“De hoop stelt niet teleur” (Rom 5, 5), maar geeft kracht in moeilijke tijden
Vandaag, op 11 februari, vieren we de 33e Wereldziekendag, een dag die in 1992 door paus Johannes Paulus II werd ingesteld om aandacht te vragen voor zieken en hun verzorgers. Deze dag staat in het teken van gebed, solidariteit en reflectie over het lijden van zieke mensen en de betekenis van gezondheidszorg. Voor deze gelegenheid schreef paus Franciscus op 14 januari een inspirerende boodschap die ons uitnodigt om ‘pelgrims van hoop’ te worden. Zijn woorden benadrukken dat Gods nabijheid, hoop en verbondenheid kracht kunnen geven in tijden van ziekte en beproeving.
“Beste broeders en zusters,
Dit jaar vieren we de 33e Wereldziekendag in het Jubeljaar 2025, waarin de Kerk ons uitnodigt om ‘pelgrims van hoop’ te worden. Het Woord van God begeleidt ons daarbij en geeft ons, via de woorden van de heilige Paulus, een bemoedigende boodschap: ‘De hoop stelt niet teleur’ (Rom 5,5). Integendeel, juist in tijden van beproeving geeft hoop ons kracht.
Deze woorden klinken troostrijk, maar kunnen ook vragen oproepen, zeker bij wie lijdt. Hoe kunnen we sterk blijven als ons lichaam wordt getroffen door een zware, slopende ziekte waarvoor dure behandelingen nodig zijn die we misschien niet kunnen betalen? Hoe kunnen we kracht tonen als we niet alleen zelf lijden, maar ook onze dierbaren zien worstelen omdat ze ons willen helpen, maar zich machteloos voelen? Op zulke momenten beseffen we dat we een kracht nodig hebben die groter is dan wijzelf. We voelen dat we Gods hulp nodig hebben – zijn genade, zijn voorzienigheid en de kracht van zijn Geest, die ons als gave wordt geschonken (vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk).
Laten we stilstaan bij drie bijzondere manieren waarop God dichtbij komt in tijden van lijden: in ontmoeting, door hoop als gave en in verbondenheid.
Ontmoeting: Gods nabijheid ervaren in ziekte
Toen Jezus de tweeënzeventig leerlingen uitzond (vgl. Lc 10,1-9), gaf Hij hun de opdracht om tegen de zieken te zeggen: ‘Het Koninkrijk van God is u nabij’ (v. 9). Met andere woorden, Hij riep hen op om zieken te helpen zien dat hun pijn, hoe zwaar en onbegrijpelijk ook, een kans kan zijn om de Heer te ontmoeten.
Ziekte confronteert ons met onze kwetsbaarheid, zowel fysiek als psychisch en spiritueel. Maar tegelijk ervaren we in die momenten ook hoe dichtbij God is en hoe Hij met ons meevoelt. In Jezus heeft Hij zelf ons lijden gedeeld. Hij verlaat ons niet en verrast ons vaak met een kracht waarvan we nooit hadden gedacht dat we die in ons hadden.
Ziekte kan daardoor een diepgaande ontmoeting met God worden – een houvast in de stormen van het leven. Het is een ervaring die, hoe moeilijk ook, ons sterker maakt, omdat we leren dat we niet alleen zijn. Lijden draagt op mysterieuze wijze een belofte van redding in zich, omdat we juist daarin Gods nabijheid en troostende aanwezigheid ervaren. Zo leren we ‘de volheid van het evangelie kennen, met al zijn beloften en levenskracht’ (Johannes Paulus II, Toespraak tot jongeren, New Orleans, 12 september 1987).
Hoop ontvangen als een gave van God
Dit brengt ons bij de tweede manier waarop God ons nabij is: door hoop als geschenk.
Lijden laat ons beseffen dat echte hoop van de Heer komt. Het is een gave die we ontvangen en waaraan we vasthouden door ’trouw te blijven aan Gods trouw’, zoals Madeleine Delbrêl het mooi verwoordde (vgl. La speranza è una luce nella notte, 2024, voorwoord).
Onze ware hoop ligt in Christus’ verrijzenis. Alleen in Hem krijgt ons leven zijn uiteindelijke betekenis binnen het perspectief van de eeuwigheid. Alleen door het paasmysterie van Jezus krijgen we de zekerheid dat ‘noch dood, noch leven, noch engelen, noch machten, noch het heden, noch de toekomst, noch enig ander schepsel ons kan scheiden van Gods liefde’ (Rom 8,38-39).
Deze ‘grote hoop’ werpt licht op de vele kleine hoopvolle momenten die ons door de beproevingen van het leven heen helpen (vgl. Benedictus XVI, Spe Salvi, 27, 31). De verrezen Heer loopt met ons mee als een metgezel op onze weg, net zoals Hij deed met de leerlingen op weg naar Emmaüs (vgl. Lc 24,13-53). Zoals zij mogen ook wij onze zorgen en teleurstellingen met Hem delen, luisteren naar zijn woorden die ons hart verwarmen en Hem herkennen in het breken van het brood. En zo, zelfs nu al, de nabijheid ervaren van die ‘grotere werkelijkheid’ die ons nieuwe moed en vertrouwen geeft.
Verbondenheid: samen hoop vinden
De derde manier waarop God ons nabij is, is door verbondenheid.
Plekken van lijden worden vaak ook plekken van samenhorigheid en wederzijdse steun. Hoe vaak leren we aan het ziekbed wat hoop betekent! Hoe vaak ontdekken we, door bij wie lijdt aanwezig te zijn, wat geloof inhoudt! Hoe vaak ervaren we, door zorg te dragen voor de ander, wat liefde werkelijk is!
We zijn ‘engelen van hoop’ voor elkaar: of we nu patiënt, arts, verpleegkundige, familielid, vriend, priester of religieus zijn. Waar we ook zijn – thuis, in een ziekenhuis, een verpleeghuis of een kliniek – samen delen we in Gods troostende aanwezigheid.
Laten we leren de kleine lichtpuntjes in deze ontmoetingen te waarderen: een vriendelijke glimlach van een verpleegkundige, de dankbare blik van een patiënt, het zorgzame gezicht van een arts of vrijwilliger, de hoopvolle ogen van een echtgenoot, een kind of een vriend. Dit zijn stralen van licht die ons kracht geven, zelfs in de donkerste momenten. Ze helpen ons de diepere betekenis van het leven te begrijpen: liefde en verbondenheid (vgl. Lc 10,25-37).
Jullie zijn een teken van hoop voor de wereld
Dierbare broeders en zusters die ziek zijn of voor zieken zorgen, jullie spelen een bijzondere rol in dit Jubeljaar. Jullie weg samen is een teken voor ons allemaal: ‘een lofzang op de menselijke waardigheid, een lied van hoop’ (Spes Non Confundit, 11).
Dit lied klinkt verder dan de muren van ziekenhuizen en ziekenkamers. Het nodigt de hele samenleving uit om in liefde en solidariteit mee te doen, zodat we samen een harmonie kunnen creëren die soms moeilijk te bereiken is, maar des te krachtiger en troostrijker als het lukt.
De hele Kerk dankt jullie hiervoor. Ik dank jullie ook en bid altijd voor jullie. Ik vertrouw jullie toe aan Onze Lieve Vrouw, Heil der Zieken, met de woorden die zoveel mensen tot haar hebben gericht in tijden van nood: ‘Wij vluchten onder uw bescherming, Heilige Moeder van God. Versmaad onze gebeden niet in onze noden, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd.’
Ik zegen jullie, samen met jullie families en dierbaren, en vraag jullie om ook voor mij te bidden.”
Bron: Vatican-news
