maandag in week 26 door het jaar

Uit het boek Job 1, 6-22

Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de Heer, en ook de satan bevond zich onder hen.
De Heer vroeg hem: ‘Waar kom je vandaan?’
Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’
De Heer vroeg aan de satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad.’
De satan antwoordde de Heer: ‘Zou Job werkelijk zonder reden zoveel ontzag voor God hebben? U beschermt hem immers, evenals zijn gezin en alles wat hem toebehoort. U hebt het werk dat hij doet gezegend, zodat zijn bezit zich steeds meer uitbreidt. Maar als U uw hand naar hem uitstrekt en aantast wat hem toebehoort, zal hij U ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken!’
Toen zei de Heer tegen hem: ‘Luister, met alles wat van hem is mag je doen wat je wilt, maar raak Job zelf niet aan.’
Hierop vertrok de satan.
Toen Jobs zonen en dochters op een dag weer in het huis van hun oudste broer zaten te eten en te drinken, kwam er een boodschapper bij Job en zei: ‘De runderen trokken de ploeg en de ezelinnen liepen vlakbij in de wei te grazen, maar plotseling werden we overvallen door de Sabeeërs, die het vee roofden en de knechten met hun zwaarden doodden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’
Nog voordat de boodschapper uitgesproken was, kwam er een volgende met het bericht: ‘Een verwoestende bliksem uit de hemel trof de schapen en geiten en de knechten, en het vuur verbrandde en verteerde allen. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’
En ook hij was nog niet uitgesproken of er kwam een volgende met het bericht: ‘De Chaldeeën overvielen ons van drie kanten en roofden de kamelen, en ze doodden de knechten met hun zwaarden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’
Ook deze boodschapper was nog niet uitgesproken of er kwam een volgende met het bericht: ‘Uw zonen en uw dochters zaten in het huis van hun oudste broer te eten en wijn te drinken. Maar plotseling werd het huis getroffen door een hevige storm uit de woestijn, zodat de vier muren instortten, en uw kinderen onder het puin bedolven werden en de dood vonden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’
Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich ter aarde. En hij zei: ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen, naakt zal ik tot de aarde terugkeren. De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen.’
Ondanks alles zondigde Job niet en maakte hij God geen enkel verwijt.

Tussenzang: Ps 17, 1-3 + 6-7

Refr.: Heer, ik roep U, zie mij aan en luister naar mijn stem.

Luister, Heer, ik vraag om recht,
luister naar mijn smeken,
hoor mijn gebed –
geen leugen komt over mijn lippen.

Laat van U het oordeel komen,
laat uw oog mijn oprechtheid zien.
Beproeft en peilt U mijn hart,
onderzoekt U mij in de nacht.

U zult niets in mijn nadeel vinden,
geen kwaad kwam uit mijn mond.
Ik roep tot U om hulp,
want U geeft mij antwoord.

Wil mij horen, God,
luister naar mijn spreken,
toon mij de wonderen van uw trouw.
Wie bij U schuilen redt U
van hun tegenstanders,
met uw machtige hand.

Vers voor het evangelie (Ps 25, 4c + 5a)

Alleluia.
Leer mij uw paden te gaan, Heer;
Wijs mij de weg van uw waarheid.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 9, 46-50

De leerlingen begonnen onderling te redetwisten over de vraag wie van hen de belangrijkste was.
Jezus wist wat hen bezighield en Hij nam een kind bij zich, dat Hij naast zich neerzette. Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’
Daarop zei Johannes: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij U niet samen met ons volgt.’
Jezus zei tegen hem: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’

Van Woord naar leven

SAMENKLANK VAN HART EN HANDEN
(Bij Lc 9, 49-50)

Wanneer Johannes het vandaag heeft over iemand die in Jezus’ naam demonen uitdreef, maar niet deel uitmaakt van hun kring, reageert Jezus met een openhartige oproep: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’ Dit onderstreept een belangrijk principe: Gods Geest is werkzaam op vele plaatsen en in vele harten, ook daar waar wij het misschien niet verwachten.

Als Kerk doen we veel goeds in de naam van Christus. We voelen ons gezonden en gedragen door zijn nabijheid. Maar laten we ons bewust zijn van het feit dat er buiten onze gemeenschap ook talloze mensen zijn die zich inzetten voor liefde en gerechtigheid. Vrome moslims, joden, spiritueel bewogen mensen uit welke hoek ook, en zelfs atheïsten kunnen, net als wij, de waarden van medemenselijkheid en naastenliefde belichamen.

We mogen niet te snel oordelen over anderen die zich geen christen noemen. God werkt op verschillende manieren. In het huis van de Vader zijn immers vele kamers (Joh 14, 12). Het is aan ons om de handen te reiken naar al die vele anderen die ook trachten het goede te doen, om samen met hen te werken aan een wereld waar het goed is om leven voor iedereen.

En dan hebben we nog die andere woorden van Jezus, waar Hij zegt: ‘Niet iedereen die “Heer, Heer” zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, maar alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader’ (Mat 7, 21). We mogen niet te snel denken dat onze gebeden en onze roep om de Heer ons automatisch toegang geven tot de hemel. We roepen ‘Heer, Heer’ en bidden met hart en ziel, en dat is van groot belang. In het gebed geven we de Heer immers alle ruimte om ons van binnenuit te vormen en te leiden. Toch ligt het echte bewijs van ons geloof in onze daden (Jak 2, 26). Het gaat niet om de lippenstift van ons geloof, maar om het volbrengen van Gods wil op aarde. We worden uitgenodigd om niet alleen te bidden – hoe belangrijk ook -, maar ook om actief deel te nemen aan Gods werk van liefde en rechtvaardigheid.

Terug naar het evangelie van vandaag: laten we onze roeping als christenen serieus nemen en tegelijkertijd het goede omarmen dat buiten onze gemeenschap gebeurt. Mogen we samenwerken met alle mensen van goede wil overal op aarde. Zo kunnen we met z’n allen, ieder vanuit zijn eigen plek, bijdragen aan een wereld waarin de liefde van God weerklinkt, ongeacht de achtergrond of overtuiging van degenen die deze liefde belichamen.

Laten we ons hart openstellen voor de werking van de heilige Geest, die ons leidt in onze weg van geloof en ons verbindt met anderen, zodat we samen kunnen bouwen aan een wereld van liefde en hoop.

Laten we bidden

Heer,
dank U voor de werking van uw Geest
die ons verbindt met allen die goedheid nastreven.
Help ons om met open harten te kijken
naar anderen en allen te verwelkomen.
Moge U ons leiden in Gods wil.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, mogen we steeds met een open hart verbinding zoeken met anderen, om samen te werken aan een wereld vol liefde en rechtvaardigheid. Moge de heilige Geest ons daarbij leiden.
Een mooie maandag!
kris


Om mee op weg te gaan

Heb ik oog voor het goede om mij heen, ook buiten mijn eigen kleine kring? Kan ik dat, in het licht van God, omarmen en ondersteunen?

Hoe blijf ik trouw aan mijn eigen roeping als christen in een wereld waar goedheid vanuit vele hoeken van de samenleving zichtbaar is?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.