Lezingen van de dag – zaterdag 11 juni 2016
Barnabas, apostel
gedachtenis – eigen lezingen
Uit de Handelingen van de Apostelen 11, 21b-26 + 13, 1-3
Hij was een voortreffelijk en diepgelovig man, vervuld van de heilige Geest.
In die dagen kwamen veel mensen tot het geloof in de Heer. Het nieuws over hun optreden bereikte de gemeente in Jeruzalem, waar men besloot Barnabas naar Antiochië te zenden. Toen hij daar was aangekomen en zag wat God in zijn goedgunstigheid had bewerkt, verheugde hij zich en spoorde hij iedereen aan om standvastig te zijn en trouw te blijven aan de Heer. Hij was een voortreffelijk en diepgelovig man, die vervuld was van de heilige Geest. Een groot aantal mensen werd voor de Heer gewonnen.
Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië.
Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen.
Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.
Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus.
Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’
Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.
Psalm 98, 1-6
Refr.: Juich de Heer toe, heel de aarde !
Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.
De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.
De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Juich de Heer toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.
Zing voor de Heer bij de lier,
laat bij de lier uw lied weerklinken.
Uit het evangelie volgens Matteüs 10, 7-13
Hoe de volgelingen van Jezus hun zending moeten uitoefenen, wordt ons hier beschreven. Zij hebben om niet ontvangen, om niet moeten zij geven. Hun houding tegenover het aardse moet zo zijn dat de mensen aan hun kunnen zien dat zij hier geen blijvende woonplaats bouwen.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.”
Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit.
Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!
Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want een arbeider is het waard dat er in zijn onderhoud wordt voorzien.
In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verder gaat.
Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat.
Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.’
Van Woord naar leven
Jezus zegt, wanneer Hij zijn leerlingen de wijde wereld instuurt om te verkondigen: 'Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.'Iemand van harte groeten was gebruikelijk in die dagen te Israël. Als conventionele groet wenste je met je groet de ander een algemeen welzijn toe. Maar omdat de groet hier met name genoemd wordt, heeft deze een diepere betekenis. Vrede is niet slechts een formele wens, maar in naam van Jezus brengen de apostelen de sjalom, de vrede van God, wat wil zeggen: het volle heil van God.Laten we ook elkaar zo ontmoeten; in de huizen waar we wonen en komen, in onze dorpen en steden, op onze scholen en universiteiten, in fabrieken of op welke werkvloer ook,… Overal, en altijd.Laten we doorheen onze blik, onze zin voor broederschap, doorheen woord en daad de Vrede van de Heer elkaar toewensen. Niet formeel, maar diep gemeend, blij en van harte, wensend en biddend dat Gods Vrede de levensstroom mag zijn van ieders mensenhart.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.Laten wij bidden
Goede God, geef dat wij op alle plaatsen waar wij komen vredewensers mogen zijn, een vrede die haar thuis heeft in U. Wil op deze wijze allen zegenen die wij ontmoeten, opdat mogelijke haat mag smelten voor de zon, opdat verbroedering mag plaats vinden waar verdeeldheid heerst, opdat ware broederschap mag bevorderd worden overal waar mensen samen zijn. Oh God, ontsteek uw vuur van vredevolle broederschap in onze harten. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.