Het geluid dat we stilte noemen
Mark Van de Voorde merkt in de media haast wekelijks een pleidooi voor meer stilte op. Het zette hem aan het denken.
Bijna elke week lees ik in een krant, een weekblad of een tijdschrift een stuk waarin schrijver of geïnterviewde pleit voor meer stilte. Terecht, maar wat is stilte? Afwezigheid van geluid toch? Dat is niet zo. Er is altijd geluid. Is het niet een hond die blaft in de verte, de wind die ritselt in de bomen, een deur die wordt dichtgeslagen, voetstappen die knarsen op het grind, een bal die tokt op het gravel, de regen die tikt op de plaveien, dan is het je hartslag of je adem die de stilte ritmeert.
Ook de afwezigheid van geluid is dus geluid. Bovendien, de stilte in je huis klinkt anders dan die in de kerk en nog anders dan die in een bos. De stilte galmt blijkbaar van muur naar muur en golft tussen stam en struik. De stilte kent vele resonanties. Ook binnen in jezelf maakt stilte lawaai: je hartslag, de deining van je bloed, de ruis van je gehoor, bovenal de vele gedachten die ongehoord om aandacht schreeuwen.