dinsdag in week 3 van de advent

Uit de profeet Sefanja 3, 1-2 + 9-13

Voor de profeet Sefanja is Jeruzalem de weerspannige stad. Het toekomstig Jeruzalem zal er anders uitzien. De ‘rest van Israël’ zal nederig en bescheiden voor de Heer staan. Voor het zover is, zal er heel wat veranderen. De heidense volkeren zullen zich bekeren. Nadrukkelijk wijst de profeet op de waarde van de nederigheid.

Wee de opstandige, bezoedelde, gewelddadige stad! Ze luistert naar niemand, neemt geen terechtwijzing aan, vertrouwt niet op de Heer, wendt zich niet tot haar God. Dan zal Ik de lippen van de volken rein maken, zij zullen de naam van de Heer aanroepen, ze zullen Hem dienen, zij aan zij. Van over de rivieren van Nubië zullen zij die Mij vereren maar die Ik verstrooid had, Mij hun offergaven brengen.
Op die dag hoef je je niet meer te schamen voor alle daden waarmee je tegen Mij in opstand kwam. Wie van overmoed vrolijk is laat Ik uit je midden verdwijnen, op mijn heilige berg zul je niet meer hoogmoedig zijn. Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de Heer een toevlucht vindt. Wie er van Israël overblijven, zullen niet langer onrecht doen, ze zullen geen leugens spreken, uit hun mond zal geen bedrieglijke taal meer klinken. Ze zullen weiden en rustig liggen, door niemand opgeschrikt.


Psalm 34, 2 + 3 + 6 + 7 + 17 + 18 + 19 + 23

Refr.: De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen.

De Heer wil ik prijzen, elk uur van de dag,
mijn mond is altijd vol van zijn lof.
Laat mijn leven een loflied zijn voor de Heer,
de nederigen zullen het met vreugde horen.
Wie naar Hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.

In mijn verdrukking riep ik tot de Heer,
Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.
Toornig ziet de Heer wie kwaad doen aan,
Hij wist hun namen op aarde uit.

De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen,
Hij bevrijdt hen uit de nood.
Gebroken mensen is de Heer nabij,
Hij redt wie zwaar wordt getroffen.
De Heer redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij Hem.


Alleluia.
De Heer komt zijn volk bevrijden;
zalig die klaar zijn om Hem te ontmoeten.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Matteüs 21, 28-32

Jezus vertelt de parabel van de twee zonen om de joodse gezagsdragers tot waarheid te dwingen. Niet het doen-alsof en de uiterlijke wetsvervulling zijn een waarborg. Zoals Johannes de Doper doet ook Jezus een oproep tot geloof en bekering.

Jezus zei tot de hogepriesters en de oudsten van het volk:
‘Wat denkt u van het volgende? Iemand had twee zonen. Hij zei tegen de een: “Jongen, ga vandaag in de wijngaard aan het werk.” De zoon antwoordde: “Ik wil niet,” maar later bedacht hij zich en ging alsnog. Tegen de ander zei de man precies hetzelfde. Die antwoordde: “Ja, vader,” maar ging niet. Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?’
Ze zeiden: ‘De eerste.’
Daarop zei Jezus: ‘Ik verzeker u: de tollenaars en de hoeren zullen het koninkrijk van God eerder binnengaan dan u. Want Johannes bewandelde de weg van de gerechtigheid toen hij naar u toe kwam. U geloofde hem niet, de tollenaars en de hoeren wel. En ook al zag u dat, u hebt u niet bedacht en hem alsnog geloofd.’

Van Woord naar leven

Vandaag horen we Gods Woord doorheen de profeet Sefanja: Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de Heer een toevlucht vindt.

Het gaat hier over de ‘rest van Israël’, de zogenaamde Anawim, de armen van Jahwe.
Letterlijk betekent ‘anawim’: de gebogene, in de zin van gebukt moeten gaan onder de last van het regime, opgelegde wetten, enz… In religieuze context betekent ‘anawim’ ook: ‘het op God gerichte hart’, de ‘arme van geest’, de ootmoedige, de nederige.

Deze ‘armen van geest’, waar Jezus in de bergrede acht zaligheden aan zal wijden, zijn God zéér lief. En dit om de eenvoudige reden dat deze mensen stil weten en diep aanvoelen waarover het gaat. En dit niet alleen weten en aanvoelen, maar het ook leven. Niet vanuit een ‘Kijk naar ons, want wij weten het’, maar vanuit een stille nederige overgave aan God en wat komen gaat. Het zijn mensen die leven in de tegenwoordigheid van God, in ‘het licht van de Heer’,  hun hart in zijn Hart, stil biddend, nederig werkend, elkaar liefhebbend zonder grote woorden.

Het is niet verwonderlijk dat God deze gemeenschap van mensen uitkoos om mens te worden. Maria, Jozef, de herders, Hanna, Simeon, Zacharias, Elisabeth, enz… prachtige mensen! Mensen zonder pretentie, vol verwachting, levend in de hoop. Ze keken uit naar wat God zelf al zo lang had beloofd: de komende Messias. Ze leefden in volle verwachting.

En wij…
Wanneer wij ons de vraag stellen hoe we het best naar Kerstmis kunnen toeleven, is het goed om de gezindheid van deze ‘armen van Jahwe’ ter harte te nemen. Het zal ons hart maken tot een ware kerststal, waar verlangen en liefde, eenvoud en geloof, vrede en nederigheid, de geboorte van de Heer ten diepste zullen mogelijk maken.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
in Christus bidden wij: maak ons arm van geest, nederig van hart, eenvoudig in geloof. Dat wij op deze wijze verlangend mogen uitkijken naar Jezus’ komst met Kerst. Mogen wij nu reeds knielen voor dit wonderlijk gebeuren.
In Christus, onze Heer. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.