donderdag in week 23 door het jaar
Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 8, 1b-7 + 10-13
Paulus benadrukt dat liefde boven kennis staat en roept gelovigen op om hun vrijheid niet te misbruiken, maar om met liefde rekening te houden met het zwakkere geweten van anderen.
Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. Wanneer iemand denkt dat hij kennis bezit, begrijpt hij nog niet wat ware kennis is. Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij zelf gekend, door God.
Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat alle afgoden in de hele wereld niets voorstellen en dat er maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde – en zo zijn er immers heel wat goden en heren –, wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven. Maar niet iedereen bezit deze kennis. Sommigen van u zijn zo aan hun afgod gewend dat ze het offervlees nog altijd als een offer aan die afgod zien. Als ze er dan van eten wordt hun geweten, dat zwak is, bezwaard.
Wanneer namelijk iemand met een zwak geweten ziet dat u, met uw kennis, in een afgodentempel deelneemt aan een maaltijd, wordt hij er dan niet toe aangemoedigd dat offervlees te eten? Zo gaat de zwakke door uw kennis verloren, een broeder of zuster voor wie Christus gestorven is. Op die manier zondigt u tegen hen, en door hun zwakke geweten te ondermijnen zondigt u tegen Christus. Als ik dus door vlees te eten mijn broeder of zuster ten val breng, wil ik het nooit ofte nimmer meer eten; dan breng ik hen niet ten val.
Tussenzang: Ps 139, 1-3 + 13-14ab + 23-24
Refr.: Leid mij op de weg die eeuwig is.
Heer, U kent mij, U doorgrondt mij,
U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.
U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Doorgrond mij, God, en ken mijn hart,
peil mij, weet wat mij kwelt,
zie of ik geen verkeerde weg ga,
en leid mij op de weg die eeuwig is.
Vers voor het evangelie (Fil 2, 15d-16a)
Alleluia.
Schitter als sterren aan de hemel
en hou daarbij vast
aan het woord dat leven brengt.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 6, 27-38
Jezus leert zijn leerlingen allen, ook hun vijanden, lief te hebben en barmhartigheid te tonen zoals God. Hij waarschuwt dat de maat waarmee zij geven en vergeven, ook voor hen zal worden gebruikt.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.
Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.
Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’
Van Woord naar leven
BEMINNEN ZOALS GOD BEMINT
(Bij Luc 6, 27-38)
In het evangelie van vandaag roept Jezus ons op om te beminnen zoals God bemint: zonder onderscheid en zonder verwachting van wederdienst. Hij vraagt ons om de logica van wederkerigheid los te laten en lief te hebben, ook als het ons niets oplevert.
Hij roept ons ook op om onze zogenaamde vijanden lief te hebben. Laten we niet te snel denken dat dit niet over ons gaat. Natuurlijk betreft dit ook ons, jou en mij. Iedereen komt wel eens in aanraking met mensen die, hoewel we het woord misschien niet graag gebruiken, meer vijanden lijken dan broeders of zusters. Mensen die ons het leven moeilijk maken, mensen die we misschien zelfs liever nooit hadden ontmoet. Dit kunnen mensen zijn in onze verre kennissenkring, maar ook mensen dichtbij in onze leefomgeving. Toch is er ook hier de oproep van Jezus: beminnen, je ‘vijanden’ zegenen en voor hen bidden. Het is een weg die altijd de deur opent voor verzoening en vrede.
De Bron van dit alles is God zelf: Zijn liefde voor ieder van ons. In die liefde ligt de sleutel tot onze bekwaamheid om te beminnen, zelfs wanneer dat bovenmenselijk lijkt. Het is Gods liefde die ons in staat stelt verder te kijken dan onze gekwetstheid, ons ego of onze menselijke neigingen om wrok vast te houden. Zijn liefde is ons niet enkel tot voorbeeld maar maakt ons ook ten dieptste vrij om te kunnen beminnen.
Jezus nodigt ons uit om deel te nemen aan de goddelijke stroom van liefde, een liefde die altijd de ander zoekt, een liefde die altijd op zoek is naar verzoening en herstel. Wanneer wij beminnen zoals God bemint, vanuit zijn aanwezigheid en genade, worden we in zekere zin medescheppers van vrede.
Laten we daarom bidden om de genade deze liefde werkelijk te ontvangen en tot de onze te maken. Laten we bidden om haar te laten groeien in ons hart en haar uit te dragen naar iedereen die we tegenkomen, de woorden van Jezus indachtig: ‘Wees barmhartig zoals uw Vader barmhartig is.’
Het is een opdracht die ons leven diepgaand kan omvormen als we bereid zijn deze werkelijk te ontvangen.
Wat betreft dit ontvangen: God heeft ons een Helper gegeven, zijn Geest. Vanuit zijn heilige gloed kan de Geest ons van binnenuit in vuur en vlam zetten om Gods liefde zuiver te omarmen. Vandaar het belang van Gods Geest in ons hart werkzaam te laten zijn. Het is echt belangrijk!
Mogen wij zo, met z’n allen, beeld worden van Gods goedheid voor de mensheid.
Laten we bidden
Vader
geef ons de kracht om te beminnen
zoals U bemint,
zonder grenzen en zonder voorwaarden.
Moge uw heilige Geest in ons wonen
en ons binnenvoeren
in het echte liefhebben.
In Christus’ naam.
Amen.
Geliefde mensen, moge Gods liefde onze gids zijn bij al wat we doen en bij ieder die we ontmoeten.
Een mooie donderdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe reageer ik op mensen die mij pijn doen of mijn leven moeilijk maken? Anders gezegd: Hoe kan ik mijn gedachten en gedragingen afstemmen op de oproep van Jezus tot onvoorwaardelijke liefde?
Welke concrete stappen kan ik zetten om een ‘medeschepper van vrede’ te zijn in mijn gezin, gemeenschap, op de werkvloer, in mijn buurt, in de parochie, en daarbuiten?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.