donderdag in week 4 door het jaar

Gods barmhartigheid vormt het hart van onze geloofsweg. Waar Israël op de Sinaï Gods majesteit vaak ervoer in donder en vuur, mogen wij nu in Christus als een vreugdevolle gemeenschap naderen tot het hemelse Jeruzalem. Niet angst, maar genade en verlossing staan centraal. Jezus zendt zijn leerlingen uit om deze Blijde Boodschap te verkondigen, in het volle vertrouwen dat God hen draagt en zijn barmhartigheid door hen heen laat werken. Zo wordt zichtbaar dat Gods liefde niet op afstand blijft, maar ons steeds weer opzoekt, geneest en bevrijdt.

Uit de brief aan de Hebreeën 12, 18-19 + 21-24

Broeders en zusters,
u bent niet, zoals het volk destijds, iets tastbaars genaderd, geen allesverzengend vuur, dreigende duisternis en woeste wind, geen bazuingeschal en stemgedonder. Toen het volk die stem hoorde, smeekte het dat er geen woord meer tot hen zou worden gesproken. Zo schrikbarend was de verschijning dat Mozes uitriep: ‘Ik sidder van angst!’
Nee, u bent de Sionsberg genaderd, de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en duizenden engelen die in vreugde bijeen zijn, de gemeenschap van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven zijn; u bent God genaderd, de rechter van allen, en de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid gekomen zijn, de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.

Tussenzang: Psalm 48, 2-4 + 9-11

Refr.: In uw tempel, God,gedenken wij uw blijken van trouw.

Groot is de Heer, Hem komt alle lof toe.
In de stad van onze God, op zijn heilige berg
– schone hoogte, vreugde van heel de aarde.

Sionsberg, flank op het noorden,
zetel van de grote koning –
in haar vesting weet men:
God is onze burcht.

In de stad van de Heer van de hemelse machten,
in de stad van onze God,
hebben wij gezien wat wij hadden gehoord:
God houdt haar voor eeuwig in stand.

In uw tempel, God,
gedenken wij uw blijken van trouw.
Zoals uw naam, o God, zo reikt ook uw roem
tot aan de einden der aarde,
uw rechterhand is vol van gerechtigheid.

Vers voor het evangelie (Joh 10, 27)

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer.
Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 6, 7-13

Jezus riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld in hun gordel, alleen een stok. Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei Hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ En ook zei Hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je weer verdergaat. Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden als getuigenis tegen hen.’ Ze gingen op weg en riepen de mensen op om tot inkeer te komen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.

Van Woord naar leven

WANNEER GENADE ONS VINDT

Vandaag lezen we in de Hebreeënbrief: “U bent niet, zoals het volk destijds, iets tastbaars genaderd, geen allesverzengend vuur, dreigende duisternis en woeste wind, geen bazuingeschal en stemgedonder. Toen het volk die stem hoorde, smeekte het dat er geen woord meer tot hen zou worden gesproken. Zo schrikbarend was de verschijning dat Mozes uitriep: ‘Ik sidder van angst!’”

Wij zijn geen volk dat moet sidderen van angst voor een verterend vuur of een donderende stem. Wij zijn geen mensen die gevangen moeten zitten in de vrees voor een God die enkel oordeelt en straft. Zoals de lezing zegt, zijn wij in Christus genaderd tot het hemelse Jeruzalem, tot de vreugdevolle gemeenschap van de levenden, tot een God wiens wezen diepe barmhartigheid is.

Er was een tijd – en dat is nog niet zo lang geleden – waarin velen leefden met een godsbeeld dat zwaar en dreigend was. Een God die slechts keek naar fouten en tekortkomingen, die met opgeheven vinger klaarstond om te oordelen. Velen droegen dit beeld met zich mee, en hun leven werd er diep door getekend. In het licht van een mogelijk sterven ga ik vaak dit gesprek aan met onze mensen in het woonzorgcentrum waar ik werk. Hoeveel worstelen er met angst voor wat komen gaat. Jammer toch. Christus heeft vooral een God geopenbaard die redt, die verlost, die omhelst.

De verloren zoon (Lc 15, 11-32), die uit eigen beweging was weggegaan van zijn vader, die heel zijn bezit en zijn leven vergooide, kwam na een diep heimwee terug en ontmoette een vader die dagelijks in de deuropening uitkeek naar de terugkomst van zijn zoon. Toen hij zijn zoon zag, snelde hij naar hem toe. Geen veroordeling, enkel omhelzing. En feest.

De vrouw bij de waterput (Joh 4, 1-26). In de hitte van de dag, uit diepe schaamte om onder de andere vrouwen te komen, ging zij water putten. Ze had immers 5 mannen gehad, naast de man die ze nu had. Maar juist daar, in de hitte van de dag, wachtte Jezus haar op. Geen veroordeling. Wel, vanuit het krijgen van inzicht en berouw, en een nieuwe belijdenis, kreeg zij een uitnodiging tot nieuw leven. Pittig detail: zij, met haar verleden van 6 mannen, moest en ging getuigen in haar stad van wat haar was overkomen aan de waterput.

Zacheüs (Lc 19, 1-10), een man die velen onrecht had aangedaan door veel meer geld af te troggelen van de gewone mens dan toegestaan was… Bij hem thuis wilde Jezus te gast zijn. Na het goede en bevrijdende gesprek betaalde Zacheüs alles terug, en nog veel meer. Hij was door de Heer bevrijd. Het was zijn beste dag ooit.

De evangelies staan vol verhalen en woorden waardoor Jezus Gods barmhartigheid toont. Jezus vergezelde de gebrokenen, Hij genas de zieken en schonk vergeving.

En laten we vooral Jezus’ dood en opstanding niet vergeten. Doorheen zijn lijden en sterven daalde Hij af tot in de diepste krochten van de menselijke duisternis. In de geloofsbelijdenis bidden we: “Hij is nedergedaald ter helle.” Ja, tot daar is Hij neergedaald. Dieper kon het niet. En daar, in dit oord van godsvervreemding, heeft Hij de mens opgetild om hem te brengen tot zijn eigen opstanding. Mensen, hoe diep en rijk is dit mysterie! Als wij al decennia lang kruisbeelden aan de muren van onze huizen hangen, dan is het om dit bevrijdende gebeuren voortdurend onder de aandacht te brengen en ons op te roepen er ons aan toe te vertrouwen.

Deze weg is Hij immers niet alleen toen gegaan, maar deze genade werkt door, doorheen de geschiedenis, voor ieder mensenkind. Ook voor jou. Zijn Pasen is jouw verlossing. Zijn verrijzenis jouw nieuw begin. In Hem zijn wij herschapen tot het leven zoals bedoeld in het paradijs, waar Adam en Eva naakt voor God stonden zonder schaamte (Gen 2, 25). Vrij om te leven in volle gemeenschap met Hem, zonder angst, zonder ketenen.

En dit, doordat God liefde is, barmhartigheid. Barmhartigheid is niet zomaar een deugd, het is de kern van wie God is. Het woord zelf draagt de diepte van Gods liefde. In het Hebreeuws is het verbonden met ‘rechem’, baarmoeder. God is als een moeder die haar kind koestert, die nooit loslaat, die ons draagt met tederheid en oneindige liefde. Zijn blik is geen blik van veroordeling, maar van erbarmen. Hij ziet niet alleen onze zonden, maar veel dieper: Hij ziet door de zonde onze zielepijn, die we – vaak verblind door de zonde, zelf niet zien. Hij ziet onze kwetsbaarheid, onze strijd, onze verlangens. Steeds opnieuw strekt Hij zijn hand uit om ons op te richten. Laten we deze trein van genade niet missen.

Gods barmhartigheid vraagt om een antwoord. Niet alleen in het feit dat wij ons steeds weer mogen werpen in de armen van zijn liefde, maar ook in ons dagelijks leven doorheen onze omgang met elkaar. Wij zijn geroepen om Gods barmhartigheid uit te dragen, om elkaar te vergeven zoals Hij vergeeft, om liefdevol met elkaar om te gaan zoals Hij dat doet met ons. Moge op deze wijze Gods Blijde Boodschap in ons en door ons heen gebeuren.

Laten we leven vanuit de vreugde van het hemelse Jeruzalem, wetende dat wij nooit alleen zijn, maar altijd gedragen worden door onze Drie-ene God die enkel en alleen liefde is.

Laten we bidden

Liefdevolle God,
U bent geen verre rechter,
geen donderende stem,
maar een Vader die uitziet naar ons,
een Moeder die ons draagt in tederheid.

Wanneer wij struikelen, richt U ons op.
Wanneer wij dwalen, zoekt U ons.
Wanneer wij bang zijn, omhult U ons met uw vrede.

Breek de ketenen van onze angst,
opdat wij durven leven in uw licht.
Open onze harten voor uw barmhartigheid,
opdat onze wonden in U mogen genezen worden.

Jezus, Gids op onze weg,
leer ons vertrouwen,
en vergeving ontvangen.

Leer ook ons  vergeven
en lief te hebben zoals U.

Amen.

Geliefde mensen, laat ons drinken van het licht dat de nacht verdrijft. Laat ons ademen in de dageraad van Jezus opstanding. Laat ons paasmensen zijn, haarden van vrede in deze vaak koude wereld.
Een genadevolle donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Sta eens stil bij de vraag in hoeverre Jezus’ Pasen doorleeft in jouw leven. Laat je raken door het besef dat God je voortdurend uitnodigt om je als zijn kind te werpen in zijn barmhartigheid. Durf je over te geven aan zijn liefde die enkel geneest en bevrijdt. Zalig is dat!

Ontvang deze barmhartigheid in je eigen hart en laat haar doorwerken in je omgang met anderen. Moge Jezus in ons, met ons en door ons heen leven.


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.