Heilige Engelbewaarders (gedachtenis)

Na het feest van de aartsengelen nu ook het feest van de bewaarengelen, de engelbewaarders. Iedere mens  heeft een engel. Iedere mens heeft Gods persoonlijke aandacht. Dat wordt door die engel tegenwoordig gesteld, aanschouwelijk gemaakt. God blijft God, dat wil zeggen op een eindeloze afstand, maar door de engel komt Hij dichtbij, heel dichtbij, dicht bij ieder van ons. De engelbewaarders, de bewaarengelen, bewaren ons in Gods aandacht, in Gods liefderijke zorg. Wij weten niet waarom de engelen zijn geschapen. Misschien zijn zij wel geschapen om, als er eenmaal mensen zouden zijn geschapen, hen een idee te geven hoe God voor hen zorgt. Zij zijn geschapen om ons, kleine wezens die op een eindeloze afstand van God leven, zijn bijzondere bescherming, zijn persoonlijke nabijheid, voor ogen te stellen.
De liturgie besteedt vandaag eigen lezingen aan deze gedachtenis.

Uit het boek Exodus 23, 20-23a

Mijn engel zal voor u uitgaan.

Zo spreekt de Heer: ‘Ik stuur een engel voor jullie uit om je op je tocht te beschermen en je naar de plaats te brengen die Ik voor jullie bestemd heb. Heb aandacht voor hem, gehoorzaam hem zonder tegenspreken, want hij handelt in mijn naam en zou jullie je opstandigheid niet vergeven. Als je hem gehoorzaamt en alles doet wat Ik zeg, zal Ik de vijand van jullie vijanden zijn en jullie onderdrukkers onderdrukken. Mijn engel zal voor jullie uit gaan.’

Psalm 91, 1-6 + 10-11

Refr.: God waakt over ieder van ons.

Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende,
zegt tegen de Heer: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting,
mijn God, op U vertrouw ik.’

Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger
en redt je van de dodelijke pest,
Hij zal je beschermen met zijn vleugels,
onder zijn wieken vind je een toevlucht,
zijn trouw is een veilig schild.

De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen,
ook de pijl niet die overdag op je afvliegt,
noch de pest die rondwaart in het donker,
noch de plaag die toeslaat midden op de dag.

Het kwaad zal je niet bereiken,
geen plaag je tent ooit treffen.
Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen,
die over je waken waar je ook gaat.

Uit het evangelie volgens Matteüs 18, 1-5 + 10

Wie wordt als een kind is de grootste in het koninkrijk van de hemel.

De leerlingen kwamen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’
Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op. Hoed u ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want Ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader.’

Van Woord naar leven

Vandaag horen we Jezus zeggen: ‘Als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.’

Wanneer Jezus hier spreekt over ‘kind’ moeten we dat dieper begrijpen dan heel jonge en kleine mensen. De kinderen waarover Jezus hier spreekt zijn grote mensen met een kinderhart, mensen die zichzelf klein of gering achten, zij die leven van God zoals kinderen dat doen van hun ouders.

Als volwassene kan men, evangelisch gezien, alleen maar kind zijn als men een volwassen houding heeft ten aanzien van de Vader in de hemel, eenzelfde tedere verhouding als een klein kind ten opzichte van zijn aardse papa. Voor een klein kind geldt: mijn vader, mijn moeder, zorgt voor me en aan hen vertrouw ik me toe. Voor volwassen gelovigen zou moeten gelden: onze Vader in de hemel zorgt voor me, aan Hem vertrouw ik me toe.

Je toevertrouwen aan de Vader betekent geloven dat Hij met u het beste voorheeft, dat Hij je heel persoonlijk bemint en met u een weg wil gaan. Het betekent die liefde zo beminnen dat je nog maar één verlangen hebt: leven in Gods liefde, één worden met die liefde, je door dàt en enkel dàt laten leiden.

Het betekent Jezus welkom heten in je leven, gelovend en wetend dat God Hem gegeven heeft opdat je zou groeien in zijn liefde. Het betekent je hele leven, je hele zijn, al wat je bent, schenken aan Jezus, opdat Hij je kan transformeren in deze liefde. Het is je verlaten op Jezus, diep gelovend dat Hij je brengen zal in zijn eigen ja-woord tot de Vader.

Wie dit begrijpt, gelooft en gaat, zal meer en meer beeld worden van God, drager van zijn Vrede, uitdrager van zijn goedheid.

Laten we ons schenken aan Jezus, opdat we die mensen mogen worden die God wil dat we worden. Ja, laat ons als volwassen mensen, kinderen worden, die leven van en in God.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

God,
wonderbaar is uw voorzienigheid; engelen en mensen hebt Gij tot uw dienst geroepen. Wij vragen dat zij die bij U in de heerlijkheid aanwezig zijn en U dienen als de Allerhoogste, bij ons de boden van uw vreugde zijn, de bewaarders van uw vrede.
Door onze Heer Jezus Christus, die met U en de heilige Geest, leeft en heerst tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.