maandag in week 25 door het jaar

Uit het boek Spreuken 3, 27-34

De wijzen van Israël bezinnen zich over het leven. Ze steunen daarbij op hun lange ervaring. Het boek Spreuken onderlijnt vooral dat God niet verantwoordelijk is voor het kwaad, maar wel de mens.
God schenkt vertrouwen aan wie voor Hem open staan.

Onthoud een ander niet waarop hij recht heeft, terwijl je het hem geven kunt. Zeg nooit tegen je medemens: ‘Ga weg, kom morgen maar terug,’ terwijl je hebt wat je hem schuldig bent. Behandel hem niet zo schandalig terwijl hij zijn vertrouwen in je heeft gesteld.
Maak geen ruzie met iemand die je geen kwaad berokkend heeft. Wees niet jaloers op iemand die geweld gebruikt, volg hem beslist niet na, want de Heer verafschuwt wie dat dwaalspoor gaat, maar wie rechtschapen is geeft Hij zijn vertrouwen.
De Heer vervloekt het huis van goddelozen, maar de woning van rechtvaardigen zegent Hij. Met spotters drijft Hij de spot, maar verdrukten schenkt Hij zijn gunst.


Psalm 15, 1-5

Refr.: Heer, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg?

Heer, wie mag gast zijn in uw tent,
wie mag wonen op uw heilige berg?
Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is,
wie oprecht de waarheid spreekt.

Hij doet aan lasterpraat niet mee,
hij benadeelt een ander niet
en drijft niet de spot met zijn naaste.
Hij veracht wie geen achting waard is,
maar eert wie ontzag heeft voor de Heer.

Zijn eed breekt hij niet,
al brengt het hem nadeel,
voor een lening vraagt hij geen rente,
hij verraadt geen onschuldigen voor geld.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Leer mij uw paden kennen, Heer;
leid mij volgens uw woord.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 8, 16-18

Als God ons zijn licht heeft geschonken, is het niet de bedoeling dat we het bedekken. Nee, het mag, het moet schijnen… opdat alles aan het licht zou komen.

Jezus sprak tot de menigte:
‘Wie een lamp aansteekt, zet hem niet onder een vat of onder een bed, maar plaatst hem op een standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet. Alles wat verborgen is, wordt openbaar; alles wat geheim is, zal bekend worden en aan het licht komen. Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we in het boek Spreuken: Onthoud een ander niet waarop hij recht heeft, terwijl je het hem geven kunt.

Ieder mens die wij vandaag ontmoeten heeft recht op onze liefde. Wie hieraan tekort schiet onthoudt de ander waarop hij recht heeft terwijl je het hem had kunnen geven. Een gemiste kans, zowel voor jezelf als voor hem die je had kunnen liefhebben.

In wezen is elke mens een bedelaar naar liefde. Religieus gezien is het God die doorheen de ander zegt: ‘heb mij lief’. In de medemens mogen wij inderdaad God ontmoeten die vraagt te beminnen. Kijk de ander in de ogen en je kijkt God in de ogen. Ja, de medemens werkelijk ontmoeten is staan van aangezicht tot Aangezicht. Dit is geen theologische woordspelerij, het is gewoon realiteit.

We kwetsen die liefde, we kwetsen de medemens, we kwetsen God, we kwetsen onszelf, wanneer we niet liefhebben terwijl we dat hadden kunnen doen.

Laat ons elke mens beminnen, vanuit God in ons; eenvoudig, oprecht en als het kan met de ‘glimlach’ van God.

Een vredevolle maandag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
trek ons in de warmte van uw liefde, opdat wij vanuit deze ontmoeting met U ieder mens mogen beminnen die God op ons levenspad brengt. Wees Gij de bron van onze liefde voor elkaar. Alle dagen van ons leven.
In uw naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.