maandag in week 1 door het jaar

Na het feest van de Doop van de Heer gisteren beginnen we vandaag aan de ‘tijd door het jaar’, een periode die loopt tot 4 maart, aswoensdag.
De lezingen van vandaag nodigen ons uit stil te staan bij onze roeping als christenen. In de brief aan de Hebreeën horen we hoe God door Jezus op unieke wijze tot ons spreekt. Doorheen zijn Zoon roept Hij ons op tot een leven in vertrouwen en overgave. In het evangelie zien we hoe Jezus zijn eerste leerlingen roept, midden in hun dagelijkse bezigheden.
In ‘Van Woord naar leven’ staan we stil bij onze roeping: Wat betekent het om Jezus te volgen en ons leven te richten op Gods bedoeling?


Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 1, 1-6

Broeders en zusters,
op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten; nu, aan het einde van de tijd, heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die Hij heeft aangesteld als erfgenaam van alles wat bestaat, en door wie Hij het heelal geschapen heeft. Hij straalt Gods luister uit, Hij is zijn evenbeeld, met zijn machtig woord draagt Hij alles wat bestaat.
Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, ver verheven boven de engelen omdat Hij een eerbiedwaardiger naam geërfd heeft dan zij. Tegen wie van de engelen heeft God immers ooit gezegd: ‘Jij bent mijn Zoon, Ik heb Je vandaag verwekt’? Of: ‘Ik zal een vader voor Hem zijn, en Hij voor Mij een zoon’?
En verder zegt Hij als Hij de eerstgeborene de wereld binnenleidt: ‘Laten al Gods engelen Hem aanbidden.’

Tussenzang: Ps 97, 1-2 + 6-7 + 9

Refr.: Voor de Heer moeten alle goden zich buigen.

De Heer is koning – laat de aarde juichen,
laat vreugde heersen van kust tot kust.
In wolk en duisternis is Hij gehuld,
zijn troon rust op recht en gerechtigheid.

De hemel vertelt van zijn gerechtigheid,
alle volken aanschouwen zijn majesteit.
Beschaamd staan zij die beelden aanbidden
en zich beroemen op goden van niets.

Voor Hem moeten alle goden zich buigen.
U, Heer, bent de hoogste op heel de aarde,
boven alle goden hoog verheven.

Vers voor het evangelie (1 Sam 3, 9 + Joh 6, 68)

Alleluia.
Spreek Heer, uw dienaar luistert;
uw woorden zijn woorden
van eeuwig leven.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 1, 14-20

Nadat Johannes gevangengenomen was, ging Jezus naar Galilea, waar Hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat Hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws.’
Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag Hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem.
Iets verderop zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, en direct riep Hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden Hem.

Van Woord naar leven

GEROEPEN WORDEN IN HET DIEPST VAN JE ZIJN
(Bij Mc 1, 14-20)

In het evangelie van vandaag lezen we hoe Jezus, tijdens de verkondiging van het Goede Nieuws, zijn eerste leerlingen roept. Dit detail is veelzeggend: de roep om Hem te volgen maakt al deel uit van de Blijde Boodschap. Geroepen worden betekent opgenomen worden in Gods bedoeling, wat wezenlijk bij de Blijde Boodschap hoort.

Jezus wandelt langs het Meer van Galilea, waar Hij Simon, Andreas, Jakobus en Johannes ontmoet. Hij roept niet vanuit een verre plek; Hij treedt binnen in hun leef- en werkomgeving. De Heer zoekt ons op waar wij zijn en leven, midden in onze dagelijkse bezigheden. Hij roept ons binnen de realiteit van ons bestaan, in ons werk en onze relaties. Dáár klinkt zijn uitnodiging. Het is aan ons om – net als de leerlingen – Jezus’ roep met vertrouwen te beantwoorden, direct en zonder aarzelen.

De onmiddellijke overgave van de leerlingen aan Jezus mag ons inspireren. Zij laten terstond hun netten, hun werk en hun familie achter. Voor sommigen van ons kan Gods roep inderdaad betekenen dat we letterlijk alles achterlaten: huis, materiële bezittingen, familie, vrienden … om een nieuw leven te beginnen, volledig gewijd aan de Heer. Denk aan een roeping tot het religieuze leven, het priesterschap of een andere specifieke zending. Maar Gods roep kan ook een innerlijke ommekeer vragen, een uitnodiging om de Heer te volgen in het gewone leven zonder alles letterlijk achter te laten. Je werk en relaties blijven, maar je hart richt zich volledig op Hem, gedragen door een innerlijke roep. Zelfs de meest alledaagse taken – van gangen poetsen tot leidinggeven – krijgen een nieuwe diepte wanneer je leeft vanuit het beantwoorden aan Gods roep. Waar je je ook bevindt in je leven – jong of oud, gezond of ziek, leerkracht, ambtenaar of al priester of religieus – de Heer kan je altijd (opnieuw) roepen. Zijn roep is namelijk nooit eenmalig. Het kan zijn dat Hij je binnen een specifieke roeping opnieuw roept om vanuit een nieuwe diepte te antwoorden en de weg te volgen die Hij met jou wil gaan.

Met onze bewoners in het woonzorgcentrum waar ik werk, ga ik vaak dit gesprek aan. Na een actief leven komen zij op hun (g)ouden leeftijd dikwijls tot stilstand. Fysieke broosheid en de daarbij horende afhankelijkheid van zorg brengen hen in een geheel nieuwe levensfase. En vaak komt dan die vraag, dikwijls uitgesproken vanuit de vele uren in hun zetel: “Wat zit ik hier nog te doen?” Een vraag die om een antwoord vraagt.
Wanneer ik aanvoel dat een religieus gesprek mogelijk is, praat ik wel eens met hen over de mogelijkheid van een zekere verdieping in hun religieuze beleving. Het zou namelijk kunnen zijn dat God hen in deze nieuwe levensfase roept tot iets anders dan in hun meer actieve leven. Ik heb het dan over een meer contemplatief leven: een leven dat biddend gericht is op Kerk en wereld.
Hoe waardevol is hun gebed voor de vrede in de wereld, voor het leven van de Kerk, voor onze gezinnen en gemeenschappen.
Het is een stille vorm van naastenliefde die we niet mogen onderschatten! Deze mensen zijn van onschatbare waarde! Echte parels in de Kerk!

De belofte die met onze roeping, jong of oud, gepaard gaat, is groots: “Ik zal van jullie vissers van mensen maken.” Door ons jawoord aan Jezus openen we de deur naar een vruchtbaar leven. Als vissers van mensen worden we geroepen om anderen deel te laten nemen aan de stroom van Gods liefde. Dit kan als bewoner vanuit het woonzorgcentrum maar dus uiteraard ook door iedereen die meer actief in het leven staat.
Concreet betekent dit dat we met ons leven getuigen van de hoop, de vreugde en de liefde die we zelf in Christus hebben ontvangen. Net zoals vissers met geduld en zorg hun netten uitwerpen, zijn wij geroepen om met zachtmoedigheid en toewijding anderen naar God te leiden. Dit is de roeping en de missie van de Kerk, waaraan wij als gedoopten fundamenteel deelnemen.

De kracht van de roep van Jezus ligt in zijn nabijheid en de belofte die Hij geeft. Hij komt in onze wereld, in ons leven, en vraagt ons om ons om te keren naar Hem. Deze ommekeer verandert alles, zichtbaar of onzichtbaar. Het vraagt moed, vertrouwen en geloof, maar leidt tot een leven van diepe vervulling.

Laat ons volgelingen worden/zijn van de Heer, in eenvoud en met evangelische vreugde.

Laten we bidden

Vader,
wij bidden om uw Heilige Geest.
Moge Hij van ons hart een bedding maken
die ons in staat stelt naar Jezus te luisteren.
Wij bidden om kracht
om los te laten wat ons gevangen houdt,
zodat we ons leven ten volle
kunnen richten op Jezus
en uw bedoeling met ons.
Maak ons tot ware vissers van mensen.
Laat ons met ons leven getuigen
van uw liefde, vreugde en hoop,
zodat anderen U mogen vinden
en samen met ons bouwen
aan uw Rijk hier op aarde.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, laten we onze naam als christen met vreugde en waardigheid dragen door de Heer te volgen en zijn liefde uit te dragen.
Zegen over deze nieuwe week.
Genegen, kris


Om mee op weg te gaan

Ieder van ons is geroepen en gezonden. Dit lijkt de evidentie zelve. Maar het is goed om toch eens werkelijk stil te staan bij wat die roeping voor jou persoonlijk en concreet betekent. Hoe beleef je dit in je dagelijks leven? Hoe geef je er vorm aan in je relaties, op de werkvloer, of waar je ook bent? Heeft het invloed op de manier waarop je met anderen omgaat? En die oproep om ‘vissers van mensen’ te zijn … breng je door jouw manier van zijn en leven anderen werkelijk in de stroom van Gods liefde?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.