Bethlehem, ‘huis van brood’

In dit Jubeljaar neemt paus Franciscus ons tijdens zijn wekelijkse woensdagcatechese, met als thema ‘Jezus Christus, onze hoop’, stap voor stap mee door het leven van Christus. Gisteren stond hij stil bij de geboorte van Jezus in Bethlehem en benadrukte hoe God zich openbaart in eenvoud en nederigheid. Hij nodigde ons uit om, net als de herders, met verwondering en vreugde het mysterie van Kerstmis te omarmen.

“Beste broeders en zusters, goedendag!

Tijdens deze catechesereeks over Jezus, onze hoop, staan we vandaag stil bij zijn geboorte in Bethlehem.

De Zoon van God treedt onze geschiedenis binnen door als mens onder ons te leven. Zijn reis begint al in de moederschoot. De evangelist Lucas vertelt dat Hij, kort na zijn ontvangenis, met Maria van Nazareth naar het huis van Zacharias en Elisabeth ging. Later, vlak voor zijn geboorte, reist Maria opnieuw, dit keer met Jozef, van Nazareth naar Bethlehem voor de volkstelling. Ze zijn verplicht naar de stad van koning David te gaan, de geboorteplaats van Jozef. De langverwachte Messias, de Zoon van de Allerhoogste, laat zich registreren als een gewone burger, onderworpen aan een keizerlijk decreet. Keizer Augustus beschouwde zichzelf als de heerser van de hele wereld, maar in werkelijkheid is het God die de loop van de geschiedenis leidt.

Lucas plaatst de geboorte van Jezus in een exact te bepalen tijd en een concrete geografische locatie. Daardoor raken het universele en het concrete elkaar (Benedictus XVI, De kindertijd van Jezus, 2012). God komt in de wereld niet om de bestaande structuren omver te werpen, maar om ze van binnenuit te verlichten en te vernieuwen.

Bethlehem betekent ‘huis van brood’. Daar breekt voor Maria de tijd van de bevalling aan, en daar wordt Jezus geboren – het ware brood uit de hemel, dat de honger van de wereld komt stillen (vgl. Joh 6, 51). De engel Gabriël had zijn komst aangekondigd met woorden vol grootsheid:

‘Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ (Lc 1, 31-33)

Toch wordt Jezus op een totaal onverwachte manier geboren voor een koning. Lucas beschrijft:

‘Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht haar eerstgeboren zoon ter wereld. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf.’ (Lc 2, 6-7)

De Zoon van God komt niet ter wereld in een paleis, maar op een eenvoudige plek, tussen de dieren.

Lucas laat ons zo zien dat God niet op een luidruchtige, indrukwekkende manier de wereld binnenkomt, maar in eenvoud en nederigheid. En wie zijn de eersten die dit wonder mogen aanschouwen? Niet de rijken of de machtigen, maar enkele herders: eenvoudige mensen, zonder veel opleiding, ruikend naar de dieren waarmee ze hun dagen doorbrengen. Ze leven aan de rand van de samenleving. Toch kiest God juist hen als de eersten die het mooiste nieuws in de geschiedenis mogen horen:

Maar de engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit is voor jullie het teken: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ (Lc 2, 10-12)

Waar moeten de herders heen om de Messias te vinden? Niet naar een paleis, maar naar een voederbak. En dat terwijl Hij degene is voor wie alles geschapen is:

‘In Hem is alles geschapen, in de hemel en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten; alles is door Hem en voor Hem geschapen.’ (Kol 1, 16)

Zoals Benedictus XVI treffend zegt: ‘Voor de Redder van de wereld is er geen plaats.’ (De kindertijd van Jezus, 2012).

De herders begrijpen dat de langverwachte Messias geboren is in armoede en eenvoud. En Hij komt voor hen, om hun Redder en Herder te zijn. Dit nieuws raakt hen diep en vervult hen met verwondering, lof en vreugde.

‘In tegenstelling tot zoveel anderen die met allerlei zaken bezig zijn, worden de herders de eerste getuigen van wat werkelijk telt: de redding die ons geschonken wordt. De nederigen en armen zijn het die het mysterie van Gods Menswording weten te ontvangen.’ (Apostolische brief Admirabile Signum, 5)

Broeders en zusters, laten we God vragen om dezelfde genade als de herders: het vermogen om ons te verwonderen en God te loven. Laten we bidden dat we trouw blijven aan wat Hij ons toevertrouwt – onze talenten, onze gaven, onze roeping en de mensen die Hij op ons pad brengt.

Moge de Heer ons helpen om in het kleine en zwakke de buitengewone kracht te herkennen van het Kind in de kribbe. Hij is gekomen om de wereld te vernieuwen en ons leven te veranderen met zijn hoopvol plan voor de hele mensheid.”


Na de catechese

Paus Franciscus groette nog de vele aanwezigen waarbij hij verschillende groepen met name noemde. Hij sloot af met een oproep om te blijven bidden voor vrede.

“Broeders en zusters, laten we bidden voor vrede en ons er met alles wat we hebben voor inzetten. Vergeet niet: oorlog is altijd een nederlaag. Altijd. We zijn niet geboren om te doden, maar om samen te bouwen aan een toekomst. Laten we wegen naar vrede zoeken. Ik vraag u dringend: bid dagelijks voor vrede. Oekraïne lijdt zo zwaar… En denk ook aan Palestina, Israël, Myanmar, Noord-Kivu, Zuid-Soedan – zoveel landen in conflict. Laten we blijven bidden en offers brengen voor de vrede.

Mijn zegen voor u allen!”

Bron: Vatican-news