Een beeldmeditatie bij het feest van de heilige apostel Thomas
Vandaag, 3 juli, gedenkt en viert de Kerk de apostel Thomas. Naar aanleiding van dit feest een beeldmeditatie bij een icoon waar Thomas zijn vingers legt in de wonde van Jezus. De icoon hangt in het Triniteitsklooster van Tver (Rusland). De meditatie is van de hand van Dries van den Akker, sj.
De kunstenaar plaatst Jezus in het centrum van zijn afbeelding. Links en rechts van Hem: twee groepjes van vijf leerlingen. Aan zijn rechterhand buigt een jonge Thomas zich naar Hem toe. Jezus leidt diens rechter wijsvinger naar de wond in zijn zij.
Jezus is de enige die voorzien is van een stralenkrans. Hij staat op een stoep of voetenbank. Twee manieren om Hem van de leerlingen te onderscheiden. Boven zijn hoofd het dak van het verblijf waar de leerlingen zich verschanst hebben. De ruimte wordt omsloten door een ronde muur. Over de muur en het dak ligt een rood kleed: teken dat het tafereel zich binnenshuis afspeelt. Wellicht tegelijk een teken dat dit alles plaats vindt onder Gods bescherming, zoals het kerklied zingt: ‘Zoals een mantel om mij heengeslagen…’ Op de achtergrond: de dichte deuren waar doorheen Jezus is binnengekomen.
In de jonge leerling rechts op de voorgrond, gekleed in het rood en van opzij gezien, menen wij de jeugdige apostel Johannes te herkennen. De leerling met warrige grijze haren en baard die zich naar Johannes toewendt, is waarschijnlijk Andreas. Aan de overkant op gelijke hoogte met Andreas: diens broer Petrus, herkenbaar aan zijn witte haren en rondgeschoren baard. Zijn rechterhand is in aanbidding geheven. Op de voorgrond, achter Thomas, een leerling die de traditionele trekken van de apostel Paulus vertoont (hoog rond voorhoofd). Volgens het verhaal is dat strikt genomen onmogelijk; Paulus sloot zich immers veel later bij de leerlingen aan. Maar een kunstenaar kan er voor kiezen twee ongelijktijdige gebeurtenissen op één afbeelding samen te brengen. Of moeten we in hem toch veeleer de apostel Jacobus herkennen. (Zoals Andreas tegenover zijn broer Petrus is opgesteld, zo Jacobus tegenover zijn broer Johannes?). Hoe dan ook, met zijn rechter hand raakt hij lichtjes teder de rug van Thomas aan.
Alle aanwezigen zijn toegewend naar Jezus. Thomas buigt zich eerbiedig voorover. Zo ontstaat er een denkbeeldige lijn over de diagonaal van de afbeelding: zij loopt van linksonder langs de zoom van het goudkleurige gewaad, via de gebogen houding van Thomas en het lijnenspel van de kleding van Jezus naar de perspectieflijnen van het blauwe dak. Wanneer we ook de andere diagonaal zouden tekenen, zou het hart van Jezus precies het centrum vormen van de hele afbeelding! Thomas mag het met zijn vinger aanraken: alle leerlingen zijn erop geconcentreerd: letterlijk.
Jezus draagt de wondetekenen van zijn kruisdood in zijn handen, voeten en zij. In de linkerhand houdt Hij de boekrol vast: het boek des levens; boek van goddelijke wijsheid. Zo worden leermeesters en filosofen afgebeeld. In het verhaal horen we hoe Jezus Thomas uitnodigt diens vinger in zijn zijde te leggen. Zo kan hij geloven dat het werkelijk Jezus is die hij voor zich heeft. Meestal gaat men ervan uit dat Thomas niet kon geloven dat Jezus uit de dood was opgestaan. Maar het kan ook zijn dat Thomas niet kon geloven dat Jezus – áls Hij uit de dood was opgestaan – naar zijn leerlingen zou zijn toegekomen zonder enig woord van verwijt, maar alleen met een woord van vrede: ‘Sjaloom!’ Tot twee keer toe. Hij sprak zelfs in het geheel niet over hun beschamende vlucht tijdens Jezus’ arrestatie, over Petrus’ verloochening, terwijl die toch bezworen had desnoods met Hem te willen sterven. Nee, enkel: “Vrede!” En om alles nog ongeloofwaardiger te maken, zou Hij hun, die mislukkelingen! – zijn zending hebben toevertrouwd. Ongelofelijk. Maar het bleek dus waar. Zóveel vertrouwen, terwijl zij dat juist beschaamd hadden; zóveel vergeving…: “Mijn Heer en mijn God!”
“Omdat je gezien hebt, Thomas, geloof je? Zalig zij die niet zien en toch geloven.” Bij die woorden kijkt Jezus niet in de richting van Thomas, maar… van mij! Kan ik geloven dat Gods leven sterker is dan onze dood? Zijn goedheid sterker dan alles wat er bij ons misgaat? Dat Gods Geest door mijn hermetisch gesloten deuren van verdriet, schaamte, twijfel, ongeloof en onvermogen heen kan breken? Dat er vergeving is? Dat Gods liefde het definitieve, laatste woord heeft? Dat die Geest van God ook voor mij is bestemd?
Prachtig detail: de slip van Jezus’ mantel waait op, waar die bij de leerlingen roerloos afhangt. Jezus is herkenbaar aan het waaien van de Geest. Ik bid en mag geloven dat die Geest ook mij aan komt waaien.
Dries van den Akker, sj
° Bron: Beeldmeditaties.nl