dinsdag in week 24 door het jaar
Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 12, 12-14 + 27-31a
In deze lezing nodigt Paulus ons uit om de verscheidenheid in de gemeenschap te omarmen, waarbij ieder lid een unieke rol vervult binnen het lichaam van Christus. Ondanks de verschillen worden we allen samengebracht door de Heilige Geest en vormen we één geheel. Dit nodigt ons uit om te beseffen dat ieder van ons, met zijn eigen gaven, bijdraagt aan het welzijn en de opbouw van de gemeenschap in Christus.
Broeders en zusters,
een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden; of we nu Joden of Grieken zijn, slaven of vrije mensen, we zijn allen van één Geest doordrenkt. Tegelijk bestaat een lichaam niet uit één deel, maar uit vele.
Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten? Of kan iedereen genezen? Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen?
Richt u op de hoogste gaven.
Tussenzang: Ps 100, 1-5
Refr.: Wij zijn de kudde van de Heer, door Hem met zorg geleid.
Juich de Heer toe, heel de aarde,
dien de Heer met vreugde,
kom tot Hem met jubelzang.
Erken het: de Heer is God,
Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe,
zijn volk zijn wij, de kudde die Hij weidt.
Kom zijn poorten binnen met een loflied,
hef in zijn voorhoven een lofzang aan,
breng Hem hulde, prijs zijn naam.
De Heer is goed,
zijn liefde duurt eeuwig,
zijn trouw van geslacht op geslacht.
Vers voor het evangelie (2 Tim 1, 10)
Alleluia.
Onze redder Christus Jezus is verschenen,
die de dood heeft vernietigd
en onvergankelijk leven heeft doen oplichten
door het evangelie.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 7, 11-17
Jezus toont zijn diep medeleven door een weduwe haar enige zoon uit de dood terug te schenken. Zijn woorden en daden brengen leven waar de dood lijkt te heersen en openbaren Gods liefdevolle aanwezigheid onder zijn volk.
Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met Hem mee.
Toen Hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een vrouw die ook al weduwe was. Een groot aantal mensen vergezelde haar.
Toen de Heer haar zag, kreeg Hij medelijden met haar en zei: ‘Weeklaag niet meer.’
Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei: ‘Jongeman, Ik zeg je: sta op!’
De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder.
Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,’ en: ‘God heeft zich over zijn volk ontfermd!’
Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.
Van Woord naar leven
ÉÉN LICHAAM IN CHRISTUS
( Bij 1 Kor 12,12-14 + 27-31a)
Beste mensen, wat reikt Paulus ons vandaag een schitterend thema aan: we zijn, in Christus één lichaam. Toen Paulus leefde maakte hij vele reizen om het geloof in de ene Heer Jezus te verkondigen. Hij ontmoette daarin zeer verschillende mensen en volkeren. Als hij nu geleefd had, zou hij verbaasd zijn geweest, over de tomeloze uitbreiding van de wereld.
Wat hij schrijft in deze eerste brief aan de Korintiërs, is echter een boodschap voor mensen van alle tijden, hoe verschillend we ook zijn.
De beleving van die eenheid was destijds in ontwikkeling, maar raakte ook hier en daar al snel zoek, of werd met argusogen bekeken, met alle kwalijke gevolgen van dien. Nu is die verwarring nog vele miljarden malen groter geworden.
Een basiswoord waaraan we ons vast mogen blijven houden is: God is één. In God is geen verdeeldheid. Zolang wij leven zijn wij, mensen, wel innerlijk verdeeld, of we willen of niet. Maar in God vinden we onze eenheid terug, elke keer als we ons in zijn richting bewegen. Wij komen allemaal uit Hem voort, zo verschillend als we zijn. Hij heeft ons juist verschillend geschapen om samen één lichaam te worden. Zo kunnen we in grote verbondenheid leven voor en in en met Hem, en tevens voor en in en met elkaar.
Als we ons eigen lichaam bekijken, dan zien we hoe verschillend al die onderdelen zijn, ieder met eigen functie. Van de meeste ledematen weten we nog maar een heel minuscuul deel van de betekenis en ook de samenhang van bijvoorbeeld spieren en botten en zenuwen enz. Toch is het beeld van een lichaam goed gekozen door Paulus. Je merkt hoe dramatisch het kan worden als een bepaald deel van je lichaam niet meer werkt, en hoeveel zorg er nodig is, om bijvoorbeeld een hart weer te kunnen laten functioneren.
De Kerk, het Lichaam van Christus is ziek, heel ziek. Door bewustwording van de eenheid in Christus mogen we er allemaal aan werken opdat er genezing mogelijk is. Dit is niet allereerst een voorrecht, maar vooral ook een plicht en een verantwoordelijkheid die we samen te dragen hebben in zijn Geest.
Ik denk nu aan Franciscus van Assisi. Vandaag is het de gedenkdag van de stigmata die hij kort voor zijn sterven heeft mogen ontvangen. De wondtekenen van Christus in zijn eigen lichaam. Hij die zo verbonden leefde met Christus, ontving die uitzonderlijke genade. Franciscus was, van een soort vagebond en een gevierd rijkemanszoontje uiteindelijk zo geraakt en getroffen door het mysterie van het lijden van Christus, dat zijn leven een totale wending heeft gekregen. Hij kan het Paulus nazeggen: Voor mij is leven Christus en sterven winst (Fil 1,21). In Christus is geen verdeeldheid. In de mate waarin wij ons leven in verbondenheid met Hem beleven, zal ook de verdeeldheid in onszelf langzaam maar zeker kleiner worden, stapje voor stapje. Het is een groeiproces. Door onze doop zijn we al opgenomen in dat ene Lichaam van Christus.
Laten we bidden
Goede God,
wij danken U dat U ons hebt geschapen,
en dat wij, met en in Christus Jezus, uw Zoon,
in eenheid met de Geest,
geroepen zijn om zo’n sterke band te vormen,
dat we steeds meer ons leven beleven
in eenheid met het Lichaam van Christus, uw Zoon.
Wij zijn in wezen al het Lichaam van Christus.
Rust ons toe, ondanks onze zwakheden.
Dit vragen wij U, door Hem, met Hem en in Hem!
Amen
Beste mensen, het is iets heel groots om ons bewust te zijn van die eenheid met Hem, bijna niet te geloven. Neem er de tijd voor, ondanks eigen bedenkingen.
Ricky
Om mee op weg te gaan
‘Lichaam van Christus, ik.’ Spreek het uit en herhaal het zo vaak je wilt. Neem er de tijd voor.
Wat komt er in je op als je dit een poos, al mediterend, gedaan hebt? Leg dat dan in gebed neer, en vraag om het vertrouwen dat je je hiervan dagelijks bewust mag zijn en uit mag stralen.
Misschien kun je er iets over opschrijven, met een datum erbij. Het kan heel vruchtbaar zijn als je af en toe in je schrift of boekje terugleest wat er in je is gebeurd. Je zult soms versteld staan, zelfs over de beleving van je dieptepunten, maar ook over de grote, genadevolle momenten.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.