“Geloof je dat ?” (Joh. 11, 26)

Het maandelijks ‘Woord van Leven’, samengesteld door de Focolarebeweging, biedt een Bijbeltekst met een uitleg die helpt om deze woorden in het concrete leven om te zetten. Deze tekst wordt in 90 talen uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Hieronder vind je de tekst voor deze maand januari.

“Geloof je dat?” (Joh. 11, 26)

Jezus was op weg naar Betanië, waar Lazarus al vier dagen dood was. Toen zijn zus Marta het hoorde, rende zij vol hoop naar Hem toe. Jezus hield veel van haar, van haar zus Maria en Lazarus, zo benadrukt het evangelie (Joh 11, 5). Ondanks haar pijn laat Marta haar vertrouwen zien in de Heer, ervan overtuigd dat als Hij aanwezig was geweest vóór haar broer stierf, hij nog in leven zou zijn. Maar ook nu nog kan elk verzoek aan God worden verhoord: “Je broer zal uit de dood opstaan” (Joh 1, :23), zegt Jezus dan.

“Geloof je dat?”

Na te hebben verklaard dat Hij doelt op de terugkeer van Lazarus naar het aardse leven, vraagt Jezus ook aan Marta om het geloof in een nieuw leven hier en nu. “Ik ben de opstanding en het leven” (Joh 11, 25), bevestigt Jezus. Het geloof dat Hij van haar vraagt, is een persoonlijke relatie met Hem. Geloven is niet zoiets als een contract dat je één keer tekent om er daarna nooit meer naar om te kijken. Het is een dynamisch gebeuren dat heel het dagelijks leven kan omvormen.

“Geloof je dat?”

Jezus nodigt ons uit om hier en nu een nieuw leven te leiden. Hij nodigt ons uit om dat elke dag te ervaren. Met Kerstmis hebben we opnieuw gevierd dat Hij zelf naar ons is gekomen en ons zijn leven heeft gebracht.

Hoe beantwoord je zijn vraag om geloof in een nieuw leven? Laten we kijken naar Marta, de zus van Lazarus. In de dialoog met Jezus spreekt zij uit dat zij volledig in Hem gelooft: “Ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen” (Joh 11, 27). Het is een overtuiging die in haar is gerijpt en van waaruit zij leeft.

De Heer richt zijn vraag ook tot mij. Ook aan mij vraagt Hij om een ongedeeld vertrouwen in Hem te hebben en me te houden aan zijn levensstijl, gebaseerd op een edelmoedige en concrete liefde voor iedereen. Door hierin te volharden zal mijn geloof verder rijpen. Het zal sterker worden door oog te hebben voor wat God in ons leven doet. Het zal tot uitdrukking komen in mijn gedrag en handelen.

“Geloof je dat?”

“Een van mijn dochters was ontslagen, samen met al haar collega’s; de overheid had de instelling waar ze werkten gesloten,” zo vertelt Patricia uit Zuid-Amerika. “Als protest hadden ze een kampement opgezet voor het hoofdgebouw. Ik steunde de demonstranten door hen eten te brengen of gewoon met hen te gaan praten. Op Witte Donderdag besloot een groep priesters een korte plechtigheid te houden: het evangelie over de voetwassing werd gelezen en werd ter plekke nagedaan. De meeste aanwezigen waren niet-gelovig. Ondanks dat was het een moment van grote verbroedering, eenheid en hoop. Ze voelden zich door liefde omgeven, en ze bedankten de priesters die hen begeleidden in hun onzekerheid en lijden.”

De woorden van Marta “Ja, ik geloof” werden gekozen als leidraad voor de Week van Gebed voor de Eenheid van de Christenen 2025. Laten we bidden en werken opdat ons geloof mag groeien en de kracht mag zijn achter al onze inzet voor de broederschap met iedereen: het is Gods voorstel en verlangen voor de mensheid, maar het vraagt ons vertrouwen.

Silvano Malini en het Woord-van-leven-team.

Bron: Focolare