donderdag in week 28 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan Romeinen 3, 21-29

In de eerste hoofdstukken van zijn brief aan de christenen van Rome verklaart Paulus hoe de mens gered wordt door het geloof. Zowel Joden als heidenen schoten tekort bij het onderhouden van de wet. Christus heeft ons verlost; door ons geloof in Hem zijn wij opnieuw met God verzoend. Hoe noodzakelijk onze werken zijn, ze hebben maar zin en kracht door het geloof.

Broeders en zusters,
nu is Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, zichtbaar geworden buiten de wet om: God schenkt vrijspraak op grond van geloof in Jezus Christus, aan allen die geloven. En er is geen onderscheid. Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, en iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet, dankzij de verlossing door Christus Jezus. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee toont God zijn gerechtigheid, want in zijn verdraagzaamheid gaat Hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan, om nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid te bewijzen: Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.
Kan iemand zich dan nog ergens op laten voorstaan? Dat is uitgesloten. Door welke wet? De wet die naleving eist? Nee, door de wet van het geloof. Ik heb u er immers op gewezen dat een mens door geloof wordt vrijgesproken, en niet door de wet na te leven. Is God soms alleen de God van de Joden en niet ook van de andere volken? Zeker ook van de andere volken, want er is maar één God.

Psalm 130, 1-6

Refr.: Mijn ziel verlangt naar de Heer.

Uit de diepte roep ik tot U, Heer,
Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig,
luister naar mijn roep om genade.

Als U de zonden blijft gedenken, Heer,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij U is vergeving,
daarom eert men U met ontzag.

Ik zie uit naar de Heer,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord.

Mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.

Vers voor het evangelie (Ps 95, 8ab)

Alleluia. 
Luister heden naar de stem van de Heer
en wees niet halsstarrig.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 11, 47-54

De wetgeleerden maakten maar één fout, ze bleven steken bij de erkende profeten. Deze waren slechts overgangsfiguren, wegbereiders van Hem die komen moest. Daardoor bleven de Farizeeën doof voor elke aanvulling van de profeten en tenslotte voor Christus zelf. Anderen hebben ze aldus belet deze ontmoeting in hun leven waar te maken.

Jezus sprak tot de wetgeleerden:
‘Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, van het bloed van Abel tot het bloed van Zecharja, die omkwam tussen het altaar en het heiligdom. Ja, Ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ 
Toen Hij het huis verliet, waren de schriftgeleerden en de farizeeën uitzinnig van woede; ze begonnen Hem over van alles uit te vragen, in een slinkse poging om Hem te betrappen op een ongeoorloofde uitspraak.

Van Woord naar leven

WAARACHTIGHEID
(Bij Lc 11, 47-54)

Vandaag een ‘wee-jullie-evangelie’. Jezus geeft af op bepaalde mensen binnen de kring van de zogenaamde wetgeleerden en de groep van de Farizeeën die naar uiterlijke schijn schijnbaar een religieus perfect leven leiden, terwijl ze van binnenuit gezien ver van God en zijn liefde staan. En ze sloten zich op in een verleden, en wel op zo’n wijze dat er geen enkele openheid was voor iets nieuws.

Mogen we dit evangelie, deze vermanende woorden van Jezus, beluisteren alsof ze ook tot ons gericht zijn? Ja hoor, heel zeker.

Laten we de woorden van Jezus als kerkgemeenschap beluisteren, en daaruit besluiten dat iedere vorm van hypocrisie binnen de Kerk vernietigend werkt. Hypocrisie holt de Kerk uit, het kwetst mensen en het jaagt vele mensen weg. Als kerkgemeenschap zouden we authenticiteit hoog in het vaandel moeten dragen. Mensen zullen dit opmerken, en velen zullen komen kijken.

Als ik aan authenticiteit als kerkgemeenschap denk, dan denk ik vooral aan een gemeenschap die vanuit de Heer dienend in het leven staat, ieder omarmend, met een bijzondere genegenheid voor wat broos is in onze samenleving. En, zoals paus Franciscus zegt, we mogen geen schrik hebben daarvoor onze handen vuil te maken.

En graag met wat enthousiasme. Een van het soort dat in haar bescheidenheid opvalt.

Wat we vooral niet mogen doen is cocoonen, ons terugtrekken binnen onze kleine gemeenschapjes: parochie, gebedsgroepjes, katholieke verenigingen her en der. Uiteraard is er niets mis mee wanneer je gemeenschap beleeft binnen de parochie, een gebedsgroep, of een vereniging. Maar we mogen ons er niet in opsluiten, integendeel. We moeten naar buiten treden, de straat op. Weg uit onze katholieke comfortzone. De wereld in. Ieder omarmend.

Jezus is duidelijk. ‘Jullie zijn het licht van de wereld, het zout van de aarde’. Met andere woorden: we worden de wereld in gezonden, de Blijde Boodschap belevend en uitdragend, als Paasmensen. Als mensen die leven vanuit de verrijzenis van de Heer. Vrede- en vreugdevol dus.

En ja, graag dus authentiek. Eenvoudig, met een geloof gegrond in het leven van elke dag, met een gezond verstand, dagelijks biddend op de knieën, verbindend, de liefde van de Heer dragend en uitdragend. Zonder al te veel blablabla, zonder met de Bijbel rond de oren te slaan. Ook geen salontheologie. Maar een eenvoudig geloof, in innige verbondenheid met de Heer, als het hart van je bestaan, dat je van binnenuit zo graag wil delen met anderen, doorheen gesprek en leven.

Laten we als kerkgemeenschap een warme haard zijn in deze vaak koude wereld.

Laten we bidden

Jezus,
mogen wij als Kerk U nabij zijn,
zoals Gij ons nabij zijt.
Mogen wij alzo ieder omarmen,
zuiver en oprecht.
In uw naam.
Amen.

Een mooie dag !
Met een genegen groet,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.