donderdag in week 25 door het jaar
Uit de profeet Haggai 1, 1-8
Tijdens de opbouw van de tempel na de ballingschap spreekt de profeet Haggai zijn volk moed in. Denk niet eerst aan uzelf want dan oogst je vruchten van hebzucht en egoïsme. Denk aan je opdracht en dat zijn de anderen en aan de Heer. Voor Hem moet je een tempel bouwen.
In het tweede regeringsjaar van koning Darius, op de eerste dag van de zesde maand, richtte de Heer zich bij monde van de profeet Haggai tot Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tot Jozua, zoon van Josadak en hogepriester: ‘Dit zegt de Heer van de hemelse machten: Dit volk beweert dat de tijd nog niet gekomen is om de tempel van de Heer weer op te bouwen. Maar, ‘zo sprak de Heer bij monde van de profeet Haggai, ‘is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen? En dat terwijl mijn huis nog een ruïne is! Nu dan – dit zegt de Heer van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie ingeslagen? Denk toch na! Jullie hebben veel gezaaid maar weinig geoogst; jullie eten maar raken nooit verzadigd, jullie drinken maar nooit is het genoeg, jullie kleden je maar krijgen het nooit warm; de dagloner krijgt zijn geld maar het verdwijnt in een beurs vol gaten. Dit zegt de Heer van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie eigenlijk ingeslagen? Ga naar de bergen, haal daar hout en bouw mijn huis weer op. Met vreugde zal Ik het aanvaarden en er mij in al mijn luister tonen – zegt de Heer.
Psalm 149, 1-6a + 9b
Refr.: Laten wij dansend de Naam van de Heer loven.
Zing voor de Heer een nieuw lied,
roem Hem te midden van zijn getrouwen.
Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,
het volk van Sion juichen om zijn koning.
Laten zij dansend zijn Naam loven,
bij lier en tamboerijn voor Hem zingen.
Ja, de Heer vindt vreugde in zijn volk,
Hij kroont de vernederden met de zege.
Laten zijn getrouwen juichen in triomf,
nog jubelen als zij te ruste gaan.
Met lofzang voor God uit hun kelen,
dat is de glorie voor al zijn getrouwen.
Uit het evangelie volgens Lucas 9, 7-9
Johannes de Doper had Herodes heel wat last bezorgd door hem te wijzen op zijn onregelmatig leven. Daarom had hij hem doen onthoofden. Johannes lijkt wel herboren nu Herodes voortdurend hoort vertellen van Jezus die veel gelijkenis vertoont met de Doper. Daarom wil de koning Jezus zien.
In de dagen hoorde Herodes, de tetrarch, wat er allemaal gebeurde en raakte in grote verwarring omdat sommigen zeiden dat Johannes uit de dood was opgestaan, terwijl anderen beweerden dat Elia was verschenen, en weer anderen dat een van de oude profeten was opgestaan.
Herodes zei: ‘Johannes heb ik laten onthoofden; wie is dan degene over wie ik dergelijke dingen hoor?’ Hij zocht naar een gelegenheid om Jezus te ontmoeten.
Van Woord naar leven
Herodes zocht naar een gelegenheid om Jezus te ontmoeten.
Herodes is niet dood. Hij leeft midden tussen ons, meer: in ons. Want ook wij zijn geen mensen uit één stuk. Ons hart is een weefsel van zwak en sterk, van goed en kwaad. Op het podium van het leven spelen wij vaak dubbelrollen: de rol van de heilige of van de duivel, of ergens daar tussenin met ingrediënten van beiden.
Het verhaal van Herodes gaat over die eeuwige slingerbeweging tussen goed en kwaad; een beweging waarvan ook wij af en toe zeeziek worden.
Laten we dan niet in slaap vallen, maar er werkelijk wakker van liggen, zodat we door alles heen Jezus mogen blijven zien, naar Hem blijven verlangen, Hem willen ontmoeten.
Moge dit verlangen puur gebed worden…
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Heer,
net zoals bij Herodes worden wij dikwijls heen en weer geslingerd tussen goed en kwaad. Beziel ons met uw heilige Geest opdat ons hart en al onze verlangens mogen gericht zijn op U. Vervul ons met de genade te kiezen voor U, ons gevend aan uw levengevende aanwezigheid.
Kom heilige Geest. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.