maandag na de Openbaring van de Heer

Vandaag nodigen de lezingen ons uit om stil te staan bij de hechte band tussen God en de mens en bij de roeping om deze verbondenheid zichtbaar te maken in ons dagelijks leven. In de eerste brief van Johannes ligt de nadruk op het herkennen van de ware Geest van God door geloof, liefde en gehoorzaamheid. Tegelijk waarschuwt hij voor misleiding en roept hij op tot onderscheidingsvermogen. In het evangelie volgens Matteüs zien we Jezus aan het begin van zijn openbaar optreden, waar Hij de mensen oproept tot bekering en zijn boodschap kracht bijzet door onderricht en het schenken van genezing. Zijn woorden en daden brengen licht en hoop in een wereld die vaak getekend is door duisternis. Deze lezingen nodigen ons uit om te groeien in geloof en liefde en om onszelf open te stellen voor Gods werk in ons leven.
In ‘Van Woord naar leven’ zullen we hier dieper op ingaan, met bijzondere aandacht voor de oproep tot onderscheiden.


Uit de eerste brief van Johannes 3, 22 – 4,6

Vrienden,
we ontvangen van God wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil. Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals Hij ons heeft opgedragen. Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem. Dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest die Hij ons heeft gegeven.
Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld.
U, kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen, want Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. Die valse profeten komen uit de wereld voort. Daarom spreken zij de taal van de wereld en luistert de wereld naar hen.
Wij komen uit God voort. Wie God kent luistert naar ons. Wie niet uit God voortkomt luistert niet naar ons. Hieraan kunnen we de Geest van de waarheid en de geest van de dwaling herkennen.

Tussenzang: Ps 2, 7-8 + 10-11

Refr.: Ik geef je de volken in bezit.

Het besluit van de Heer wil ik bekendmaken.
Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon,
Ik heb je vandaag verwekt.
Vraag het Mij en Ik geef je de volken in bezit,
de einden der aarde in eigendom.

Daarom, koningen, wees verstandig,
wees gewaarschuwd, leiders van de aarde.
Onderwerp u, toon de Heer uw ontzag,
breng Hem bevend uw hulde.

Vers voor het evangelie (Mt 4, 16)

Alleluia.
Het volk dat in duisternis leefde,
zag een schitterend licht,
en zij die woonden
in de schaduw van de dood
werden door het licht beschenen.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 4, 12-17 + 23-25

Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week Hij uit naar Galilea. Hij keerde niet terug naar Nazaret, maar ging in Kafarnaüm wonen, aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’
Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Syrië.
Allen die ergens aan leden en gekweld werden door een ziekte of door pijn, en ook bezetenen en maanzieken en verlamden, werden bij Hem gebracht en Hij genas hen.
En grote groepen mensen volgden Hem, uit Galilea en de Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.

Van Woord naar leven

ONDERSCHEID ALS GAVE ÉN OEFENING
(Bij Joh 3, 22 – 4,6)

In de eerste lezing, uit de eerste brief van Johannes, worden we uitgenodigd tot een intieme verbondenheid met God door geloof in Jezus Christus en liefde voor elkaar. Deze verbondenheid vraagt om een waakzaam hart, omdat we in een wereld leven waar valse stemmen en misleidende invloeden aanwezig zijn. Johannes roept ons op tot onderscheidingsvermogen: het vermogen om de Geest van God te herkennen te midden van de vele stemmen die ons proberen te beïnvloeden.

De heilige Ignatius van Loyola (1491-1556, stichter van de jezuieten) beschreef dit onderscheid als een gave én een oefening. Hij moedigde ons aan om aandachtig te luisteren naar de innerlijke bewegingen in ons hart. Welke gedachten, gevoelens of verlangens brengen ons dichter bij God, en welke leiden ons juist van Hem weg? Inspiratie die van God komt, brengt vrede, vertrouwen en een verlangen naar meer liefde en waarheid. Tegelijkertijd kunnen er ook invloeden zijn die ons verwarring, onrust of een focus op eigenbelang en wereldse zaken bezorgen. Ignatius leerde ons deze innerlijke dynamiek te onderscheiden, zodat we trouw kunnen blijven aan Gods werk in ons.

Het vermogen om deze geesten te onderscheiden is echter geen vanzelfsprekendheid. Ignatius benadrukte dat het een gave is waar we om mogen bidden. Net zoals we in gebed onze noden voorleggen aan God, kunnen we Hem ook vragen om wijsheid en helderheid in ons hart. Het is de Heilige Geest die ons begeleidt en ons helpt te zien welke weg werkelijk naar het leven voert.

Het kan zijn dat dit je een beetje beangstigt. Kan ik dat wel? Ben ik waakzaam genoeg? Bid ik wel op de juiste manier? Johannes bemoedigt ons: ‘Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst.’ Dit geeft ons de zekerheid – we mogen daar echt op vertrouwen – dat Gods Geest ons zal leiden, ook al voelen we ons klein in het bewandelen van deze weg.

Van belang is het gebed serieus te nemen. Het gebed als een dagelijkse ontmoeting met God, niet zozeer gericht op hoe lang we bidden (hoewel de nodige tijd natuurlijk ook zijn belang heeft), maar vooral op de oprechtheid van ons hart. Het gaat om bidden met heel ons wezen: met een innerlijke openheid, vrij van schijn, bereid om onszelf te geven aan de werking van de Heilige Geest die in ons woont.

Het gebed is de gelegenheid bij uitstek om ons te laten doordringen door de liefde en de genade van God. Van belang is stilte in ons gebed: innerlijke aandacht. Bereid zijn om ‘af te dalen’ in die diepere laag van ons bestaan, waar de Geest ons ontmoet, verwarmt, vormt en richting geeft. De Geest zal in ons de innerlijke tentakels tot ontwikkeling brengen die ons leren onderscheid te maken tussen wat van God komt en wat niet. Tegelijk zal de Geest ons de genade verlenen om ons helemaal te kunnen schenken aan Christus, die ons in zijn ja-woord zal binnenvoeren om verenigd met Hem te kunnen leven ‘in God’.

We voelen ons vaak klein in het gebed, alsof het niet lukt. Dit kan leiden tot een zekere geestelijke frustratie. Maar, geliefde mensen, maak je hier niet te druk om. Je teveel zorgen maken om je zogenaamd ‘arm gebedsleven’ kan leiden tot een soort geestelijk egoïsme, waarbij je altijd maar bezig bent met jezelf, je zorgen aangaande je gebedsleven. Mag Jezus aub nog binnen?
Maak je geen zorgen, zegt Jezus vaak. Dat geldt bijzonder ook hier: maak je geen zorgen wanneer je aanvoelt dat je gebed niet lukt. Bidden met het hart betekent dat we onze zwakheid en kleinheid erkennen, maar niet als onoverkomelijke zorg. Het zou ons in alle eenvoud moeten openen voor God, die ons in onze kwetsbaarheid en onvermogen tegemoetkomt. In dit bidden worden we van binnenuit omgevormd. Dát is wat de Geest in ons doet, en dáárop mogen we vertrouwen. Dus: niet teveel zorgen maken, echt niet.

Bid vooral met je hart: als het kan een beetje blij, én vooral ook dankbaar. Bid oprecht, zonder vertoon, arm van geest en bereid. Je zult worden binnengeleid in het feest van Gods liefde, tot ongekende hoogten.
Bid, en je zult ‘zien’.

Laten we bidden

Vader,
schenk ons het vermogen
om te onderscheiden wat van U komt,
te midden van al wat ons omringt.
Vul ons hart met uw vrede,
vertrouwen en waarheid,
en maak ons waakzaam voor alles
wat ons van U weg zou leiden.
Help ons in ons gebed oprecht en open te zijn,
arm van geest, verlangend naar U.
Leid ons door uw Geest,
opdat wij uw liefde mogen worden,
steeds meer, steeds dieper.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, laten we bidden om de gave van onderscheid. Mogen we de weg van de Heer vinden, de weg die Hij met ons wil gaan, en deze met vreugde samen met Hem bewandelen.
Een toegewijde nieuwe week gewenst!
Alle goeds, kris


Om mee op weg te gaan

Tracht met regelmaat bewust tijd te nemen om in stilte – al dan niet letterlijk – neer te knielen, met open handen en een ontvankelijk hart. Laat je in die stilte doordringen door de gloed van de Heilige Geest, die je van binnenuit wil omhullen en verlichten. Bid om helderheid en onderscheid, zodat je kunt herkennen wat werkelijk van God komt en wat niet. Volg met vertrouwen de diepste bewegingen in je hart, wetend dat de Geest je leidt naar waarheid en liefde. Deze overgave opent je voor Gods genade en brengt vrede en richting in je leven. Echt doen.


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.