dinsdag in week 28 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 1, 16-25

Ze hebben de schepping geëerd, maar niet de Schepper.

Broeders en zusters,
voor het evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In dit evangelie openbaart Gods gerechtigheid zich immers van begin tot eind door geloof, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’
Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn. Want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas geworden en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. Daarom heeft God hen uitgeleverd aan hun zedeloze begeerten, waardoor ze hun lichaam onteren. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.

Psalm 19, 2-5ab

Refr.: De hemel verhaalt van Gods majesteit.

De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord,
het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.

Vers voor het evangelie

Alleluia.
Leer mij uw paden kennen, Heer;
leid mij volgens uw woord.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 11, 37-41

Godsdienstige voorschriften onderhouden maakt van een mens nog geen goede christen. Jezus wijst ons op het belang van het hart en de innerlijkheid.

Toen Jezus uitgesproken was, nodigde een farizeeër Hem uit voor de maaltijd. Eenmaal binnen ging Hij meteen aanliggen. Toen de farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat Hij zich niet eerst gewassen had voor de maaltijd.
Maar de Heer zei tegen hem: ‘Ach jullie farizeeën! De buitenkant van de beker en de schotel reinigen jullie, maar jullie eigen binnenkant is vol roofzucht en slechtheid. Dwazen, heeft Hij die de buitenkant gemaakt heeft niet ook de binnenkant gemaakt? Geef liever de inhoud van beker en schotel als gift aan de armen, dan is niets meer onrein voor jullie!’

Van Woord naar leven

WAAR IS HIJ TE VINDEN ?
(bij Rom 1, 16-25)

Wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt.

Dat is nogal een overtuigende zin die Paulus schrijft naar de gelovige gemeenschap in Rome.

Is het zo dat ieder mens God zou kunnen kennen? Ik herinner me nog uit mijn jeugdjaren dat een priester die godsdienstles gaf dit ook heel stellig beweerde. Dit deed hij vanuit deze tekst uit de Romeinenbrief.

Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn.

Ik was er verwonderd over, had er nooit over nagedacht, maar wel herinner ik me nu deze woorden. Ik zie hem nog zitten, zijn hoofd wat schuin, zijn vastberaden en overtuigende blik. Ook zijn naam weet ik nog.

Wat me destijds opviel, en ook nu weer, is een vraag die in me is blijven hangen. Is het werkelijk zo dat ieder mens God kan kennen? Dit is een vraag, misschien wel uit alle tijden.
Wat gebeurt er niet in onze levens en in de levens van lang geleden? Ja, vele goede dingen van mensen die leven op de wijze zoals die bij de schepping bedoeld is. Maar tevens vele slechte dingen van mensen die het tegendeel laten zien. Bestaat die tweede groep dan zomaar uit blinden? Is er in hun hart nooit een lichtje aangegaan waardoor ze weten dat ze ‘fout’ zitten, en hebben ze daar niets mee gedaan of hadden ze daar de kracht niet toe? Paulus wil uiteraard de mensen van toen (en nu) er zich bewust van maken waar ze mee bezig zijn. Dat is ook zijn roeping. Tevens bedoeld voor alle mensen, voor alle volkeren (vers 14, voorafgaande aan de lezing van vandaag), voor alle tijden.

Wat kunnen we nu met deze gedachte? Misschien is het goed om bij jezelf na te gaan of het vanzelfsprekend is dat je God kent en bemint. Hoe hebben wij God leren kennen?  Is Hij altijd als constante aanwezig geweest in ons leven? Door onze opvoeding, door ervaringen van de (toen nog zuivere) schepping? Door de liefde van mensen om ons heen? Of was Hij er ook bijvoorbeeld een hele tijd niet, door eigen blindheid, onvermogen, verkeerde keuzes, tegenvallers in ons leven, weerstand tegen het onchristelijke gedrag van kerkmensen of tegen de Kerk zelf in zijn functioneren?

In de laatste zin van de tekst van vandaag staat:

die [de Schepper] moet worden geprezen in eeuwigheid. Amen.

Laten we dat nu gaan doen, samen met de psalmist. Het is  een deeltje uit psalm 19:

De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord,
het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.

Een Joods verhaal zegt dat God is, waar je Hem toelaat.

Beste mensen, mochten we Hem soms even een beetje kwijt zijn, dan zouden we naar buiten kunnen gaan om het universum in ons toe te laten, wie weet! Of nog simpeler, Hem toelaten op dit moment …

Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.