donderdag in week 31 door het jaar (even jaren)
Uit de brief van Paulus aan de Filippenzen 3, 3-8a
Iemand die verandert van geloofsovertuiging zal het bij zijn vroegere geloofsgenoten wel altijd moeilijk hebben. Zo was het ook met Paulus, sommige Joden verwijten hem zijn geloofsafval. Hij verdedigt zich echter. De wet was hem heilig, maar hij kon niet anders dan Christus volgen.
Broeders en zusters,
wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de Geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf, hoewel ik redenen genoeg zou hebben om op mezelf te vertrouwen. Als anderen menen dat te kunnen doen, dan kan ik dat zeker.
Ik werd besneden toen ik acht dagen oud was en behoor tot het volk van Israël, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren Hebreeër met de wetsopvatting van een Farizeeër en heb de gemeente fanatiek vervolgd. Aan wat er in de wet over gerechtigheid staat, voldeed ik volledig.
Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van Hem heb ik alles prijsgegeven.
Psalm 105, 2-7
Refr.: Beroem u op Gods heilige Naam.
Zing en speel voor de Heer,
spreek vol lof over zijn wonderen.
Beroem u op zijn heilige Naam,
wees blij van hart, u die de Heer zoekt.
Zie uit naar de Heer en zijn macht,
zoek voortdurend zijn nabijheid.
Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken.
Nageslacht van Abraham, zijn dienaar,
kinderen van Jakob, door Hem verkozen.
Hij is de Heer, onze God,
zijn besluiten gelden over de hele aarde.
Uit het evangelie volgens Lucas 15, 1-10
Jezus verantwoordt zijn houding tegenover zondaars. Hij is gekomen om te redden wat verloren was. Het ene schaap dat verloren was, is Hem meer waard dan de negenennegentig anderen die geen rechtvaardiging nodig hebben. Zover gaat Gods bezorgdheid. De Blijde Boodschap is een boodschap van vergeving en vreugde.
Alle tollenaars en zondaars kwamen Jezus opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de Farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’
Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.”
Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.”
Zo, zeg Ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’
Van Woord naar leven
Alle tollenaars en zondaars kwamen Jezus opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de Farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’
Waar geen rechtgeaarde gelovige mee zou omgaan, en volgens de Wet zelfs niet mee mág omgaan, daar gaat Jezus wel mee om. Hij eet en drinkt zelfs met hen. Hij laat zich met hen in, en daarvoor, om dat gedrag te wettigen, begrijpelijk te maken, vertelde Jezus hun die gelijkenis over het verloren schaap.
Te snel rekenen wij ons maar al te graag bij de negenennegentig andere schapen die netjes bij de kudde zijn gebleven, bij hun herder. Maar laten we ons eens vereenzelvigen met dat verloren schaap. Want, het is gewoon een feit: wij zijn dikwijls dat verloren schaap.
Voor de buitenwereld horen we dan misschien netjes bij de kudde, diep vanbinnen geraken we soms verdwaald, zijn we hulpeloos; we geraken het kompas kwijt, of religieus geduid: we zijn onze herder kwijt.
Allerlei redenen kunnen hiervan de oorzaak zijn: verslapping van ons geloof, kleine zondekes, of grote zonden, pijn, teleurstelling, veroordeling van anderen, enz…
Wat de reden ook mogen zijn: we liggen daar toch maar: verdwaald, hulpeloos, vervreemd geraakt, verstikt in onszelf.
En dan de Herder: Jezus. Hij komt zoeken. Typisch Hem. Zo is God. Zoeken wat verloren is.
Dat is liefde, namelijk wat verloren is terug brengen tot wat is. En daar àlles voor over hebben. Dat is liefde, dat is Jezus.
Jezus zoekt, Jezus vindt. Maar belangrijk is ook dat wij willen gevonden worden. En eenmaal gevonden, dat we ons willen laten dragen door de Herder. Met andere woorden: dragen we die nederigheid in ons om ons in de armen van de Heer te werpen, ons toevertrouwend aan zijn redding?
Mooi in de gelijkenis is de vreugde waarover gesproken wordt nadat het verloren schaap terug is gevonden. Ook dat typeert Jezus, het typeert de hemel, het zou de Kerk moeten typeren. En dan gaat het niet over ‘weer een zieltje gewonnen’; het gaat dan over iets veel diepers, namelijk in de vreugde van de hemel te staan omdat iemand weer thuis is gekomen bij God, zijn meest diepe thuis. Dat geeft vreugde, dat ontroert, dat stemt tot blijdschap en dankbaarheid, dat doet leven.
We zouden naar het voorbeeld van onze Herder, en in zijn naam, zo in de wereld moeten staan. We zouden op zo’n manier vriendschappen moeten aangaan met allen dat ieder thuis kan komen in God. Een liefdevolle, belangloze vriendschap, in naam van Jezus, is de sleutel van dit gebeuren.
Vooral het ‘in naam van Jezus’ is belangrijk. Immers wijzelf zijn niet de oorzaak dat mensen hun thuis zullen vinden in God, maar de Heer zelf zal genadevol met ons, in ons, en door ons de mensen aanraken om hen tot Hem te brengen.
Deze weg zal een diepe vreugde geven waarover het evangelie spreekt. Het is het ‘blijde’ van de Blijde Boodschap, de vreugde van Pasen, de vrede van God.
Laat ons dragers en uitdragers zijn van dit gebeuren.
kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Barmhartige God,
ook als wij eigen wegen gaan die niet de uwe zijn, komt Gij naar ons toe. Zondige mensen brengt Gij tot inkeer en wat verloren was, zoekt Gij weer op. Geef dat ook wij elkaar steeds nieuwe kansen bieden, op tocht gaan naar wat verloren was en vreugde vinden in de verzoening.
Met en door Jezus, onze Broeder en Heer. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.