donderdag na de Openbaring van de Heer

De lezingen van deze dag nodigen ons uit om na te denken over de diepe samenhang tussen onze liefde voor God en de liefde voor onze medemens. Deze liefde is geen abstract ideaal, maar een levende werkelijkheid die ons uitdaagt om ons leven in dienst van anderen te stellen. We worden herinnerd aan de bevrijdende kracht van Gods Woord, dat ons uitnodigt om oude patronen van verdeeldheid en boosheid los te laten en ons open te stellen voor vernieuwing. Jezus zelf wijst ons de weg, door zijn woorden en daden die ons oproepen tot hoop en verlossing.
Bij ‘Van Woord naar leven’ vandaag gaat het over de uitdaging om onszelf, met al onze gebreken, aan Gods licht en liefde toe te vertrouwen, zodat Hij ons – indien nodig – kan genezen en vernieuwen.


Uit de eerste brief van Johannes 4, 19 – 5, 4

Vrienden,
Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.
Ieder die gelooft dat Jezus de christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit Hem geboren zijn. Dat wij Gods kinderen liefhebben weten we doordat we God liefhebben en zijn geboden naleven. Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn geboden zijn geen zware last, want ieder die uit God geboren is, overwint de wereld. En de overwinning op de wereld hebben wij behaald met ons geloof.

Tussenzang: Ps 72, 1-2 + 14-15bc + 17

Refr.: Alle volken, prijs de Heer.

Geef, o God, uw wetten aan de koning,
uw gerechtigheid aan de koningszoon.
Moge hij uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.

Hij verlost hen van onderdrukking en geweld,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Men zal zonder ophouden voor hem bidden,
hem zegen toewensen, dag aan dag.

Zijn naam zal eeuwig bestaan,
zijn naam zal voortleven zolang de zon zal schijnen.
Dankzij hem zal men zich gezegend noemen,
en alle volken prijzen hem gelukkig.

Vers voor het evangelie (Lc 4, 18-19)

Alleluia.
De Heer heeft mij gezonden
om aan armen het goede nieuws te brengen
en om aan gevangenen
hun vrijlating bekend te maken
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 4, 14-22a

Vervuld met de kracht van de Geest keerde Jezus terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen en werd door allen geprezen.
Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht.
Hij zei tegen hen: ‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’
Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden.

Van Woord naar leven

IN HET LICHT VAN DE LIEFDE
(1 Joh 4, 20-21)

In de eerste lezing van vandaag lezen we: Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.

Klare taal. Als we beweren God lief te hebben, moeten we onze naaste liefhebben. Wie de naaste niet liefheeft en toch beweert God lief te hebben, leeft in de leugen, weg van de waarheid.

Toch is het oh zo menselijk om niet altijd iedereen even graag te zien. Relaties kunnen onder druk komen te staan door allerlei omstandigheden. Wil dat daarom zeggen dat we God niet graag zien? Dat is moeilijk vol te houden, want het zou betekenen dat God bijna door niemand bemind wordt.

Dit vraagt dus om nuance.

Feit is dat wie zijn naaste niet bemint, terwijl hij beweert God te beminnen, in zekere zin in een leugen leeft. Hij omarmt de waarheid op dat moment niet volledig in zijn hart. Hij leeft niet in het volle licht van de Heer, maar deels in duisternis, vervreemd van Gods liefde en dus van God zelf. Het één-zijn met God is gekwetst; de band met God is beschadigd.

Waar mensen samenkomen, samenleven of samenwerken, ontstaan spanningen. Spanningen zijn vaak de oorzaak van onliefde. Dat is heel menselijk en geen schande. Het overkomt elk gezin, elke gemeenschap, elk werkteam. Het gebeurt overal waar mensen samenkomen. Wie beweert dat dit in zijn of haar leef- of werkomgeving niet en nooit gebeurt … Niet geloven! Het komt overal voor.

Het gevaar – en hier komen we tot de kern – is dat we berusten in het feit dat we niet iedereen kunnen beminnen. Dat we het accepteren, of erger nog, als normaal gaan beschouwen. Dat is, zou ik zeggen, leven in de leugen. Het is een soort volharden in de boosheid.

Het evangelie leert ons echter dat het grondig fout is om in deze boosheid te berusten. Integendeel: het roept ons op om met onze nee-woorden naar Jezus te gaan, vertrouwend op zijn barmhartigheid. Hij kan onze nee-woorden ombuigen naar Gods licht. Dat is de verlossing, de bevrijding die Jezus aan ieder van ons wil schenken.

Moraal van het verhaal: Bemin. En als je struikelt, berust dan niet in het feit dat het je weer eens niet gelukt is. Laat een traan in het verborgene, klop biddend op je borst, maar loop er niet gebukt onder. Dit laatste kan een sterke belemmering vormen om de Heer mét zijn genezing welkom te heten. Dan botst Hij op een muur van zelfbeklag waarin Hij geen ingang vindt. En dat zou jammer zijn. Mensen die zo handelen kunnen vroom en nederig lijken, maar in werkelijkheid bewandelen ze een donkere weg die geen bevrijding toelaat.

Laten we in alle eenvoud en oprechtheid onze handen, ons hart, onze wil, ons hele zijn openen voor de Heer. Laten we Hem welkom heten in onze meest duistere plekjes. Moge Hij dit alles verlichten met zijn genade, ons genezen van onliefde en ons optillen in Gods vreugde.

Lukt dat niet vandaag? Probeer het morgen opnieuw, en de dag erna weer. Elke dag staat Jezus klaar om naar ons toe te komen. Hij kijkt naar ons uit en snelt naar ons toe zodra wij onze innerlijke blik naar Hem richten. Laten wij op onze beurt naar Hem snellen en ons werpen in zijn armen, in zijn barmhartigheid. Zo kan en zal het wonder van bevrijding plaatsvinden.

Laten we bidden

Heer Jezus,
U belichaamt het volle ‘ja’ en roept ons op U daarin te volgen. Meer nog: U wilt ons trekken in uw eigen ja-woord tot de Vader. Maar zo vaak zeggen wij ‘nee’ en verwijderen wij ons van de liefde en van God.
Jezus, schenk ons op die momenten de genade van berouw, de genade van dorst naar U, het verlangen naar uw bevrijding. Kom in ons, raak elke vorm van duisternis aan, en herschep ons zondig hart, opdat wij in U, door U en met U Gods liefde weer mogen bezingen naar allen en alles: fris en blij, gedragen door U.
Kom, Heilige Geest.
Amen.

Geliefde mensen, laten we – eenvoudig, oprecht en blij – ieder ander graag zien, vanuit Gods inwoning.
Een mooie donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Jezus zag en ziet iedereen graag. En dat vraagt Hij ook van ons. Maar we weten van onszelf dat we hier niet altijd in slagen. Het valt ons nu eenmaal makkelijker om de ene meer te beminnen dan de ander. Hoe menselijk dat ook is, de vraag van Jezus blijft overeind: Bemin iedereen.
Ga eens voor jezelf na – schrijf het eventueel op – wie je moeilijker kunt beminnen. Tracht door diep in jezelf te kijken de redenen daarvoor te erkennen en te benoemen. Denk erover na, mediteer erover, bid ervoor. Probeer in jezelf wegen te vinden, een soort ommekeer, waarbij je die ander toch in volle liefde tegemoet kunt treden.
Je liefde hoeft daarom niet altijd in liefde beantwoord te worden. Dit laatste zou mooi zijn, maar laat het vooral geen voorwaarde zijn.


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.