige Geest nieuw leven in ons verwekt, worden we opnieuw geboren. We ontdekken dan weer het leven dat misschien in ons was uitgedoofd.

Ik heb ervoor gekozen om te beginnen met Nicodemus, ook omdat hij iemand is die met zijn eigen leven laat zien dat deze verandering mogelijk is. Nicodemus is ertoe in staat: uiteindelijk is hij een van degenen die naar Pilatus gaat om het lichaam van Jezus te vragen (vgl. Joh 19,39)! Nicodemus is uiteindelijk tot het licht gekomen, hij is opnieuw geboren en hoeft niet langer in de nacht te blijven.

Veranderingen maken ons soms bang. Aan de ene kant trekken ze ons aan, soms verlangen we ernaar, maar anderzijds zouden we liever comfortabel blijven zitten. Daarom moedigt de Geest ons aan om deze angsten onder ogen te zien. Jezus herinnert Nicodemus – een leraar in Israël – eraan dat ook de Israëlieten bang waren toen ze door de woestijn trokken. Ze raakten zo gefixeerd op hun zorgen, dat die angst uiteindelijk de vorm aannam van giftige slangen (vgl. Num 21, 4-9). Om hiervan bevrijd te worden moesten zij naar de koperen slang kijken die Mozes op een stok had geplaatst; ze moesten omhoogkijken en oog in oog staan met datgene wat hun angst vertegenwoordigde. Alleen door het onder ogen zien van wat ons bang maakt, kunnen we beginnen vrij te worden.

Nicodemus kan, net zoals ieder van ons, zijn blik richten op de Gekruisigde, op Hem die de dood – de diepste bron van al onze angsten – heeft overwonnen. Laten ook wij opzien naar Degene die zij hebben doorstoken, en laten we toe dat Jezus ons tegemoetkomt. In Hem vinden we de hoop om de veranderingen in ons leven aan te gaan en opnieuw geboren te worden.

Bron: Vatican-news

Conversatie tussen Jezus en Nicodemus