Brief bij advent 2021

Laten wij leven in het licht van de Heer

Geliefde mensen,

voor wie vertrouwd is met ‘Van Woord naar leven’ weet dat dit telkens een korte mijmering is op een vers uit één van de lezingen van die dag. Een mijmering met de bedoeling te helpen het Woord tot leven te brengen in ons dagelijks leven, op de plek waar we wonen en werken, met de mensen ons gegeven. Het zijn telkens ‘mijmeringen’ die los van elkaar staan en niet de bedoeling hebben een bepaald thema te volgen.

In de komende advent, die volgende zondag 28 november start, zou ik graag met u op weg willen gaan aan de hand van een vast thema waarvan het de bedoeling is dat we het dag na dag verder uitdiepen, en dit vanuit de ‘lezingen van de dag’ onder de vertrouwde rubriek ‘Van Woord naar leven’.

Als thema dacht ik aan een profetie uit Jesaja: ‘Laten wij leven in het licht van de Heer’ (Jes.2,5b). Een uitnodiging te leven in Gods minnende aanwezigheid; onder zijn zegen, Hem ontvangend, Hem dragend, Hem barend in de wereld. Het is een thema dat ons allen aangaat, al was het maar omwille van het feit dat God er is; altijd en overal, ieder van ons heel persoonlijk kennend én liefhebbend.

Zoals de psalmist dat zo krachtig uitzingt in Psalm 139:

Heer, U kent mij, U doorgrondt mij,
U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.
Geen woord ligt op mijn tong,
of U, Heer, kent het ten volle.
U omsluit mij, van achter en van voren,
U legt uw hand op mij.
Wonderlijk zoals U mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar.
Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,
ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.
(Psalm 139, 1-10)

In deze Gods-tegenwoordigheid zijn wij geroepen te wandelen, te leven, lief te hebben. Ieder individueel, als Kerk, als mensheid.

Samen met u wil ik vanuit dit thema de komende adventstijd doorgaan, uitkijkend naar dat groot mysterie van Gods menswording met Kerstmis, waar God zich in Christus ten diepste verinnigt met ieder mensenkind.
Wat een gebeuren in onze mensengeschiedenis!

Geliefde mensen, laten we van de komende advent een vruchtbare tijd maken, waarin we ons als christenen openen voor God, voor zijn aanwezigheid, opdat zijn lied van Liefde in de wereld gekend, bemind en bezongen mag worden doorheen zorgende goedheid voor ieder.

Met een vredevolle groet,

kris