‘Net als de Kerk is de liturgie voortdurend in verandering’
In Tertio’s Achterkrant getuigt algemeen secretaris Jeroen Heiremans van de Interdiocesane Commissie voor Liturgie over de schoonheid van de liturgie.
Jeroen Heiremans (1991) droomde ervan te kunnen werken voor de Interdiocesane Commissie voor Liturgie (ICL). Dat die droom nu al in vervulling zou gaan, had hij niet verwacht. Op 1 november 2020 volgde hij kanunnik Joris Polfliet op als algemeen secretaris van de ICL. Met aanstekelijke begeestering vertelt hij in de Achterkrant van Tertio deze week over de kracht die uitgaat van een mooie liturgie en de stappen daartoe die hij in zijn nieuwe functie al heeft kunnen zetten.
Van mijn ouders kreeg ik in 2015 de uitzonderlijke kans om mij, na mijn studies theologie aan de KU Leuven, te specialiseren in liturgie en sacramententheologie aan het Institut Supérieur de Liturgie in Parijs. De liturgie van de Kerk heeft mij al van kindsbeen af aangetrokken. De schoonheid van de rituelen, de gebeden en de gezangen fascineren mij. Daaraan te kunnen deelnemen, maakte mij gelukkig. Als tiener begon ik mij al te verdiepen in de geschiedenis en de betekenis van de liturgie. Door de opgedane kennis kon ik me enerzijds wat storen aan de manier waarop er op sommige plaatsen met de liturgie werd omgegaan. Anderzijds deed het bijwonen van verzorgde vieringen met diepgang mij goed en schonken ze mij een grote innerlijke vreugde. Mooie liturgie is niet alleen heilzaam voor onszelf en voor de gemeenschapsopbouw. Het is ook, zoals de orthodoxe theoloog Alexander Schmemann opmerkt, iets dat we aan de Vader aanbieden door, met en in Christus, in de eenheid van de heilige Geest, ‘voor het leven van de wereld’. Zoals paus Franciscus schrijft in Evangelii Gaudium: De Kerk evangeliseert en wordt zelf geëvangeliseerd door de schoonheid van de liturgie.
Mensen die schoonheid laten ervaren, zie ik als mijn belangrijkste opdracht.
Hervorming Concilie
De liturgievernieuwing van Vaticanum II stopt niet bij de invoering van de nieuwe liturgische boeken. Elke liturgische hervorming behelst een veel langer proces omdat, zoals de Parijse liturgist Pierre-Marie Gy opmerkt, mentaliteiten maar langzaam veranderen. Een van de belangrijkste inzichten die in het Concilie opnieuw werd benadrukt, is dat de liturgie niet door één persoon wordt uitgevoerd, terwijl anderen er gewoon naar kijken. Integendeel, ze is een handeling van de hele gemeenschap. Hoe ver staan we inmiddels op het gebied van meebewegen, meebidden, meezingen, mee stil worden? Ook nu nog hebben we soms de neiging de liturgie te reduceren tot een exclusieve handeling van de priester. Daarvan getuigen sommige digitale vieringen waarbij de voorganger alle liturgische rollen op zich neemt.
De gemeenschapsdimensie van de liturgie blijkt nog geen absolute verworvenheid.
Afwezigheid van Bijbelse vrouwen
Is de liturgiehervorming van Vaticanum II de laatste in de geschiedenis van de Kerk? Dat denk ik niet. Ook de vernieuwde liturgische boeken zijn niet volmaakt. Neem bijvoorbeeld het lectionarium. Zelfs de mensen die aan de vernieuwing ervan hebben meegewerkt, merken op dat er ruimte is voor verbetering. Zo schuift Adrien Nocent het idee naar voren om de tweede lezing op de zondagen in de tijd door het jaar thematisch af te stemmen op de andere twee lezingen. Daarnaast kunnen we ons vragen stellen bij de afwezigheid van bepaalde vrouwen uit de Bijbel in ons huidig lezingenrooster. Vaak komen ze ook maar voor in de optionele ‘langere lezing’. Daarnaast zijn er bij de liturgiehervorming misschien zaken die ook vandaag nog tot ons kunnen spreken, verloren gegaan. Ik moet in dat opzicht altijd denken aan het mooie ritueel uit de oude liturgie van Palmzondag waarbij na de processie en voor het binnengaan in de kerk driemaal met het processiekruis op de poort werd geklopt.
Net als de Kerk is ook de liturgie constant in verandering.