Als rijkdom een last wordt

Deze catechese werd door paus Franciscus voorbereid voor de algemene audiëntie van gisteren, woensdag 9 april. Ze maakt deel uit van de reeks catecheses voor het Jubeljaar 2025, met als thema “Jezus Christus, onze hoop”. In deze catechese stond paus Franciscus stil bij de ontmoeting tussen Jezus en de rijke jongeman (Mc 10,17-22).

Dierbare broeders en zusters,

Vandaag staan we stil bij een ontmoeting van Jezus die in het evangelie wordt verteld, maar waarin de hoofdpersoon geen naam krijgt. Marcus noemt hem eenvoudigweg “een man” (Mc 10,17). Het gaat om iemand die van jongs af aan de geboden naleeft, en toch de diepere zin van zijn leven nog niet gevonden heeft. Hij is op zoek. Misschien is hij iemand die nog altijd aarzelt om werkelijk te kiezen, ook al lijkt hij toegewijd en ernstig. Want uiteindelijk – meer dan onze daden, onze offers of successen – is het wat we in ons hart meedragen dat werkelijk telt voor ons geluk. Een schip kan prachtig gebouwd zijn en een topbemanning aan boord hebben, maar als het zijn ankers en ballast niet licht, raakt het nooit uit de haven. Deze man heeft zich een luxeschip gemaakt, maar hij blijft liggen aan de kade!

Wanneer Jezus langskomt, rent de man op Hem af, knielt neer en vraagt: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?” (v. 17). Let op zijn woorden: “Wat moet ik doen om te krijgen…” Het nauwgezet naleven van de Wet heeft hem kennelijk geen vrede of zekerheid gebracht, en dus wendt hij zich tot Jezus. Opvallend is dat deze man het woord genade niet kent. Alles lijkt voor hem een kwestie van prestatie en verdienste. Voor hem is het eeuwige leven een erfenis waarop je recht hebt als je je aan de regels houdt. Maar in zo’n leven, hoe goed bedoeld ook, welke ruimte blijft er dan voor liefde?

Zoals altijd kijkt Jezus verder dan het uiterlijk. Terwijl de man zijn indrukwekkende geestelijke cv voorlegt, kijkt Jezus naar zijn binnenkant. Marcus gebruikt een veelzeggend woord: “Hij keek hem aan” (v. 21). Jezus kijkt naar wie we echt zijn – en houdt van ons zoals we zijn. Wat zag Hij in deze man? Wat ziet Jezus wanneer Hij in ons hart kijkt, en van ons houdt ondanks onze fouten, afleidingen of zonden? Hij ziet onze kwetsbaarheid, maar ook ons diepe verlangen om bemind te worden zoals we zijn.

En dan staat er: “Hij keek hem aan en kreeg hem lief” (v. 21). Jezus houdt van deze man nog vóór Hij hem uitnodigt om Hem te volgen. Hij bemint hem in zijn onvolledigheid, zonder voorwaarden. Jezus’ liefde is puur geschenk – het tegenovergestelde van het verdienmodel waaraan deze man vasthoudt. We worden pas echt gelukkig als we ontdekken dat we zo bemind worden: vrij, zonder dat we iets hoeven te presteren. En dat geldt ook voor onze relaties met anderen: zolang we liefde proberen te verdienen of genegenheid proberen af te dwingen, zullen we nooit echt gelukkig zijn.

Jezus doet deze man een voorstel dat zijn hele kijk op leven en geloof op z’n kop zet. Hij wijst op iets dat ontbreekt – iets wat we allemaal in ons meedragen: het verlangen om bemind te worden. In ieder mensenhart leeft een kwetsbaarheid – een innerlijk gemis – en precies daar kan liefde binnenkomen. Om met dat gemis om te gaan, hoeven we geen bewondering of bevestiging te verzamelen – we moeten eerder loslaten wat ons hart verzwaart, zodat het vrij kan worden. Niet blijven nemen, maar leren geven, delen, en er zijn voor wie het nodig heeft.

Tot slot nodigt Jezus hem uit om Hem te volgen – om niet langer alleen te blijven, maar een relatie aan te gaan. Alleen in relatie kunnen we werkelijk tot leven komen. Alleen daar horen we onze naam klinken. Als we alleen blijven, als eilandjes, dan blijven we “die man”, naamloos, anoniem. Misschien zijn we in onze tijd, met haar nadruk op autonomie en individualisme, juist ongelukkiger omdat we onze naam niet meer horen uit de mond van iemand die van ons houdt, zomaar, voor niets.

De man uit het evangelie wijst Jezus’ uitnodiging af en blijft alleen achter. De ballast in zijn leven houdt hem aan de kade. Zijn verdriet laat zien dat hij de stap niet heeft durven zetten. Soms blijken de rijkdommen waarop we vertrouwen juist de lasten te zijn die ons vasthouden. De hoop is dat deze man, net als ieder van ons, vroeg of laat een andere keuze zal maken – en alsnog zal uitvaren.

Broeders en zusters, laten we vandaag in het Hart van Jezus alle mensen leggen die verdrietig of besluiteloos zijn. Dat zij het liefdevolle, tedere oog van de Heer mogen ervaren, dat in ons hart kijkt en bewogen is om wie wij zijn.

Bron: Vatican-news

Jezus en de rijke jongeman