dinsdag in week 4 van de advent

Uit het tweede boek Samuël 7, 1-5 + 8b-12 + 14a + 16

Toen de koning zijn intrek had genomen in het paleis en de Heer hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen, zei de koning tegen de profeet Natan: ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van cederhout, terwijl de ark van God in een tent staat.’
‘Doe wat uw hart u ingeeft,’ antwoordde Natan, ‘de Heer staat u immers terzijde.’
Maar diezelfde nacht richtte de Heer zich tot Natan: ‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Dit zegt de Heer: Wil jij voor Mij een huis bouwen om in te wonen? Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk Israël te leiden. Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam, Ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld. Nu zal Ik je naam vestigen als een van de groten der aarde. Ik zal aan mijn volk Israël een gebied toewijzen. Daar zal Ik het planten en daar kan het onbevreesd wonen. Het zal niet langer door misdadige volken onderdrukt worden, zoals toen het er pas woonde en Ik rechters over mijn volk Israël had aangesteld. Jou zal Ik rust geven door je van je vijanden te verlossen. De Heer zegt je dat Hij voor jou een huis zal bouwen: Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal Ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor Mij een zoon. Jou stel Ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’

Tussenzang: Ps 89, 2-5 + 27 + 29

Refr.: Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen.

Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen,
van uw trouw getuigen, geslacht na geslacht.
Ik belijd: uw liefde houdt eeuwig stand,
uw trouw hebt U in de hemel gevestigd.

Ik heb met mijn uitverkorene een verbond gesloten,
aan mijn dienaar David gezworen:
Jouw dynastie zal Ik voor eeuwig vestigen,
je troon in stand houden, geslacht na geslacht.

Hij zal tot Mij roepen: “U bent mijn vader,
mijn God, de rots die mij redt!”
Mijn liefde zal hem altijd beschermen,
hecht is mijn verbond met hem.

Vers voor het evangelie

Alleluia.
Immanuel, koning en wetgever over uw volk,
kom ons bevrijden, Heer, onze God.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 1, 67-79

Zacharias werd vervuld van de heilige Geest en sprak deze profetie:
‘Geprezen zij de Heer, de God van Israël, Hij heeft zich over zijn volk ontfermd en het verlost. Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar, zoals Hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten: bevrijding uit de hand van onze vijanden, uit de greep van allen die ons haten. Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze voorouders en herinnert Hij zich zijn heilig verbond: de eed die Hij gezworen had aan Abraham, onze vader, dat wij, bevrijd van onze vijanden en vrij van angst, Hem dienen zouden, oprecht en toegewijd, ons leven lang. En jij, mijn kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste, want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor Hem gereed te maken, en om zijn volk bekend te maken met hun redding door de vergeving van hun zonden. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel zich over ons ontfermen en schijnen over allen die in duisternis verkeren, in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’

Van Woord naar leven

EEN STRALEND LICHT VOOR DE WERELD
(Bij Lc 1, 67-79)

Vandaag de laatste dag van de advent; een tijd van wachten en verlangen waarin onze harten zich hebben voorbereid op de komst van Jezus. Terwijl we vol verwachting uitzien naar de komende heilige nacht, mogen we ons eerst nog aansluiten bij de woorden van Zacharias vandaag.

Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel ons bezoeken. Het zal schijnen over allen die in duisternis leven, in de schaduw van de dood, en onze voeten richten op de weg van de vrede.’

Straks zal deze profetie tot leven komen. In de stilte van de nacht, in de nederigheid van een stal, zal dat stralende licht de wereld binnentreden. De kleine Jezus in de kribbe is de belichaming van Gods liefde en vrede, een geschenk dat onze duisternis verlicht en onze levens omhult met hoop. Vanuit dit Licht zullen we het pad van de vrede kunnen gaan.

Laat ons eerst en vooral ontvangende mensen worden; arm van geest, beschikbaar voor wat God geven wil. Om vanuit zijn gave, zijn menswording, het pad van vrede te gaan; in Hem, door Hem en met Hem.

Was de wereld, met haar vreselijke oorlogen en haar vele onrecht, zich maar eens bewust van de gave die God haar schenken wil.

Laten we bidden

Goede God,
U die ons in barmhartigheid nabij komt,
wij bidden U:
moge uw stralend licht ons hart vervullen.
Ja, verlicht onze duisternis,
geef ons ogen om uw aanwezigheid te zien,
handen om uw goedheid te zijn,
en voeten om uw weg van vrede te bewandelen.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, laat ons straks, al dan niet letterlijk, knielen voor de kribbe, in diepe aanbidding voor Gods menswording in Jezus. Neem deel aan het gebeuren. Waan je in de kerstgrot waar God is neergedaald. Verinnerlijk dit mysterie. Moge je hart de kribbe zijn waar God zichzelf aan jou, de Kerk, en de hele mensheid, schenkt.
Een zalige kerstnacht straks,
kris


Om mee op weg te gaan

Wees straks tijdens de nacht zoals de herders rond het Kind: eenvoudig, ontvankelijk en vol verwondering. Laat je hart vullen met blijdschap en dankbaarheid. Moge deze nacht vooral een nacht van gebed zijn.


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.