maandag in week 4 door het jaar
We dragen allemaal duistere plekjes in ons hart, schuilhoeken waar we liever niet naar kijken en die we zelfs voor God verborgen houden. Toch zien we in de evangelielezing hoe Jezus niet terugschrikt voor de duisternis, maar deze tegemoet treedt en bevrijding brengt. Zoals de bezetene in de spelonken woonde, zo kunnen ook wij gevangen zitten in patronen van zonde, angst of koppigheid.
In de eerste lezing horen we over mensen die, nog voordat Christus gekomen was, standhielden in geloof. Zij vertrouwden op Gods belofte, ook al zagen ze de vervulling in Christus nog niet. Hoeveel te meer zouden wij, die Christus wél mogen kennen als onze Verlosser, in dat geloof mogen leven?
De vraag van vandaag is: Zijn we bereid om Christus’ licht te ontvangen en, zoals de bevrijde man uit het evangelie, te getuigen van Gods barmhartigheid?
Uit de brief aan de Hebreeën 11, 32-40
In deze eerste lezing horen we over de kracht van geloof: mannen en vrouwen die, ondanks vervolging en lijden, standhielden in vertrouwen, en dit terwijl Gods belofte nog niet in vervulling was gegaan.
Broeders en zusters,
wat valt hier nog aan toe te voegen? De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuel, en over de profeten, die door hun geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid lieten gelden, en kregen wat hun beloofd was; die leeuwen de muil toeklemden, aan vuur de laaiende kracht ontnamen en ontkwamen aan de houw van het zwaard; die in zwakheid kracht ontvingen, in de oorlog machtige helden werden en vijandelijke legers op de vlucht joegen. Vrouwen kregen hun doden terug doordat die uit de dood opstonden. Anderen werden gemarteld tot de dood erop volgde en wilden van geen vrijlating weten, omdat ze uitzagen naar een betere opstanding. Weer anderen kregen te maken met bespotting en geseling, zelfs met arrestatie en gevangenschap. Ze werden gestenigd of doormidden gezaagd, of stierven door een moordend zwaard. Ze zwierven rond in schapenvachten of geitenvellen, berooid, vernederd en mishandeld. Ze doolden door verlaten oorden en berggebieden en verscholen zich in grotten en holen onder de grond. Ze waren voor de wereld te goed. Al deze mensen, die van oudsher om hun geloof geprezen worden, hebben de belofte niet in vervulling zien gaan omdat God voor ons iets beters had voorzien, en Hij hen niet zonder ons de volmaaktheid wilde laten bereiken.
Tussenzang: Psalm 31, 20-24
Refr.: Houd moed en wees niet bang, jullie die op de Heer vertrouwen.
Hoe groot is het geluk
dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen,
dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U,
heel de wereld zal het zien.
U verbergt hen in de beschutting van uw gelaat
voor de lagen en listen van mensen,
uw tent biedt hun een schuilplaats
voor de laster van kwade tongen.
Geprezen zij de Heer om zijn trouw,
Hij heeft een wonder voor mij verricht,
Hij ontzette mij als een belegerde stad.
In mijn angst had ik gezegd:
‘Ik ben verbannen uit uw ogen,’
maar U hebt mijn smeekbede gehoord
toen ik U om hulp riep.
Getrouwen van de Heer, heb Hem lief.
De Heer behoedt de standvastigen,
voorgoed rekent Hij af met de hoogmoedigen.
Vers voor het evangelie (cfr. Lc 8, 15)
Alleluia.
Zalig zij die het Woord Gods dat zij hoorden
in een goed en edel hart bewaren
en vrucht voortbrengen door hun standvastigheid.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 5, 1-20
In deze evangelielezing zien we hoe Jezus zijn goddelijke macht openbaart door een bezeten man te bevrijden, waardoor niet alleen zijn leven radicaal verandert, maar ook de omstanders met ontzag en verwarring achterblijven.
Jezus en zijn leerlingen kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. Toen Hij uit de boot gestapt was, kwam Hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was en in de spelonken woonde. Niemand kon hem meer vastbinden, zelfs niet met kettingen. Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen.
Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op Hem af en wierp zich voor Hem neer, en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met Jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer Je bij God: doe me geen pijn!’ Want Hij had tegen hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’
Jezus vroeg hem: ‘Wat is je naam?’
En hij antwoordde: ‘Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.’
Hij smeekte Hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen.
Nu werd er op de berghelling een grote kudde varkens gehoed.
De onreine geesten smeekten Hem: ‘Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.’
Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water.
De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat ze hadden meegemaakt, en de mensen gingen kijken wat er gebeurd was.
Ze kwamen bij Jezus en zagen de bezetene daar zitten, gekleed en bij zijn volle verstand, dezelfde man die altijd bezeten was geweest door het legioen, en ze werden door schrik bevangen.
Degenen die alles gezien hadden, legden uit wat er met de bezetene en met de varkens was gebeurd. Daarop drongen de mensen er bij Jezus op aan om hun gebied te verlaten.
Toen Hij in de boot stapte, smeekte de man die bezeten was geweest om bij Hem te mogen blijven. Dat stond Hij hem niet toe, maar Hij zei tegen hem: ‘Ga naar huis, naar uw eigen mensen, en vertel hun wat de Heer allemaal voor u heeft gedaan en hoe Hij zich over u heeft ontfermd.’
De man ging weg en begon in de Dekapolis rond te vertellen wat Jezus voor hem had gedaan, en iedereen stond verbaasd.
Van Woord naar leven
WAAR HET LICHT DE DUISTERNIS ONTMOET
(Bij Mc 5, 1-20)
Vandaag beluisteren we een ontmoeting tussen God en het kwaad, tussen Jezus en een bezetene. Het is een aangrijpend verhaal waarin zowel de kracht van het kwaad als de bevrijdende macht van Jezus duidelijk zichtbaar worden.
Op het eerste gezicht lijkt het een merkwaardig verhaal. Maar wie het echt tot zich laat doordringen, zal snel beseffen dat het ook over onszelf gaat.
Het kwaad huist in ieder van ons. Dat klinkt misschien als een cliché, maar het is een feit. Wie beweert nooit last te hebben van het kwaad, kan zich scharen bij Maria Onbevlekt Ontvangen. Maar voor zover wij weten, staat zij daar nog steeds alleen, liefdevol met haar Zoon in haar armen.
Jezus komt ons kwaad tegemoet, zoals Hij ook naar de bezetene toegaat in het verhaal van vandaag. Jezus wacht niet tot de zondaar naar Hem komt. Nee, Hij zet de eerste stap, Hij nadert de zondige mens. Dat is goed nieuws voor ons. Wees dus waakzaam, want Hij kan er ineens staan. Hij kan zich op velerlei wijzen kenbaar maken: sprekend in je gebed, doorheen het Woord van de Schrift, via een medemens, door een situatie, in de eucharistie, in de biecht, via lectuur of film, en op zoveel andere manieren. God is bijzonder creatief als het hierop aankomt. Het is aan ons om Hem welkom te heten. Laten we dus waakzaam zijn en onze harten openstellen voor Hem.
Het kwaad in de bezetene kwam in opstand, zo lezen we. Hoe herkenbaar is dat! Laten we eerlijk zijn: soms koesteren we het kwaad, willen we het niet loslaten. We denken het los te laten in intentie, maar we doen het niet in de daad. Ieder van ons heeft zulke plekken waar we liever niet willen dat de Heer zich mee bemoeit. Dat zijn duistere hoeken waar we ons af en toe in terugtrekken, ons erin nestelen, wetend (en daar is de mens merkwaardig in) dat dit ons verwijdert van de Heer, weg van de waarheid, weg van de liefde. Zoals Paulus zegt: ‘Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik.’ (Rom. 7, 19)
Gelukkig is Jezus groter dan onze koppigheid. In zijn goddelijke liefde komt Hij naar ons toe om ons aan te raken en op zijn woord het kwaad te verdrijven. Ja, ondanks onze innerlijke opstand.
En dan komt het cruciale moment: de keuze. De bezetene in het verhaal van vandaag had kunnen weglopen. Maar dat deed hij niet. Integendeel, hij ging Jezus tegemoet, met heel het legioen kwade geesten die hij in zich meedroeg. Dit geldt ook voor ons. Wij hebben de vrijheid om weg te lopen van de Heer. Wij kunnen ervoor kiezen ons hart gesloten te houden voor Jezus. Wij kunnen de weg van het ‘ja’ bewandelen of de weg van het ‘nee’. Wie kiest voor ‘nee’, kiest tegen de verlossing, tegen de bevrijding, tegen de opstanding; hij kiest voor de leugen. Wie kiest voor ‘ja’, kiest voor het leven, voor God, voor de liefde, voor de opstanding; hij kiest voor de waarheid.
De vraag is: zijn wij bereid om de verlossing van de Heer toe te laten?
Weet dat Jezus macht heeft over het kwaad in elk mensenhart. Hij heeft de macht over diep ingewortelde gewoontes en dagelijkse neigingen tot kwaad. Maar we moeten het Hem laten doen. We kunnen het niet zelf.
Mogen we innerlijk arm worden, Hem welkom heten tot in de diepste grafspelonken van ons hart. Moge Hij ons aanraken, ons optillen in zijn licht, ons ten diepste genezen.
En getuig! Ja, getuig zoals de bezetene na zijn verlossing moest getuigen onder de mensen waar hij woonde. Het was een opdracht die hij van de Heer kreeg. En Jezus geeft die opdracht ook aan ons. Getuig door uw wijze van leven: wees de barmhartigheid van de Heer voor uw medemens, heb uw naaste lief zoals Jezus u liefheeft, vergeef zoals God u vergeeft, wees teder en sterk, zacht en moedig.
Ja, de wereld mag aan ons zien dat God bestaat en dat Hij verlossend aanwezig is.
Laten we bidden
Goede God,
U roept ons tot vrijheid,
maar dikwijls zijn wij gebonden
door het kwaad
en zoeken we enkel wat ons behaagt.
Bevrijd ons van elke vorm van kwaad,
doe ons leven in uw Zoon,
en schenk ons de moed
om van uw barmhartigheid te getuigen.
Door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, laat je raken door God. En sta toe dat God door jou heen anderen aanraakt. Moge de liefde gevierd worden.
Zegen over deze nieuwe week.
Van harte, kris
Om mee op weg te gaan
Sta stil bij de verborgen plekken in je hart, de kamers waar je de Heer (nog) niet hebt toegelaten. Waar klamp je je vast aan wat je eigenlijk zou moeten loslaten? Durf je Jezus uit te nodigen in die duistere hoeken, waar angst, schuld of trots je tegenhouden? Hij komt niet om te veroordelen, maar om te bevrijden, om je bij de hand te nemen en je in zijn licht te brengen.
Laten we knielen, ons openen, ontvangen. Pasen wacht op ons.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.