maandag in week 4 van de veertigdagentijd
Wat gebeurt er wanneer Gods Woord in ons tot leven komt, midden in de gebrokenheid van onze wereld? De profeet Jesaja schildert een toekomst vol vreugde en vrede, terwijl het evangelie een ontmoeting toont waarin geloof nieuw leven wekt. Twee teksten, ver van elkaar in tijd en plaats, maar verbonden door een diep verlangen naar heling en hoop. Mogen de lezingen van vandaag een wake-upcall zijn voor hoe wij kijken naar deze wereld – en hoe wij erin staan.
Uit de profeet Jesaja 65, 17-21
In een visioen van toekomstig heil belooft God via de profeet Jesaja een radicale herschepping van hemel en aarde – een werkelijkheid waarin vreugde, leven en gerechtigheid het laatste woord krijgen.
Zo spreekt de Heer:
‘Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Verheug je voor altijd en jubel om wat Ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde. Dan zal Ik over Jeruzalem jubelen en me verheugen over mijn volk. Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt. Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten.’
Zo spreekt de almachtige Heer.
Tussenzang: Psalm 30, 2-6 + 11-13
Refr.: Heer, mijn God, U wil ik eeuwig loven!
Hoog wil ik U prijzen, Heer, want U hebt mij gered
en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
Heer, mijn God, ik riep U te hulp
en U hebt mij genezen.
Heer, U trok mij uit het dodenrijk omhoog,
ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven.
Zing voor de Heer, u die Hem trouw bent,
loof zijn heilige Naam.
Zijn woede duurt een oogwenk,
zijn liefde een leven lang.
Met tranen slapen we ’s avonds in,
’s morgens staan we juichend op.
Luister, Heer, en toon uw genade,
Heer, kom mij te hulp.
U hebt mijn klacht veranderd in een dans,
mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld.
Mijn ziel zal voor U zingen en niet zwijgen.
Heer, mijn God, U wil ik eeuwig loven.
Vers voor het evangelie: Joh 3, 6
God had de wereld zo lief
dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven,
opdat iedereen die in Hem gelooft
niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft.
Uit het evangelie volgens Johannes 4, 43-54
Wanneer Jezus terugkeert naar Galilea, wordt Hij ontvangen door mensen die vooral geraakt zijn door zijn wondertekenen. Maar in de ontmoeting met een vader in nood wordt duidelijk wat waar geloof is: niet vasthouden aan uiterlijke tekenen, maar zich toevertrouwen aan Jezus zelf, op zijn woord alleen.
Jezus vertrok verder naar Galilea, want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet wordt erkend. Toen Hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen Hem gastvrij omdat ze hadden gezien wat Hij op het feest in Jeruzalem allemaal had gedaan; daar waren ze zelf bij geweest.
Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar Hij van water wijn had gemaakt.
Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was. Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar Hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: ‘Jullie geloven alleen maar als je tekenen en wonderen ziet!’
Maar de hoveling drong aan: ‘Heer, ga toch mee, voordat mijn kind sterft.’ ‘
Ga maar naar huis,’ zei Jezus, ‘uw zoon leeft.’
De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hun sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: ‘Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.’
De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Uw zoon leeft.’
Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten.
Dit deed Jezus toen Hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede teken.
Van Woord naar leven
WAKKER WORDEN VOOR GODS DROOM
Jesaja schildert ons vandaag een visioen van licht en hoop. “Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde,” belooft God. Jeruzalem wordt een stad vol vreugde, haar volk leeft in rechtvaardigheid en vrede, en er klinkt geen geween of geweeklaag meer. Het is een droombeeld van een wereld zoals God die bedoelt: geen vroegtijdige dood, geen verdriet – slechts leven in overvloed en diepe vreugde.
Maar hoe pijnlijk contrasteert dit visioen met de huidige wereld om ons heen. We kennen de twee grote oorlogen en de vele andere gewapende conflicten die vandaag onze wereld pijnlijk verscheuren. Een nietsontziende wapenwedloop verslindt miljarden die hard nodig zijn om armoede te bestrijden. Een handvol machthebbers regeert met ijzeren vuist, terwijl de noden van gewone mensen vaak genegeerd worden. Deze harde realiteit staat mijlenver van de vreugdevolle, rechtvaardige aarde waarvan Jesaja droomt.
Bijbelse visioenen zoals dat van Jesaja, dat ons vandaag wordt voorgehouden, zijn geen hemelse zoethoudertjes en al zeker geen ontsnappingsfantasieën die ons naar een soort droombubbel voeren. Nee, ze worden ons gegeven binnen een vaak harde realiteit als een oproep tot ontwaken. God wil met dergelijke visioenen ons wakker schudden uit mogelijke berusting. Ook toen Jesaja deze woorden sprak, leefden de mensen vaak gelaten, zonder hoop op verandering. Het visioen van de nieuwe hemel en aarde moest hen wakker maken uit hun moedeloosheid. Op dezelfde manier wil dit visioen ons vandaag uit mogelijke verdoving halen en onze ogen openen voor Gods mogelijkheden.
Bijbelse visioenen houden ons een ideaal voor ogen – niet om ons te laten wegdromen, maar om ons te inspireren tot actie. Ze laten zien hoe het wérkelijk kan zijn tussen mensen wanneer Gods liefde alle kansen krijgt. Dat toekomstbeeld moeten we niet alleen voor ogen houden en koesteren, maar ook nastreven. Het is een droom die vraagt om onze persoonlijke én gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Ieder van ons is uitgenodigd om zich met toewijding en daadkracht in te zetten om Gods visioen – in zijn naam – te concretiseren.
In het evangelie van vandaag zien we hoe Jezus zo’n visioen van vrede en herstel belichaamt. Een wanhopige vader komt tot Jezus: zijn zoon ligt op sterven. In dit verhaal schept Jezus nieuw leven door zijn woord. “Ga heen, uw zoon leeft,” zegt Hij. Op dat woord geneest de jongen, ook al is Jezus niet eens fysiek aanwezig bij het ziekbed. In dat huisgezin breekt een glimp van de nieuwe aarde door: waar eerst doodsangst was, komt nu vreugde, gezondheid en geloof. Jezus’ teken van genezing belichaamt Gods vrede en herstel op kleine schaal – een voorproefje van de wereld die Jesaja in zijn visioen verwoordt.
Tegelijk heeft Jezus een kritische blik op een geloof dat alleen gebaseerd is op zichtbare wonderen. “Jullie geloven alleen maar als je tekenen en wonderen ziet,” merkt Hij op. Daarmee doorprikt Hij de houding van mensen die slechts geloven wanneer het hun direct iets oplevert. Jezus nodigt uit tot een dieper geloof, een vertrouwen dat verder kijkt dan onmiddellijke zichtbare bewijzen.
Gods visioen overstijgt het persoonlijke zonder het te ontkennen. Natuurlijk mogen we met onze zorgen en noden tot God gaan; Hij luistert met liefde naar elke vraag, hoe klein ook. Maar tegelijk nodigt Hij ons uit om verder te kijken dan wat zichtbaar is, veel verder ook dan ons eigen persoonlijk leven. Gods droom betreft – naast onze individuele redding – het heil van de héle mensheid en van de schepping. En hoe belangrijk onze persoonlijke probleempjes ook zijn, als gemeenschap zijn we geroepen om dragers van hoop te zijn, gericht op onze grote, vaak gewonde wereld. Zo geven wij samen gestalte aan het visioen dat Jesaja schetst – niet alleen voor onszelf, maar voor allen.
Als Kerk hebben we hierin een bijzondere roeping. We zijn geroepen te leven vanuit het Woord, dus ook vanuit het visioen dat Jesaja vandaag schetst. Laten wij als Kerk dit visioen belichamen, geleid door de levende Heer, die het levend hart is van de Kerk. In onze liturgie horen en vieren we Gods belofte, van waaruit wij die belofte moeten waarmaken in daden van liefde en solidariteit. We mogen niet wegkijken van het leed en de verdeeldheid in de wereld, want wij hebben de opdracht gekregen het licht van Gods nieuwe wereld te laten schijnen. Christus ging ons hier niet enkel in voor, maar wil ook zelf de Spirit zijn van ons handelen vandaag.
Laten we ons door Hem leiden en samen werken aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, zowel in het klein als in het groot – in onze gezinnen, onze gemeenschappen, onze samenleving. Laten we als Kerk een levend teken van hoop zijn: een gemeenschap die concreet laat zien dat Gods droom met de mensheid geen verre illusie is, maar een realiteit van vandaag; in en met en door ons.
Laten we bidden
Goede God,
open onze ogen
voor uw droom van vrede en gerechtigheid.
Wek in ons het verlangen
om mee te bouwen aan een nieuwe aarde,
waar liefde leeft, en hoop zichtbaar wordt.
Moge uw Geest ons van binnenuit enthousiasmeren
tot een Kerk waar uw Zoon
alle ruimte krijgt zijn liefde gestalte te geven,
in, door en met ons.
In zijn naam.
Amen.
Geliefde mensen,
laat ons de wereld met Gods liefde omarmen en meewerken aan een nieuwe aarde, waar gerechtigheid groeit en vrede ademt.
Zegen over deze nieuwe week.
kris
Om mee op weg te gaan
Wat betekenen voor jou die Bijbelse visioenen, die zo vaak een beeld schilderen van een wereld vol vrede, recht en vreugde? Zie je voor jezelf een mogelijkheid om iets van die droom zichtbaar te maken in je omgeving? Denk gerust heel concreet.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.