maandag in week 29 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 20-25

Abraham is onze vader in het geloof. Hij aanvaardt een schijnbaar onzinnige belofte: als oude man zal hij van een onvruchtbare vrouw afstammelingen krijgen die niet te tellen zijn. Maar wat de Almachtige aankondigt brengt Hij ook ten uitvoer. En Abraham geloofde. Ook wij zullen worden gered door het geloof in God die Jezus deed verrijzen.

Broeders en zusters,
Abraham twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God. Hij was ervan overtuigd dat God bij machte was te doen wat Hij had beloofd, en dat geloof werd hem als rechtvaardigheid toegerekend. De woorden ‘dat werd hem toegerekend’ zijn niet alleen voor hem opgeschreven, maar ook voor ons, want ook wij zullen als rechtvaardigen worden aangenomen omdat we ons vertrouwen stellen in Hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt: Hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.

Tussenzang (Lc 1, 69-75)

Refr.: Geprezen zij de Heer, de God van Israël, Hij heeft zich over zijn volk ontfermd en het verlost.

Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals Hij van oudsher heeft beloofd
bij monde van zijn heilige profeten.

Bevrijding uit de hand van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert Hij zich zijn heilig verbond.

De eed die Hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
dat wij, bevrijd van onze vijanden
en vrij van angst, Hem dienen zouden,
oprecht en toegewijd, ons leven lang.

Uit het evangelie volgens Lucas 12, 13-21

Men legt Jezus een erfenisbetwisting voor. Maar Hij weigert tussenbeide te komen. Aardse goederen zijn geen verzekering voor het ware leven. Christenen kunnen hun leven niet inrichten zonder rekening te houden met God.

Iemand uit de menigte zei tegen Jezus: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’
Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’
Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’
En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?”
Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Van Woord naar leven

RIJK ZIJN IN GOD
(Bij Lc 12, 13-21)

Het evangelie vandaag eindigt met: ‘Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Waar zijn we soms mee bezig in ons leven? Inderdaad, met het vullen van onze voorraadschuren, op allerlei vlak. Heel vaak ik-gericht. Dat is dus niet rijk zijn bij God. Integendeel, het is bittere armoede.

Rijk zijn bij God betekent de ommekeer maken van ‘leven voor mezelf’ naar ‘leven voor God’ (lees: leven voor de liefde in naam van de Heer). Het is leven in Hem, gehoor geven aan wat Hij vraagt, leven in zijn genade. Het is arm zijn van geest om rijk te zijn van Hem. Het is leven aan Gods zijde, Hem als Vriend in je dragen, je door Hem laten bevruchten, Hem het levend centrum van je bestaan laten zijn.

Wie zo leeft is rijk in God. Men weet zich immers een penseel in de handen van de Heer, zich verlatend op Hem.

Deze weg kunnen we maar gaan wanneer we bereid zijn van onze troon te komen en ons in nederigheid te verbinden met de heilige Geest die in ons gelegd is. Hij – de Geest – zal ons brengen in Christus die in ons zijn thuis heeft. Hij nodigt ons op onze beurt uit thuis te komen in Hem. Eenmaal bij elkaar thuis gekomen zal Hij ons opnemen in zijn jawoord tot de Vader en zullen we in staat zijn de weg van Gods liefde te gaan.

Wat een feest christen te mogen zijn !

Laten we bidden

Goede Vader,
moge uw Geest ons in Christus brengen,
opdat wij als een penseel in zijn handen,
uw liefde mogen zijn naar allen en alles,
als een feest zonder ophouden.
Om deze genade bidden wij,
alle dagen van ons leven,
tot in eeuwigheid.
Amen.

Een mooie maandag, waar de liefde – in naam van de Heer – centraal mag staan.
Van harte, kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.