Leestip van de dag – zondag 29 mei 2016
Wij (en onze) kinderen
“Wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan”, zegt Jezus een beetje streng in het Marcusevangelie (Mc. 10, 15). Annemarie Scheerboom begrijpt dat wel nu ze zelf een kindje heeft. Van een baby kun je als volwassene leren hoe je kind van God kunt zijn.
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Jezus zei dat het koninkrijk van God toebehoort aan mensen die zijn zoals kinderen. Ik snap dat wel, zeker nu ik er zelf eentje heb. Baby’tje Daniël helpt mij zo goed om te beseffen hoe onze relatie met God als vader eigenlijk in elkaar steekt. Ook bijzonder hoe ik zelf een kind ben, maar ook een moeder van een kind. In mijn vorige column heb ik verteld hoe ik als moeder kon leren van God die ook vader is. In deze column laat ik zien hoe ik van mijn kind kan leren hoe ik kind kan zijn van God.
Blijf bij me
Baby’s blijken erg sociale wezentjes te zijn. Daniël kan ik overdag niet te lang alleen laten en hij heeft ’s nachts nog steeds niet de behoefte om alleen in zijn wiegje te slapen: in plaats daarvan slaapt hij liever gezellig naast zijn moeder in bed. Hij merkt het snel als ik er stiekem tussenuit gepiept ben. In zijn slaap heeft hij namelijk de gewoonte om af en toe met zijn handjes en voetjes te bewegen. Als hij dan niet iets voelt als een moeder- of vaderlichaam wordt hij gelijk wakker. Praktisch niet zo handig als je er zelf al uit wilt, maar hem nog door wilt laten slapen. Maar aan de andere kant heel mooi, dat echt niet van je ouders af willen wijken. Hebben wij ook een alarm dat afgaat als we te ver van onze Vader raken?
Die lach
Sinds een paar weken kan hij lachen en dat doet hij dan ook maar al te graag. Wel met als voorwaarde dat hij genoeg gedronken en geslapen heeft. Niets zo schattig als een kleine baby die met zijn nieuwsgierige oogjes naar je lacht. Dat lachen doet hij dan niet alleen naar zijn ouders, maar naar iedereen. Een knap staaltje van onbevooroordeeld liefhebben. Het is grappig om te zien hoe mensen reageren op een lachende baby. Waar je normaal gesproken gewend was om bijvoorbeeld in de trein hooguit een serieus ‘hallo’ uit te wisselen met je overbuurman of -vrouw, worden je treingenoten met een lachende baby ineens echte kletsers.
Je eerste levensbehoefte
Erg bijzonder vind ik het voeden van de baby. Hoewel je als ouders heel snel moet kunnen reageren op zijn hongersignalen, anders staat je een oorverdovende sirene te wachten, is hij heel duidelijk in wat hij wil: eten! En anders wel aan de borst in slaap vallen. In ieder geval wil hij die borst, een bron waar hij precies kan vinden wat hij nodig heeft. De voeding past zich namelijk precies aan aan de hoeveelheid en samenstelling die hij nodig heeft. Daarnaast kan een baby zich tijdens een borstvoeding helemaal ontspannen. Slapen gaat erna dus als een tierelier. Hebben wij onze Bron ook zo goed in het vizier? “Hij laat mij in grazige weiden rusten, Hij voert mij naar vredig water, daar geeft Hij mij nieuwe kracht”, staat er in psalm 23. Precies wat een baby bij een moederborst vindt, kunnen wij dat vinden bij de Herder.
Hij verzekerde ons dat wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God er zeker niet binnen zal gaan. Want kleintje, hoe kan ik/Ik je nu iets weigeren?
Bron: De Bezieling