Mens, tot vrijheid geroepen
Na ruim een jaar van vrijheid beperkende maatregelen komt er weer meer vrijheid. Wat betekent dat? En hoe kijken christenen naar vrijheid?
„Hier herwinnen wij onze vrijheid.” Dat opschrift prijkt boven het vaccinatiecentrum in Mechelen. Na ruim een jaar van vrijheid beperkende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus komt er weer meer ruimte om te doen wat we willen doen, en wanneer, hoe en met wie we dat willen doen. Is dat echter wat het betekent om vrij te zijn? Klinkt het in gelovige oren niet anders? „Tot de vrijheid heeft Hij ons vrijgemaakt”, lezen we in de Bijbel. Tijd om het begrip vrijheid te verkennen.
In alle vrijheid stemmen Alicja Gescinska, filosoof aan The University of Buckingham in Londen en auteur van onder meer De verovering van de vrijheid, en Geertjan Zuijdwegt, theoloog aan de KU Leuven en pastor in de centrale gevangenis in Leuven, in met een gesprek.
– Welke vormen van vrijheid ziet u opduiken in het debat over de lockdown en de versoepelingen?
Alicja Gescinska • Door de ingrijpende maatregelen gingen velen zich afvragen hoever de overheid mag gaan in het beperken van de vrijheid van haar burgers. In elk geval maakt die hele situatie duidelijk dat onbeperkte vrijheid intern tegenstrijdig is. Samenleven veronderstelt altijd inperkingen van persoonlijke vrijheden. Mijn vrijheid eindigt waar de jouwe begint. Vrijheid is dus gemaakt op basis van de behoefte van de samenleving, al ervaren we het individueel. Uiteraard neemt dat niet weg dat er debat moet zijn over welke maatregelen wel en niet aangewezen zijn.
Vrijheden dienen voortdurend tegen elkaar afgewogen te worden.
Geertjan Zuijdwegt • De afweging die in de coronapandemie aan de orde is, is vrijheid inleveren voor veiligheid. Dat spanningsveld moeten we erkennen, want het duikt ook op andere domeinen op. Denk maar aan het opofferen van enige privacy om overal beveiligingscamera’s te kunnen plaatsen, wat overigens aantoonbaar niks oplevert. Het wijst er ook op dat je altijd moet opletten om niet eenzijdig in een veiligheidsdenken te stappen, want dan zie je op den duur niet meer wat je kwijtraakt.
– Moet de overheid in een crisis niet onvermijdelijk snel en drastisch handelen?
Geertjan Zuijdwegt • Dat is zeker zo. Bij mijn studenten ervaar ik wel dat behalve die inperkingen op zich ook het verlies van onze impact als burger op de besluitvorming weegt. Voor een filosoof als Hannah Arendt bestaat vrijheid er dan ook net in dat je als burger in de publieke ruimte kunt handelen om samen met anderen de richting van de samenleving te bepalen.
Alicja Gescinska • Je kunt als overheid bij een dergelijke crisis inderdaad geen publiek debat opstarten, maar je moet snel handelen, in onzekere omstandigheden. En ja, de waarden van veiligheid en vrijheid staan in een spanningsveld. Je kunt die twee niet allebei tegelijk volkomen realiseren. Het ene gaat vaak ten koste van het andere.
Wat heb je immers aan je politieke vrijheid wanneer je ligt te sterven in de gang van het ziekenhuis?
Naarmate de crisis vorderde, raakte het discours van sommigen wel verstrikt in die tunnelvisie van de veiligheid en was er te weinig debat. Je moet ook altijd aanvaarden dat risico nu eenmaal hoort bij het leven. Volledige veiligheid nastreven, is dan ook onmogelijk en nadelig.
– Toont de crisis volgens u aan dat onze cultuur is doorgeslagen in een ik-gerichte vrijheid?
Alicja Gescinska • Daar moeten we opletten voor een valse tegenstelling. Je leert je ‘ik’ pas kennen dankzij een ‘wij’ dat eraan voorafgaat. Omgekeerd veronderstelt een gezond ‘wij’ dat het ‘ik’ van elke persoon wordt erkend. De mens is geen mier die opgaat in de groep. Het ‘ik’ respecteren, hoeft dan ook niet te leiden tot egoïsme. Wel stoor ik me aan mensen die op sociale media of op hun kleding uitpakken met slogans als „Ik ben niemand iets verschuldigd” of „Ik moet me tegenover niemand verantwoorden”. Dat klopt gewoon niet. Dat ik mezelf kan begrijpen als een vrije mens met recht op een stem danken we net aan onze relaties met anderen. Als individu blijf je dan ook altijd schatplichtig aan de samenleving. Ook problematisch vind ik het opeisen van een bepaald soort vrijheid voor jezelf waarbij je je partner en je kinderen twee maand achterlaat om op een yogamatje in de bergen jezelf te gaan ontdekken. Wie je bent, zul je daar niet vinden. Dat blijkt net uit je interacties met anderen.
Geertjan Zuijdwegt • Ik moet nu denken aan het gedicht Paradise Lost van John Milton. Daarin wil Satan zichzelf geschapen hebben en ontkent hij zo zijn eigen bepaaldheid. Voor sommigen lijkt ook vandaag het ideaal te zijn dat ze hun identiteit kunnen definiëren tegen elke vorm van bepaald zijn in. Dat is een kwalijke tendens, want het stopt nooit en geeft onrust.
Je zult altijd in jezelf weer nieuwe lagen en vormen van bepaaldheid ontdekken.
Het komt er volgens mij net op aan dat we kunnen erkennen wat ons bepaalt, met inbegrip van wat daarin pijn doet, en aanvaarden dat we niet om het even wie of wat kunnen zijn. Dat we in de coronacrisis werden teruggeworpen op onszelf en weinig zelf verantwoordelijkheid konden opnemen, versterkte die individualistische vrijheidsopvatting mogelijks nog.
– In de christelijke traditie kennen we ook nog zoiets als ‘innerlijke vrijheid’. Wat zegt u dat?
Alicja Gescinska • Innerlijke of persoonlijke vrijheid breng ik, zeker vanuit de christelijke traditie, allereerst in verband met het kunnen leven volgens mijn persoonlijk geweten. De hele crisis toont ook dat we ons er steeds voor moeten hoeden niet te belanden in een samenleving waarin het enkel draait om het gehoorzamen aan regels en waarin geen ruimte meer is om je geweten te volgen. Hoewel je dus altijd ook schatplichtig bent aan de samenleving, moet je als individu in die zin dus wel kunnen ingaan tegen de groep.
Geertjan Zuijdwegt • Hoe we nu zullen omgaan met wie uit gewetensbezwaren weigert om zich te laten vaccineren, wordt een belangrijke test op dat punt.
– Innerlijke vrijheid is dus niet de durf om ‘je goesting’ te doen, maar om je geweten – de stem van God? – te volgen. Klinkt best anders, niet?
Geertjan Zuijdwegt • Je verlangen of je gevoelens volgen, je zin doen, dat kun je je voorstellen als een stroom waarop je je laat meedrijven. Een stroom van het geweten bestaat echter niet. Het geweten heeft immers onherroepelijk iets van een onderbreking.
Het geweten werpt ons terug op onszelf.
Dat zet aan tot een soort van innerlijke dialoog waardoor we positie kunnen innemen tegenover een situatie. Innerlijke vrijheid mag je dus niet loskoppelen van concrete omstandigheden waarin je keuzes moet maken. Het is niet iets louter privé, daar ergens in je binnenste, dat voor de rest niet te maken zou hebben met de werkelijkheid rondom je.
Alicja Gescinska • Je geweten volgen is dan ook niet altijd makkelijk en vergt vaak moed. Ga je uit principe in tegen je baas en riskeer je je baan te verliezen? Of weegt je werkzekerheid door? Hoe moeilijk het ook is, telkens wanneer mensen de moed opbrengen om in geweten te handelen, vind ik dat ontroerend mooi.
Bron: Kerk & Leven