Een nieuwe catechese van Paus Franciscus voor het Jubeljaar 2025: Jezus Christus, Onze Hoop

Gisteren startte paus Franciscus een nieuwe catechese ter gelegenheid van het Jubeljaar 2025, met als thema: “Jezus Christus, onze hoop”. In deze eerste lezing staat de genealogie van Jezus centraal; voor ons een uitnodiging om dankbaar te zijn voor ons leven tegenover God en onze voorouders.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Vandaag beginnen we met een nieuwe reeks catechese dat het hele jubeljaar zal lopen. Het thema is: “Jezus Christus, onze hoop”. Hij is namelijk het doel van onze pelgrimstocht en tegelijkertijd de weg die we bewandelen.

Het eerste deel zal gaan over de jeugd van Jezus, zoals verteld door de evangelisten Matteüs en Lucas (vgl. Mt 1-2; Lc 1-2). De geboorteverhalen beschrijven de maagdelijke conceptie van Jezus en zijn geboorte uit Maria. Ze verwijzen naar de messiaanse profetieën die in Hem in vervulling gaan en vertellen over het wettelijke vaderschap van Jozef, die de Zoon van God inschrijft in de “stamboom” van de Davidische dynastie. We zien Jezus als pasgeborene, kind en adolescent, onderworpen aan zijn ouders, terwijl Hij zich tegelijkertijd volledig gewijd weet aan de Vader en zijn Koninkrijk. Het verschil tussen de twee evangelisten is dat Lucas de gebeurtenissen beschrijft door de ogen van Maria, terwijl Matteüs dit doet door de ogen van Jozef, met nadruk op een geheel nieuw soort vaderschap.

Matteüs opent zijn evangelie en het hele Nieuwe Testament met de “genealogie van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham” (Mt 1, 1). Dit is een lijst van namen die al in de Hebreeuwse Schriften voorkomt, om de waarheid van de geschiedenis en het menselijk leven te benadrukken. Inderdaad, “de genealogie van de Heer is samengesteld uit ware geschiedenis, waarin enkele namen op zijn zachtst gezegd problematisch zijn, en waarin ook de zonde van koning David wordt belicht (vgl. Mt 1, 6). Alles mondt echter uit in Maria en Christus (vgl. Mt 1, 16)” (Brief over de vernieuwing van de studie van de kerkgeschiedenis, 21 november 2024). Hieruit blijkt hoe het menselijk leven van generatie op generatie drie belangrijke dingen doorgeeft: een naam die een unieke identiteit en missie weerspiegelt, de verbondenheid met familie en volk, en ten slotte het geloof in de God van Israël.

De genealogie is een literair genre, een geschikte vorm om een belangrijke boodschap over te brengen: niemand schenkt zichzelf het leven, maar ontvangt het als een geschenk van anderen. In dit geval gaat het om het uitverkoren volk dat het geloof van de vaderen erft en dit samen met het leven doorgeeft aan hun kinderen.

In tegenstelling tot de genealogieën van het Oude Testament, waarin alleen mannelijke namen voorkomen omdat in Israël de vader de naam aan het kind geeft, komen in de lijst van Matteüs ook vrouwen voor. Er zijn er vijf: Tamar, de schoondochter van Juda, die zich, nadat ze weduwe werd, als prostituee voordoet om een nageslacht voor haar man te verzekeren (vgl. Gen 38); Rachab, de prostituee uit Jericho die de Joodse spionnen helpt het Beloofde Land binnen te komen (vgl. Joz 2); Ruth, de Moabitische die in het gelijknamige boek trouw blijft aan haar schoonmoeder, voor haar zorgt en uiteindelijk de overgrootmoeder van koning David wordt; Batseba, met wie David overspel pleegt en na het laten doden van haar man, Salomo verwekt (vgl. 2 Sam 11); en ten slotte Maria van Nazaret, de echtgenote van Jozef uit het huis van David: uit haar wordt de Messias, Jezus, geboren.

De eerste vier vrouwen hebben gemeen dat ze vreemdelingen zijn ten opzichte van het volk Israël, niet dat ze, zoals soms wordt gezegd, zondaars zijn. Matteüs benadrukt hiermee, zoals Benedictus XVI schreef, “dat door hen de heidenwereld in de genealogie van Jezus binnenkomt – en zijn missie zichtbaar wordt, gericht zowel op Joden als op heidenen” (De jeugd van Jezus, 2012).

Hoewel de eerste vier vrouwen worden genoemd in relatie tot de mannen die uit hen geboren zijn of hen verwekten, krijgt Maria een bijzondere plaats: zij markeert een nieuw begin. In haar geval is niet langer de menselijke schepping de protagonist, maar God zelf. Dit wordt duidelijk uit het werkwoord “is geboren”: “Jakob verwekte Jozef, de echtgenoot van Maria, uit wie Jezus werd geboren, de Christus genoemd” (Mt 1, 16). Jezus is de zoon van David, door Jozef opgenomen in die dynastie en bestemd om de Messias van Israël te zijn, maar Hij is ook de zoon van Abraham en van buitenlandse vrouwen, en daarom bestemd om het “Licht voor de heidenen” (vgl. Lc 2 ,32) en de “Redder van de wereld” (Joh 4, 42) te zijn.

De Zoon van God, gewijd aan de Vader met de missie om zijn gelaat te openbaren (vgl. Joh 1, 18; Joh 14, 9), komt de wereld binnen zoals alle mensenkinderen. In Nazaret zal Hij “de zoon van Jozef” (Joh 6, 42) of “de zoon van de timmerman” (Mt 13, 55) genoemd worden. Waarachtig God en waarachtig mens.

Broeders en zusters, laten we in ons een dankbare herinnering wakker roepen aan onze voorouders. En vooral danken we God, die ons via onze Moeder de Kerk heeft verwekt tot het eeuwige leven, het leven van Jezus, onze hoop.


Gebed om vrede

Na zijn catechese groette paus Franciscus verschillende groepen pelgrims onder de aanwezigen en bad hij voor vrede.

“Beste broeders en zusters, laten we bidden voor de vrede. Vergeet niet de mensen die lijden onder de oorlog: Palestina, Israël, Oekraïne, Myanmar en allen die pijn lijden. Laten we bidden voor vrede, dat de oorlogen mogen eindigen. Laten we de Vorst van de Vrede, de Heer, vragen om ons deze genade te schenken: vrede, vrede in de wereld. Oorlog, vergeet het niet, is altijd een nederlaag, altijd!”

Bron: Vatican-news

Gisteren gaf paus Franciscus zijn eerste catechese in een nieuwe reeks, met als thema: ‘Jezus Christus, onze hoop